Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 3924 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 3924 |
Kent u de berichten «Erfenis van Wiebes: ongerept Schier gaat op de schop» en «Voorkom aanleg stroomkabels door kwetsbaar Wad»?1, 2
Klopt het dat u heeft gekozen voor de aanlanding en aansluiting van een elektriciteitskabel voor wind op zee, het zogenaamde tracé Eemshaven West, welke dwars door Schiermonnikoog en dwars door een kwetsbaar stuk van het Werelderfgoed Waddenzee loopt? Zo nee, wanneer zult u de definitieve keuze maken, waar hangt dit van af en is er nog ruimte voor de Kamer om input te leveren?
Er is nog geen besluit voor een tracé genomen. In januari van dit jaar is het voorkeursalternatief bekend gemaakt voor het tracé dat windpark Ten noorden van de Waddeneilanden moet aansluiten op het hoofdspanningsnet. Dit is tracé Eemshaven west geworden. Deze keuze is gemaakt vanuit de integrale effectenanalyse (IEA) waar naast een eerste fase milieueffectrapportage ook de aspecten omgeving, kosten, techniek en toekomstvastheid onderdeel van uitmaakte. Op dit moment wordt er verder gewerkt aan de uitwerking en optimalisatie van het tracé. Hierbij wordt er gekeken naar de exacte route en de mogelijke aanlegtechnieken en de impact hiervan. Deze verdere uitwerking wordt getoetst in de tweede fase milieueffectrapportage, inclusief Passende Beoordeling.
Parallel daaraan wordt de komende maanden in het kader van de Verkenning Aanlanding Wind op Zee 2030 (VAWOZ 2030) onderzocht welke verbindingen er door het Waddengebied nodig gaan zijn en welke mogelijkheden er hier nog voor zijn. Dit onderzoek wordt nadrukkelijk in samenwerking met regionale overheden en partijen in het Omgevingsberaad vormgegeven. In het najaar wordt bezien of de resultaten van deze onderzoeken consequenties hebben voor het gekozen voorkeursalternatief, hiervoor wordt het Omgevingsberaad ook om een advies gevraagd en de Beheerautoriteit Waddenzee nauw betrokken. In de tussentijd neem ik geen onomkeerbare stappen.
Het uiteindelijk vast te stellen voorkeursalternatief wordt vervolgens vastgelegd in een Ontwerp Inpassingsplan/Projectbesluit welke ter inzage wordt gelegd met het oog op formele inspraak.
Beaamt u dat er veel zorgen en weerstand zijn vanuit de regio en vanuit natuur- en milieuorganisaties over de mogelijke komst van het tracé Eemshaven West?
De afgelopen maanden heeft het project veel aandacht van uw Kamer, de natuur- en milieuorganisaties, het Omgevingsberaad, de Beheerautoriteit Waddenzee, de beheerders en de media gehad. En ik snap dat ook en ik deel de zorgen. In dit project komen de afspraken voor een duurzame energievoorziening samen met een zeer waardevol kwetsbaar Unesco Werelderfgoed natuurgebied dat we dienen te beschermen. De regio heeft ook behoefte aan inzicht in de totale opgave voor het Waddengebied, in ieder geval tot aan 2030. De komende maanden worden gebruikt om in het kader van de Verkenning Aanlanding Wind op Zee 2030 (VAWOZ 2030) te onderzoeken welke verbindingen er de komende periode door het Waddengebied nodig zijn om de klimaatdoelstellingen te realiseren. In het verlengde daarvan wordt ook onderzocht of er ruimtelijke mogelijkheden zijn om tevens de verduurzamingsambities van Noord Nederland te accommoderen. Gelijktijdig wordt het voorkeursalternatief voor Net op Zee Ten noorden van de Waddeneilanden (NOZ TNW) verder uit gewerkt zodat we beter inzicht hebben op het exacte tracé, de aanlegtechnieken en de impact van dit tracé. In het najaar wordt bezien of de resultaten van deze onderzoeken consequenties hebben voor het gekozen voorkeursalternatief. Ook heb ik aangegeven dat er tot die tijd geen onomkeerbare stappen worden gezet.
Beaamt u dat het lokaal bestuur, zoals gedeputeerde staten Groningen, in eerste instantie de voorkeur gaf aan het tracé Eemshaven Oost, maar dat u het lokaal bestuur heeft overtuigd van de onmogelijkheid van dit tracé? Zo nee, waarom niet?
In het regioadvies van dertien regionale en lokale overheden van oktober 2020 is er door de regiopartijen een sterke wens uitgesproken om de windenergie te laten aanlanden in de Eemshaven. De regio geeft aan dat de provincie Groningen zich positioneert als dé energieprovincie van Nederland. In dat kader wil de provincie graag grote hoeveelheden groene stroom laten aanlanden ten gunste van de verduurzaming van industrie in de Eemshaven/Eemsdelta en als stimulans van de (groene) waterstofeconomie in de regio, aansluitend bij het Waterstofinvesteringsplan Noord-Nederland.
Van de drie onderzochte tracés naar Eemshaven valt het tracé Eemshaven midden af omdat het naar verwachting niet vergunbaar is op grond van de Wet natuurbescherming vanwege de grote impact op natuur en milieu door grote baggervolumes en vertroebeling. Daarmee blijft een keuze over tussen de tracés Eemshaven west en Eemshaven oost. De regio geeft aan dat Eemshaven oost het beste aansluit bij de regionale belangen vanwege maatschappelijk draagvlak en ruimtelijke inpassing en -kwaliteit. Eemshaven west wordt door de regio ter overweging meegegeven omdat uit de IEA afgeleid kan worden dat het tracé Eemshaven oost niet haalbaar lijkt vanwege technische complexiteit, minimale ruimte en twijfels over tijdige toestemming vanuit Duitsland. Wat ik tevens meeweeg is de bredere context van de energietransitie en de planning die daarbij hoort. De ambitie voor wind op zee reikt immers verder dan de Routekaart 2030 en in de toekomst zijn meer aanlandingen nodig, naar verwachting met gelijkstroomkabels of waterstofleidingen. De aanleg hiervan heeft naar verwachting meer impact op de natuur dan de wisselstroomverbinding van het NOZ TNW project op het west tracé, dat als voorkeursalternatief is aangewezen. Aangezien het tracé Eemshaven oost vanuit milieuaspecten bekeken hiervoor beter geschikt lijkt wil ik dit tracé graag beschikbaar houden voor volgende verbindingen. Dit wordt nader onderzocht in de Verkenning Aanlanding Wind op Zee (VAWOZ) ter voorbereiding op de vaststelling van een nieuwe wind op zee opgave.
Beaamt u dat u het tracé Eemshaven Oost achter wilt houden voor toekomstige aanlandingen en dat u dit niet heeft gecommuniceerd in het regioadvies, waardoor essentiële informatie niet (tijdig) is gedeeld met de regio? Zo nee, waarom niet?
Het regioadvies is opgesteld door de regionale overheden. Ik heb met hen in juni 2020 de integrale effectenanalyse (IEA) gedeeld waarin zowel milieu informatie is opgenomen als omgevingsaspecten, technische impact, kosten en toekomstvastheid. Zowel in de IEA als in een gezamenlijk met de regionale overheden uitgevoerde Joint Fact Finding (zomer 2020) naar de mogelijkheden voor een kabelcorridor is de informatie over toekomstige aanlandingen gedeeld. In zijn reactie op het regioadvies waarin het voorkeursalternatief is gepresenteerd op 14 januari heeft toenmalig Minister Wiebes de motivatie met de regio gedeeld. In deze brief aan de regiopartijen, welke op 9 april ook met u is gedeeld geef hij aan dat hij de tracékeuze in de bredere context van de energietransitie plaats. «De ambitie voor wind op zee reikt immers verder dan de routekaart 2030 en in de toekomst zijn meer aanlandingen nodig. Als ik nu dit tracé zou kiezen, dan is er daarna geen ruimte meer voor de aanlanding van toekomstige windparken op zee. Toekomstige windparken op zee zullen verder uit de kust liggen en grotere vermogens hebben. Aanlanding met één of meer gelijkstroomkabels of waterstofleidingen ligt dan voor de hand. Deze verbindingen worden met groter en zwaarder materieel aangelegd en hebben daardoor meer effect op de natuur dan een wisselstroomverbinding. Aangezien het tracé Eemshaven oost vanuit milieuaspecten bekeken hiervoor beter geschikt lijkt wil ik dit tracé graag beschikbaar houden voor volgende verbindingen van wind op zee die zoals gezegd tijdens aanleg een grotere impact zullen hebben op de natuur.»
Vindt u dat stakeholders voldoende zijn meegenomen en er maatschappelijk draagvlak bestaat voor het tracé Eemshaven West? Zo ja, waarom heeft u in uw proces tot het komen van deze keuze de nieuwe Waddengovernance: Beheerautoriteit Wadden en Omgevingsberaad Wadden niet betrokken?
Er loopt al ruim twee jaar een proces waarbij zowel met verschillende omgevingspartijen, regionale overheden als met individuele bewoners is gesproken. In een veelvoud aan werksessies, bewonersavonden en raadsavonden is in eerste instantie gesproken over welke tracés er onderzocht moeten worden. Dit heeft geresulteerd in negen onderzochte tracés waarvan er vier door de omgeving zijn ingebracht. Uiteindelijk hebben de dertien regionale overheden gezamenlijk een advies gegeven op basis van de Integrale Effecten Analyse, de milieueffectrapportage, de reactie van Rijkswaterstaat in zijn hoedanigheid als beheerder van de Waddenzee en het advies van de Commissie m.e.r. Deze zijn door de regionale overheden voorgelegd aan de eigen Raden en Staten. Het tracé Eemshaven West was in dit regioadvies nadrukkelijk een optie omdat ook de decentrale overheden de complexiteit van het oostelijk tracé herkennen.
De nieuwe Waddengovernancestructuur is tot stand gekomen parallel aan de voorbereiding van besluitvorming over een voorkeurstracé voor TNW. Verschillende individuele organisaties betrokken bij onder meer het Omgevingsberaad zijn vanaf het begin van het project betrokken geweest in verschillende bijeenkomsten. Het Omgevingsberaad bestaat sinds januari 2020 en de Beheerautoriteit Waddenzee is op 1 maart 2020 van start gegaan. Er is goed contact met het Omgevingsberaad over de keuze van een tracé en er zijn contacten met de Beheerautoriteit Waddenzee als onderdeel van de nieuwe governance over toekomstige kabels en over de studie naar innovatieve technieken om de Wadden te doorkruisen die in het kader van de VAWOZ wordt gedaan.
Ook zal het Omgevingsberaad om advies gevraagd worden en de Beheerautoriteit Waddenzee wordt nauw betrokken. In de tussentijd neem ik geen onomkeerbare stappen.
Bent u bereid om alsnog een tracé te kiezen dat past bij de regionale voorkeur en minder schade aan de natuur zal opleveren? Zo nee, waarom niet?
In mijn brief van 18 mei jl. (Kamerstuk 35 092, nr. 27)3 heb ik aan u aangegeven dat er momenteel verder gewerkt wordt aan de uitwerking van het tracé Eemshaven west. Hierbij wordt er gekeken naar de exacte route, de mogelijke aanlegtechnieken en de impact hiervan. Deze verdere uitwerking wordt getoetst in de tweede fase milieueffectrapportage, inclusief Passende Beoordeling.
Parallel wordt komende maanden in het kader van de Verkenning Aanlanding Wind op Zee 2030 (VAWOZ 2030) onderzocht welke verbindingen er de komende periode door het Waddengebied nodig gaan zijn en welke ruimtelijke mogelijkheden er hier nog voor zijn. In het najaar bekijk ik of de resultaten van deze onderzoeken consequenties hebben op het gekozen voorkeursalternatief. Hierbij weeg ik zowel de natuureffecten van de TNW kabel als de natuureffecten van toekomstige kabels. Zo kan er integraal een toekomstbestendige en verstandige keuze worden gemaakt met de minste schade voor de natuur. Voor deze keuze wordt het Omgevingsberaad om advies gevraagd en de Beheerautoriteit Waddenzee wordt nauw betrokken. In de tussentijd neem ik geen onomkeerbare stappen.
Welke rol hebben en hadden uw collega’s, de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, bij de beslissing over de locatie voor de aanleg van een elektriciteitskabel in zee?
Samen met mijn collega van BZK ben ik verantwoordelijk voor de keuze van het voorkeursalternatief en de ruimtelijke besluiten die hierbij horen op grond van de Rijkscoördinatieregeling. De Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit betrek ik vanuit hun eigen rollen, verantwoordelijkheden en expertise bij deze besluitvorming. Daarnaast is Rijkswaterstaat door EZK – zoals te doen gebruikelijk – informeel geraadpleegd als beheerder van de Waddenzee en is daarnaast bevoegd gezag voor de Waterwet en de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken.
Klopt het dat het tracé Eemshaven Oost vanuit milieuaspecten, zoals ook blijkt uit de uitgevoerde Milieu Effect Rapportage, het meest optimale tracé is? Zo nee, waarom niet?
Alle tracés hebben op milieuaspecten negatieve effecten. Waarbij Eemshaven oost het kleinste aantal negatieve beoordelingen heeft van de alternatieven naar de Eemshaven, de tracés naar Burgum hebben minder milieueffecten en zijn goedkoper maar konden op onvoldoende draagvlak rekenen bij de regionale overheden. Hiermee kan niet direct worden gesteld, dat Eemshaven Oost het meest optimale tracé is naar de Eemshaven vanuit milieu optiek, omdat de aard en omvang van het effect en mitigeerbaarheid en mogelijkheden tot optimalisatie van het tracé van invloed zijn op de totale milieu impact. Uit de uitgevoerde milieueffectrapportage blijkt ook dat voor de route Eemshaven Oost er nog steeds sprake is van tijdelijke negatieve milieueffecten. En daar zit het dilemma. De keuze voor het voorkeurstracé is een integrale afweging waarbij ook toekomstvastheid, omgeving, kosten en techniek criteria zijn. In het kader van toekomstvastheid kijk ik verder dan alleen één project. In vraag vier heb ik verdere uitleg gegeven over waarom voor de project kiezen voor het west tracé per saldo zorgt voor minder impact op het milieu.
Waarom legt u de Agenda voor het Waddengebied 2050, die pas is getekend door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, naast u neer, door uw keuze voor het tracé Eemshaven West?
De Agenda voor het Waddengebied beschrijft de ontwikkelingen en opgaven waarvoor het gebied staat. In de Agenda wordt precies het dilemma beschreven waar ik ook voor sta. Noord-Nederland heeft de ambitie om koploper te zijn in de energietransitie. Tegelijkertijd speelt deze transitie zich af in en rond een kwetsbaar werelderfgoed Waddenzee waarbij natuur en het open landschap belangrijke kernwaarden zijn. Tevens behoort het kustgebied tot een van de beste landbouwgronden van Europa. Hierbij worden als opgaven genoemd het benutten van de kansen die de energietransitie met zich mee brengt voor behoud en versterking van de werkgelegenheid in het Waddengebied. En het op een zorgvuldige manier, met zo min mogelijk effect op de natuurwaarden, aanleggen van kabels en (buis)leidingen voor de energietransitie door de Waddenzee en in het Waddengebied. Dat is ook mijn ambitie.
Door met dit windpark aan te landen in de Eemshaven wordt er gehoor gegeven aan de energieambitie in Noord-Nederland en rekening gehouden met het uitgangspunt in de Agenda dat de aanleg van kabels en buisleidingen door de Waddenzee van de Noordzee naar het vaste land en naar de Waddeneilanden in beginsel dient aan te sluiten bij bestaande corridors (westzijde nabij Den Helder en oostzijde nabij de Eemshaven) Het VKA is zo gekozen dat de bestaande corridor optimaal kan worden gebruikt voor toekomstige verbindingen en de natuur effecten van meerdere kabels per saldo het kleinst zijn.
Beaamt u dat in milieueffectrapport (MER) fase 2 zal blijken of het voorkeursalternatief Eemshaven West zonder «significante natuurschade» door het Wad kan gaan? Wat wordt beschouwd als «significante natuurschade» en bij welke verwachte natuurschade kan het tracé geen doorgang vinden?
Op dit moment wordt in MER fase 2 het tracé nader uitgewerkt en onderzocht om significante effecten te kunnen beoordelen. Er is geen kwantitatieve normering om significantie te bepalen. De beoordeling van significantie vindt plaats door ecologen en wordt getoetst door LNV in de vergunningen procedure op basis van de Wet natuurbescherming.
Onderdeel van MER fase 2 is een Passende Beoordeling. Uit de Passende Beoordeling zal moeten blijken of er na mitigerende maatregelen nog sprake is van significante negatieve effecten. Het tracé heeft geen doorgang als er significante effecten zijn èn als er minder schadelijke alternatieven beschikbaar zijn of compensatie niet mogelijk blijkt.
Ja dit proces loopt nu in nauwe samenwerking met de betrokken decentrale overheden en de betrokken stakeholders.
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de randvoorwaarden worden omgezet in harde garanties, waar niet van mag worden afgeweken? Kunt u toezeggen dat álle te nemen natuurmaatregelen stuk voor stuk bindend worden opgenomen in het inpassingsplan?
Naast de wettelijke natuurherstelmaatregelen heb ik met de decentrale overheden afgesproken dat er bij dit project een pakket aan «plus-maatregelen» komt. Dit zijn maatregelen waarmee we ons ten doel stellen om het gebied daar waar mogelijk binnen dit project te versterken op het gebied van landbouw, natuur en energietransitie. De maatregelen komen samen met de omgeving tot stand en zullen worden geborgd in het inpassingsplan of het bijbehorende landschapsplan.
Beaamt u dat de werkzaamheden voor de aanleg van de kabel gedurende minstens vier jaar een enorme aanslag zullen vormen op de flora en fauna van Schiermonnikoog en dat hiermee ook voor vier jaar de stilte en ongereptheid van het Nationaal Park Schiermonnikoog in gevaar zijn? Zo nee, waarom niet?
Momenteel wordt er aan de optimalisatie van het tracé en de aanlegtechnieken gewerkt. Afhankelijk van de gekozen techniek zullen de werkzaamheden op Schiermonnikoog variëren van grofweg enkele weken tot ongeveer vier. Tijdens de aanleg zal er gekeken worden of op werkterreinen bijvoorbeeld maatregelen getroffen kunnen worden om eventuele overlast voor de natuur te minimaliseren. Hierbij kunt u denken aan bijvoorbeeld speciale groene lampen, geluidsschermen en het vermijden van bijvoorbeeld het broedseizoen. De werkzaamheden van het totale project zullen naar verwachting vier jaar bedragen. Echter zal er niet op alle plekken gelijktijdig worden gewerkt.
Kunt u inzicht geven in de aard (maatregelen) en omvang (budget) van de compensatie die nodig zal zijn om schade aan de natuur te «repareren» bij uw keuze voor aanlanding van tracé Eemshaven West (dwars door Schiermonnikoog, door Werelderfgoed Waddenzee, door kwelders en door akkergronden)? Zo nee waarom niet?
Momenteel wordt het VKA-tracé geoptimaliseerd, op basis van het uiteindelijke tracé kan de (wettelijke) compensatie- en mitigatieopgave pas bepaald worden. Het is nu nog te vroeg in het proces om hier antwoord op te geven.
Wel is er al een Pilot met de Natuur- en Milieufederaties (NMF’s) van Fryslân en Groningen gestart toen er nog 9 tracés in onderzoek waren, dus voordat het voorkeurstracé bekend werd gemaakt. De NMF's hebben, samen met hun achterban, ideeën aangeleverd ten behoeve van de ecologische inpassing. Op basis hiervan is voor het voorkeurstracé Eemshaven west een selectie gemaakt. Deze selectie van ideeën worden in een werkgroep met natuur- en milieuorganisaties verder besproken en uitgewerkt. Voorbeelden hiervan zijn: het vergroten van bestaande oester- en mosselbanken en zeegrasvelden of extra herstelwerkzaamheden aan de kwelders. De uitkomst van de uitgewerkte ideeën zullen worden benut bij het verdere traject.
Naast de wettelijke compensatie in de vorm van natuurherstel heb ik aangeven dat er ook een pakket aan «plus»-maatregelen opgesteld kan worden om onder andere de natuur te versterken. Hier kunnen de voorgestelde ideeën uit de eerder genoemde Pilot voor bekeken worden, maar ook kunnen er nog nieuwe ideeën door de stakeholders aangedragen worden.
Klopt het dat het datacenter van Google gaat uitbreiden in de Eemshaven? Zo ja, wat is de stand van zaken? Zijn er bijvoorbeeld al vergunningen aangevraagd of vergeven?
Kunt u aangeven hoeveel stroom, afkomstig van de windmolens in de Waddenzee, zal gaan naar het datacenter van Google en de mogelijke uitbreiding ervan?
Alle stroom van windpark Ten noorden van de Waddeneilanden komt terecht op het Nederlandse Hoogspanningsnet en zal zodoende generiek beschikbaar zijn voor zowel bedrijven als bewoners.
Hoeveel windstroom zal er naar de industrie in de Eemshaven gaan? Welke andere plannen liggen klaar voor de Eemshaven, zoals dat voor de bouw van een elektrolyser voor groene waterstof? Hoeveel groene windstroom zal hiervoor ingezet worden?
De plannen van het Industriecluster Eemshaven zijn vastgelegd in de Cluster Energie Strategie (CES) van Noord Nederland. Er is een forse groei van duurzame elektriciteit (met name wind op zee) nodig om de elektrificatie en vergroening van de industrie (met behulp van groene waterstof) te kunnen faciliteren. De vraag naar (duurzame) elektriciteit zal volgens plannen van de provincie Groningen groeien van 408 MW in 2020, naar 7.125 MW in 2030.
Klopt het dat onder het tracé Eemshaven Oost mogelijk munitie-depots liggen, waar dan een elektriciteitskabel dwars doorheen moet?
Nee, voor zover bekend, ligt er in het tracé Eemshaven Oost geen munitiedepot. Wel bestaat er in de Waddenzee altijd een kans op de aanwezigheid van losse zeemijnen. In het oostelijke tracé is de kans op de aanwezigheid van die zeemijnen groter. Dit volgt uit onderzoeken van mer fase 1. Bij de overige alternatieve tracés is de kans op aanwezigheid van zeemijnen minder groot of niet aanwezig.
Biedt de aanleg van een kabel, in dit geval meerdere kabels via het oostelijke tracé dan niet juist niet een goede gelegenheid om deze depots samen met de Duitsers op te ruimen, om te voorkomen dat munitie verroest en mogelijk de natuur zal aantasten?
Oude depots in het Oostelijke tracé (Eems estuarium) zijn, voor zover bekend, inmiddels geruimd en dus niet meer aanwezig.
NRC, 22 april 2021 «Erfenis van Wiebes: ongerept Schier gaat op de schop» (https://www.nrc.nl/nieuws/2021/04/22/erfenis-van-wiebes-ongerept-schier-gaat-op-de-schop-a4040912).
Leeuwarder Courant, 13 arpil 2021 «Voorkom aanleg stroomkabels door kwetsbaar Wad» (https://www.lc.nl/opinie/Voorkom-aanleg-stroomkabels-door-kwetsbaar-Wad-26762925.html).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-3924.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.