Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de uitspraak van de afdeling bestuursrechtsspraak van de Raad van State inzake een milieubeoordeling voor windturbinenormen (ingezonden 30 juni 2021).

Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat), mede namens Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 6 september 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtsspraak van de Raad van State van vanochtend, die stelt dat dat voor Nederlandse windturbinenormen een milieubeoordeling gemaakt had moeten worden?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u er tevens mee bekend dat de windturbinenormen in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling niet gebruikt mogen worden tot een dergelijke milieubeoordeling gemaakt is?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Deelt u de conclusie dat hierdoor iedere besluitvorming over windturbineparken per direct opgeschort dient te worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Nee, deze conclusie deel ik niet. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) oordeelt in de uitspraak dat voor de algemene milieuregels voor windturbines (opgenomen in het Activiteitenbesluit) een milieueffectrapportage (mer) had moeten worden opgesteld. Nu dat niet is gebeurd, zijn deze algemene regels strijdig met het EU-recht en mogen ze niet meer worden toegepast. Voor één of twee losse windturbines blijven de algemene regels wel gelden. Voor windparken met 3 windturbines of meer kan de besluitvorming ook doorgaan, als het bestuursorgaan door hem gekozen normen hanteert die voorzien zijn van een actuele, deugdelijke, op zichzelf staande en op de aan de orde zijnde situatie toegesneden motivering. In dat geval wordt immers niet aangesloten bij de algemene milieuregels.

Vraag 4

Bent u bereid te bewerkstelligen dat ook op gemeentelijk vlak besluitvorming over de plaatsing van windturbines per direct wordt opgeschort? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Nee, hiertoe ben ik niet bereid. Gemeenten hebben de mogelijkheid om een eigenstandige afweging te maken t.a.v. de hinder- en milieuaspecten, zie het antwoord op vraag 3. Het realiseren van windturbines levert een belangrijke bijdrage aan het behalen van de klimaatdoelstellingen, in het bijzonder de doelstelling van 35 TWh hernieuwbaar op land in 2030.

Vraag 5, 6

Welke gevolgen heeft deze uitspraak voor de rechtsgeldigheid van reeds vergunde windparken?

Welke juridische gevolgen van deze uitspraak verwacht u voor reeds bestaande windparken?

Antwoord 5, 6

Zoals aangegeven in mijn brief van 6 juli 20211 ga ik er op basis van de uitspraak van de Raad van State vanuit dat bestaande windturbineparken in bedrijf kunnen blijven. De uitspraak heeft niet tot gevolg dat bestaande vergunningen of bestemmingsplannen niet meer geldig zijn. De uitspraak leidt er immers niet toe dat vergunningen of bestemmingsplannen van rechtswege komen te vervallen.

Vraag 7

Wilt u deze vragen nog voor 9 juli 2021 beantwoorden?

Antwoord 7

Op verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heb ik u op 6 juli 2021, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, geïnformeerd over de gevolgen van de uitspraak.2De beantwoording van uw vragen is in lijn daarmee zo spoedig mogelijk verzonden.

Naar boven