Vragen van de leden Kröger en Klaver (beiden GroenLinks) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het COVID-19 virus (ingezonden 28 september 2020).

Mededeling van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 20 oktober 2020).

Vraag 1

Bent u ervan op de hoogte dat in de richtlijnen voorzorgsmaatregelen infectiepreventie van de Werkgroep Infectie Preventie (WIP) geen onderscheid wordt gemaakt tussen «vluchtig contact» en «niet-vluchtig contact» bij een virusuitbraak?1

Vraag 2

Bent u ervan op de hoogte dat de voormalig voorzitter van de WIP, Christina Vandenbroucke-Grauls, bij het televisieprogramma Nieuwsuur (16 juli) te kennen geeft «niet te begrijpen» waarom de RIVM-richtlijnen voor zorgverleners onderscheid maakten tussen «vluchtig» en «niet vluchtig» contact betreffende het dragen van een mondkapje in de nabijheid van een coronapatiënt?2

Vraag 3

Is er destijds enige vorm van contact geweest tussen ambtenaren van het Ministerie van VWS en het RIVM inzake het opstellen van de richtlijnen persoonlijke beschermingsmaterialen voor zorgverleners? Zo ja, hoe verliep dit contact (per mail, telefoon, et cetera)? Kunt u de inhoud van deze correspondentie openbaar maken? Zo nee, waarom is er geen contact geweest?

Vraag 4

Waarop is de categorie «vluchtig contact» inzake het niet hoeven dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen bij een virusuitbraak wetenschappelijk ten tijde van het opstellen van de richtlijn gebaseerd?

Vraag 5

Waarom heeft het nog tot augustus geduurd voordat de richtlijn is aangepast?

Vraag 6

Waarom maken de richtlijnen van het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) en de World Health Organization (WHO) uit het voorjaar geen onderscheid tussen «vluchtig» en «niet vluchtig» contact inzake het verplicht dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen?

Vraag 7

Wanneer ontving het Ministerie van VWS voor de eerste keer signalen dat zorgverleners en werkgeversorganisaties in de zorg moeite hadden met de richtlijn persoonlijke beschermingsmiddelen van het RIVM? Wat is met deze signalen gedaan?

Vraag 8

Hoeveel zorgverleners hebben van de richtlijn naar schatting afgeweken? Deelt u de observaties dat destijds veel druk op zorgverleners is uitgeoefend om de RIVM-richtlijnen inzake het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen te volgen?

Vraag 9

Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving van EenVandaag dat uit modellering van de Washtington University blijkt dat het dragen van mondkapjes in besloten ruimtes de verspreiding van het virus tot 40 procent kan terugbrengen?3 Hoe weegt het RIVM deze wetenschappelijke studies? Wat is het standpunt van het gerenommeerde Duitse Robert Koch Institut hieromtrent? Bent u bereid het OMT om nieuw advies te vragen inzake het dragen van mondkapjes in besloten en publieke ruimtes?

Vraag 10

Wat is de huidige opslag van mondkapjes in Nederland uitgesplitst tegen het type (FFP1, FFP2, et cetera)?

Vraag 11

Wat is de marktprijs voor het inkopen van een FFP1 mondkapje, hoeveel mondkapjes hiervan zijn op voorraad en hoeveel zouden op korte termijn geleverd kunnen worden?

Vraag 12

Bent u ervan op de hoogte dat de burgemeester van Rotterdam pleit om laboratoria desnoods te nationaliseren om de testcapaciteit snel drastisch te verbeteren? Op basis van welke wet- en regelgeving is dit mogelijk?

Vraag 13

Wat vindt u van de oproep van de burgemeester van Rotterdam dat er geen regionale maar landelijke maatregelen tegen corona genomen moeten worden?

Vraag 14

Wat is de afweging om regionaal versus landelijk beleid te voeren? Bij welke streefwaarde gaat het kabinet over naar landelijke maatregelen?

Vraag 15

Wat vindt u van een tweesporenbeleid? Dus geen regionale maatregelen maar bovenregionale maatregelen voor het land?

Vraag 16

Wat vindt u van de oproep van de directeur publieke gezondheid van de GGD, Sjaak de Gouw, dat de regio’s maatregelen beter op elkaar moeten afstemmen?4

Vraag 17

Bent u op de hoogte van de Duitse oproep om niet meer naar het buitenland af te reizen? Zo ja, wat vindt u hiervan? Bent u van plan dit voorbeeld te volgen?

Vraag 18

Welke lessen trekt het kabinet uit de Duitse aanpak?

Vraag 19

Deelt u de mening dat het OMT snel opnieuw bijeen moet komen om nieuwe adviezen uit te brengen om het reproductiegetal omlaag te brengen en het virus in te dammen?

Vraag 20

Kunt u deze vragen vóór 30 september 2020 één voor één beantwoorden?

Mededeling

De vragen van de Kamerleden Kröger (GL) en Klaver (GL) over het COVID-19 virus (2020Z17354) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van het uitstel is dat er meer tijd nodig voor afstemming met experts.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.

Naar boven