Vragen van de leden Kuiken en Nijboer (beiden PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over georganiseerde criminaliteit in de Noordelijke zeehavens (ingezonden 12 oktober 2020).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 2 november 2020).

Vraag 1

Kent u het onderzoek «Zoektocht naar georganiseerde criminaliteit in de Noordelijke zeehavens»1 en het bericht «Aanpak misdaad zeehavens»2?

Vraag 2

Bent u verrast door de uitkomst van het onderzoek dat ook de Noordelijke zeehavens van Nederland aantrekkelijk lijken voor de georganiseerde criminaliteit? Zo ja, hoe komt dat? Zo nee, waarom niet en over welke informatie ten aanzien van deze criminaliteit via de Noordelijke zeehavens beschikt u?

Vraag 3

Acht u het mogelijk dat vanwege het beperkte toezicht en de gebrekkige informatiepositie van politie en andere handhavingsdiensten de georganiseerde criminaliteit activiteiten naar de Noordelijke zeehavens verlegt? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Hoe verhoudt de aard en omvang van de aanwezigheid van politie en andere handhavingsdiensten in de Noordelijke zeehavens zich tot die van de havens van Rotterdam en Amsterdam?

Vraag 5

Wat moet er gebeuren om de informatiepositie en het toezicht van politie en andere handhavingsorganisaties met betrekking tot de Noordelijke zeehavens te verbeteren zodat er wel een gestructureerd en onderbouwd beeld van de aard en omvang van georganiseerde criminaliteit in die zeehavens ontstaat? Hoe gaat u hiervoor zorgen?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Kuiken en Nijboer (beiden PvdA), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over georganiseerde criminaliteit in de Noordelijke zeehavens (ingezonden 12 oktober 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven