Vragen van het lid Klink (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over aandacht
voor het buitenland bij Pride Amsterdam (ingezonden 6 augustus 2021).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 27 augustus 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Aandacht voor het buitenland bij Pride Amsterdam: «Ik
voelde me geen burger»»?1
Vraag 2 en 3
Klopt het bericht dat ongeveer een derde van de wereldbevolking (ruim 2 miljard mensen)
leeft in de het artikel genoemde 71 landen (Zero Flags Project), waar homoseksualiteit verboden is? Wat vindt u daarvan?
Deelt u de mening dat iedereen zichzelf mag zijn en dat we geen onderscheid maken
tussen hetero’s, homo’s, lesbiennes, biseksuelen, transgenders en interseksuelen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Het klopt dat homoseksualiteit in 71 landen strafbaar is. Het kabinet staat pal voor
het recht van LHBTI-personen om te zijn wie ze zijn. Nederland is een uitgesproken
tegenstander van strafbaarstelling op basis van seksuele oriëntatie en genderidentiteit.
Gelijke rechten voor iedereen zijn daarbij het uitgangspunt. Het non-discriminatiebeginsel,
verankerd in diverse mensenrechtenverdragen, ligt aan de basis van dat uitgangspunt.
Strafbaarstelling van homoseksualiteit druist daar tegenin en is onaanvaardbaar.
Het kabinet zal zich daarom blijven inzetten voor het decriminaliseren van seksuele
oriëntatie en genderidentiteit, het tegengaan van discriminatie en geweld en het bevorderen
van sociale acceptatie van LHBTI-personen.
Vraag 4 en 5
Ontvangen één of meerdere van deze 71 landen steun via ontwikkelingshulp of andere
gelden van het Ministerie van Buitenlandse Zaken? Zo ja, waarom en hoeveel per land?
En wat is de motivatie om landen waar homoseksualiteit verboden is, met Nederlands
belastinggeld financieel te ondersteunen?
Deelt u de mening dat we niet met Nederlands belastinggeld onderdrukking moeten stimuleren
en dat stopzetten van subsidies (ontwikkelingsgeld of andere gelden van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken) aan deze landen het beste middel is om verbod op homoseksualiteit
en haat tegen LHBTI’ers tegen te gaan? Zo ja, wat gaat u eraan doen om de subsidies
af te bouwen en in welk tempo? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4 en 5
Het maatschappelijk middenveld in meerdere van deze 71 landen ontvangt gelden van
het Ministerie van Buitenlandse Zaken via diverse fondsen. De mensenrechtensituatie
in een land is geen reden om daar geen activiteiten te financieren. Juist in landen
waar mensenrechten onder druk staan wil Nederland via lokale maatschappelijke organisaties
en mensenrechtenverdedigers werken aan de verbetering hiervan. Mensenrechten inclusief
gelijke rechten voor LHBTI-personen vormen immers de grondslag voor een democratische
en inclusieve samenleving. Het mensenrechtenbeleid is één van de hoekstenen van het
Nederlandse buitenland- en ontwikkelingssamenwerkingsbeleid.
Om verbod op homoseksualiteit en haat jegens LHBTI-personen tegen te gaan financiert
Nederland diverse maatschappelijke organisaties die zich inzetten om mensenrechtensituaties,
en de positie van LHBTI-personen, te verbeteren.
Vraag 6
Wat heeft u de afgelopen jaren gedaan via het beleid van Ontwikkelingssamenwerking
om verbetering te geven aan de positie van LHBTI’ers?
Antwoord 6
Nederland spant zich via diverse diplomatieke kanalen, zowel op bilateraal als multilateraal
niveau, in om de positie van LHBTI-personen te verbeteren.
Vanuit diverse OS-fondsen zijn middelen beschikbaar gesteld om de positie van LHBTI-personen
wereldwijd te verbeteren (zie voor een overzicht van activiteiten: Home | NL Ontwikkelingssamenwerking). Zo is er vanuit het beleidskader Versterking Maatschappelijk Middenveld en voorheen
Samenspraak en Tegenspraak aandacht voor de bevordering van de gelijke rechten voor
LHBTI-personen. Binnen dit beleidskader zullen diverse strategische partnerschappen
worden uitgevoerd waarbij lokale maatschappelijke organisaties werken aan het tegengaan
van systematische exclusie, discriminatie, en onderdrukking van LHBTI-personen. Hierbij
staat het steunen van lokale LHBTI organisaties en LHBTI personen centraal om verandering
van binnenuit de samenleving te stimuleren.
Daarnaast worden projecten gefinancierd via het Mensenrechtenfonds (zie de Mensenrechtenrapportage
2020, Kamerstuk 32 735, nr. 320).2