Vragen van het lid Asscher (PvdA) aan de aan de Minister-President en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de onduidelijkheid die is ontstaan over het maximum aantal personen dat momenteel is toegestaan in culturele instellingen (ingezonden 30 september 2020).

Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 26 oktober 2020).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Popzalen in de wachtkamer: mogen concerten nu doorgaan of niet»?1

Antwoord 1

Ja, ik ben bekend met dit bericht.

Vraag 2

Bent u bekend met de oproep van de creatieve taskforce die vraagt om alle culturele gelegenheden vrijstelling te geven van de beperking om maximaal 30 personen tegelijk binnen te laten?2 Hoe oordeelt u over deze oproep?

Antwoord 2

Ja, ik ben bekend met deze oproep. Ik heb begrip voor deze oproep. Ik heb grote waardering voor de professionele wijze waarop de cultuursector zich inzet om de gezondheid van bezoekers en personeel te waarborgen. Ondanks alle inzet van zovelen moet het kabinet nu toch stevige maatregelen nemen om het aantal contacten terug te brengen en zo het virus onder controle te krijgen. Op 13 oktober heeft het kabinet deze maatregelen verder moeten aanscherpen. Hiermee is de mogelijkheid tot het verlenen van vrijstellingen door de Veiligheidsregio’s komen te vervallen. Voor alle theaters, podia, concertzalen en bioscopen en filmtheaters geldt nu een maximum van 30 bezoekers per ruimte. Hierover is de Tweede Kamer middels brief van 13 oktober van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geïnformeerd. Helaas raken deze maatregelen opnieuw ook de cultuursector hard.

Vraag 3

Hoe vindt u het dat er zoveel onduidelijkheid is bij poppodia, concertzalen, bioscopen en andere culturele instellingen over de vraag of zij vanaf 29 september 18 uur meer dan 30 bezoekers mogen ontvangen?

Antwoord 3

Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar mijn antwoord op Vraag 2.

Vraag 4

Kunt u toelichten wat wordt verstaan onder «zalen van groot cultureel belang»? Welke criteria worden gehanteerd?

Antwoord 4

Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar mijn antwoord op Vraag 2.

Vraag 5

Heeft het Rijk een handreiking verstrekt voor het creëeren van uitzonderingsmogelijkheden?

Antwoord 5

Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 2.

Vraag 6

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat de culturele sector, die keihard is geraakt door de coronacrisis, hierdoor onnodig in onzekerheid wordt gehouden?

Antwoord 6

Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar mijn antwoord op Vraag 2.

Vraag 7

Vindt u ook dat willekeur moet worden voorkomen en dat snel heldere richtlijnen nodig zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 7

Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar mijn antwoord op Vraag 2.

Vraag 8

Wordt er al gewerkt aan een additioneel steunpakket voor de culturele sector in verband met de nieuwe maatregelen?

Antwoord 8

De reeds beschikbaar gestelde 300 miljoen voor 2020 kunnen nu door de culturele instellingen worden ingezet. Ook is reeds 120 miljoen beschikbaar gesteld aan gemeenten om de lokale culturele infrastructuur te ondersteunen.

Daarbovenop is onlangs 482 miljoen euro beschikbaar gekomen ter ondersteuning van de culturele sector in de eerste helft van 2021. Op dit moment wordt bezien op welke wijze het Rijk deze middelen aan de sector kan doen toekomen.

Vraag 9

Kunt u deze vragen voor 1 oktober 2020 beantwoorden, zodat de culturele sector zo snel mogelijk duidelijkheid krijgt?

Antwoord 9

Voor de beantwoording van deze Kamervragen heb ik de reguliere termijnen gevolgd.

Naar boven