Vragen van de leden Brekelmans en Van der Woude (beiden VVD) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Pride optocht Georgië afgeblazen na bestorming LHBTI-kantoor» (ingezonden 8 juli 2021).

Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Zaken), mede namens Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 27 augustus 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3501.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Pride optocht Georgië afgeblazen na bestorming LHBTI-kantoor»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het geweld, het vandalisme, en de bedreigingen waarvan deelnemers aan de Pride optocht, organisatoren en journalisten in Tbilisi slachtoffer zijn geworden?

Antwoord 2

Ik veroordeel dit geweld. Dit is ook uitgesproken in de gezamenlijke verklaring die in de middag van 5 juli is uitgegaan van een aantal ambassades en internationale vertegenwoordigingen in Georgië, waaronder de VN, VS, EU Delegatie en een aantal landen waaronder Nederland. In deze verklaring werden de Georgische leiders en de politie opgeroepen om snel te handelen om allen te beschermen die van hun grondwettelijke rechten gebruik wilden maken om samen te komen en om journalisten te beschermen die vrijheid van pers uitoefenen. Ook werden de autoriteiten in deze verklaring opgeroepen om geweld publiekelijk te veroordelen.

Vraag 3

Hoe beoordeelt u deze verklaring van Tblisi Pride: «De autoriteiten hebben de veiligheid van de gemeenschap en onze supporters niet gewaarborgd. We kunnen niet straten vol gewelddadige mensen op gaan, die gesteund worden door de autoriteiten en het patriarchaat, en zo mensenlevens in gevaar brengen»?2 Hebben de autoriteiten vooraf en tijdens de gewelddadigheden voldoende gedaan om de veiligheid van deelnemers en journalisten te beschermen?

Antwoord 3

Ik deel de inschatting van Tbilisi Pride dat deelnemers aan de Pride vanwege de gewelddadigheden op 5 juli te grote veiligheidsrisico’s liepen en dat de Pride organisatie daarom niet anders kon dan de «March of Dignity» afgelasten.

Twee eerdere evenementen in het kader van Tbilisi «Pride Week» konden onder beveiliging van de politie plaatsvinden: een filmvertoning (op 1 juli in een nachtclub in het centrum) en het muziekfestival «Queer Fest» (op 3 juli, op een open locatie buiten het centrum). Voor dit «Queer Fest» leverde de ambassade een financiële bijdrage. Aan beide evenementen werd deelgenomen door de Nederlandse ambassadeur.

Volgens het Georgische Ministerie van Binnenlandse Zaken zijn op 5 juli 3.200 politieagenten ingezet, verspreid over verschillende locaties. Deze inzet is niet voldoende geweest om de veiligheid van deelnemers en journalisten te beschermen, getuige de bestorming van het Pride kantoor, de agressie richting andere kantoren en het geweld tegen de deelnemers en journalisten. Op 11 juli overleed cameraman Lekso Lashkarava, een van de journalisten die bij de gewelddadigheden op 5 juli was aangevallen.

Het is dan ook van belang dat de Georgische overheid grondig onderzoek doet naar de gewelddadigheden, vanuit de verantwoordelijkheid van de autoriteiten om de vrijheid van meningsuiting, vereniging en media te beschermen, evenals de rechten van LHBTI. Het is daarbij cruciaal dat de Georgische overheid niet alleen strafrechtelijk onderzoek doet naar misdrijven die op de dag zelf zijn gepleegd (dit onderzoek is gestart), maar ook strafrechtelijk onderzoek naar de organisatoren van gewelddadige tegendemonstraties en naar uitingen van hate speech en bedreigingen.

Vraag 4

Op welke manier heeft Nederland aangedrongen bij de autoriteiten in Georgië om de Pride-optocht adequaat te beschermen? Op welke niveaus heeft Nederland contact gezocht met Georgië om de veiligheidsrisico’s en de uit de hand gelopen situatie in Tblisi aan te kaarten? Wat hebben deze gesprekken opgeleverd?

Antwoord 4

Op 30 juni heeft de Nederlandse ambassadeur samen met andere ambassadeurs en diplomatieke vertegenwoordigers de Minister van Binnenlandse Zaken in een gezamenlijke demarche opgeroepen om de veiligheid van alle Pride evenementen te waarborgen, inclusief de mars op 5 juli. Daarbij onderstreepte Nederland het belang van een geslaagde Pride in het kader van vrijheid van vereniging en meningsuiting, onder bescherming van de staat, inclusief bescherming van LHBTI-rechten als universele mensenrechten. De Minister gaf aan dat de politie de veiligheid van een mars op 5 juli in een open ruimte in het centrum niet kon waarborgen.

Eveneens op 30 juni riepen de ambassades en vertegenwoordigingen van de VN, VS, EU Delegatie, Nederland en andere landen de Georgische autoriteiten in een publieke verklaring op om de vrijheid van vereniging en meningsuiting tijdens «Pride Week» te beschermen en om alle evenementen mogelijk te maken zonder dat deelnemers moesten vrezen voor haat en geweld.

Op 1 juli gaf het Ministerie van Binnenlandse Zaken een verklaring uit waarin het ministerie aangaf voor adequate veiligheidsmaatregelen te zorgen bij het evenement later die dag (de filmvertoning) en daartoe in contact te staan met de organisatoren van het evenement

Op 4 juli, aan de vooravond van de geplande mars, heeft de Nederlandse ambassadeur op niveau viceminister opnieuw om bescherming voor de Pride mars en de deelnemers gevraagd.

Vraag 5

Was de Nederlandse ambassadeur voornemens om deel te nemen aan de Pride-optocht? Wat waren hierbij de belangrijkste overwegingen?

Antwoord 5

Ja. Hiermee wilde de Nederlandse ambassadeur solidariteit tonen met de LHBTI-gemeenschap in Georgië en het belang onderstrepen dat iedereen vrij en zonder vrees gebruik moet kunnen maken van het recht op vereniging en meningsuiting, zoals in de Grondwet van Georgië is verankerd. Toen de gewelddadigheden op 5 juli uitbraken is na een zorgvuldige afweging besloten om om veiligheidsredenen af te zien van deelname, en zag ook de Pride organisatie zich genoodzaakt om de mars af te gelasten.

Vraag 6

Hoe heeft Nederland zich ingezet om tijdens de gewelddadigheden de slachtoffers een veilige plek te bieden?

Antwoord 6

Tijdens de gewelddadigheden op 5 juli heeft de Nederlandse ambassadeur bij de autoriteiten op niveau viceminister zorgen geuit over de veiligheid van de Pride organisatoren en gevraagd om hen bescherming te bieden. In reactie werd aangegeven dat de politie zijn uiterste best deed om op gewelddadigheden te reageren of te voorkomen.

In de middag van 5 juli riep een aantal ambassades, waaronder Nederland, de Georgische leiders en de politie in een publieke verklaring op om snel te handelen om iedereen te beschermen en om geweld publiekelijk te veroordelen.

Op 6 juli is de Pride organisatie een crowdfunding begonnen om transport te kunnen huren, waarmee Pride-medewerkers zich veilig kunnen verplaatsen zonder van openbaar vervoer gebruik te hoeven maken. De ambassade heeft in contact met Pride aangegeven dat zij hiervoor ook het noodfonds kunnen inzetten, dat deel uitmaakt van het project waarmee de ambassade Tbilisi Pride als organisatie uit het Mensenrechtenfonds ondersteunt.

Vraag 7

Wat gaat Nederland in de toekomst doen om eraan bij te dragen dat de Pride in Georgië veilig kan plaatsvinden?

Antwoord 7

Nederland blijft deelnemen aan overleg met andere ambassades, internationale organisaties en de LHBTI-gemeenschap inclusief Pride om te bepalen hoe het beste kan worden bijgedragen dat Pride in Georgië veilig kan plaatsvinden en hoe kan worden bijgedragen aan het vergroten van tolerantie en bevordering van gelijke rechten voor LHBTI in Georgië, zoals we ook in andere landen doen

Nederland zal bilateraal en in EU-verband blijven aandringen op onderzoek door de Georgische autoriteiten naar de gewelddadigheden op 5 juli. Ook zal Nederland via diverse kanalen de autoriteiten blijven oproepen om zich in te zetten voor een veilige Pride.

In de jaarlijkse EU-Georgië mensenrechtendialoog op 6 juli jl., heeft de EU grote zorgen geuit over de gebeurtenissen van 5 juli. In de gezamenlijke persverklaring veroordeelden de EU en Georgië de onaanvaardbare aanvallen tegen activisten en media, die hebben geleid tot afgelasting van de mars. Georgië bevestigde dat het onderzoek naar de gewelddadigheden is gestart. Ook werd gesproken over het belang om hate speech aan te pakken, evenals oproepen tot haat en intolerantie.

Op 15 juli richtten de EU ambassadeurs in Georgië inclusief Nederland zich in een open brief tot de Minister van Binnenlandse Zaken, kopie aan de premier en aan de Ministers van Justitie en van Buitenlandse Zaken, waarin zij hun zorgen uitten over het geweld op 5 juli en betreurden dat de autoriteiten niet publiekelijk hadden opgeroepen om Pride te beschermen, andere noodzakelijke maatregelen hadden genomen om hate speech te voorkomen en uiteindelijk onvoldoende bescherming hadden geboden. Ook werd in deze brief opgeroepen tot onderzoek naar de gewelddadigheden en tot handhaving van de rechtsstaat, inclusief het voorkomen van oproepen tot haat en intolerantie.

Nederland blijft zich ook in bredere zin inzetten voor de bevordering van gelijke rechten en bescherming van LHBTI in Georgië. Uit het Mensenrechtenfonds worden in Tbilisi verschillende LHBTI-organisaties inclusief Tbilisi Pride ondersteund. Hiermee worden activiteiten uitgevoerd, die zijn gericht op capaciteitsopbouw, grotere acceptatie in de samenleving, betere bescherming (o.a. juridische bijstand), meer begrip voor LHBT in onderwijs, gezondheidszorg, media en politiek.

Het Ministerie van OCW verleent financiële steun aan ILGA Europe om ook in landen buiten de EU LHBTI-organisaties te helpen in capaciteitsopbouw.


X Noot
1

NOS.nl, 5 juli 2021, «Pride-optocht in Georgië afgeblazen na bestorming LHBTI-kantoor» (https://nos.nl/artikel/2388049-pride-optocht-georgie-afgeblazen-na-bestorming-lhbti-kantoor).

X Noot
2

NOS.nl, 5 juli 2021, «Pride-optocht in Georgië afgeblazen na bestorming LHBTI-kantoor» (https://nos.nl/artikel/2388049-pride-optocht-georgie-afgeblazen-na-bestorming-lhbti-kantoor).

Naar boven