Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over wettelijk
tuchtrecht voor verzekeraars (ingezonden 14 juli 2021).
Mededeling van Minister Hoekstra (Minister van Financiën) (ontvangen 17 augustus 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de blogs «De Tuchtraad op de schop» en «De Tuchtraad financiële
dienstverlening: de nieuwe kleren van de keizer»?1 2
Vraag 2
Klopt het dat in 2008/2009 het Verbond van Verzekeraars de mogelijkheid tot het indienen
van tuchtklachten flink heeft beperkt? Klopt het dat dit destijds tegen de zin in
van de Tuchtraad is gebeurd? Bent u van mening dat het Verbond hierbij op juiste wijze
gebruik heeft gemaakt van het recht tot zelfregulering? Zo ja, waarom?
Vraag 3
Acht u het juist dat het Verbond, Kifid en de tuchtraad, na de afschaffing van het
recht van verzekerden om een tuchtklacht in te dienen, nooit (adequaat) bekend hebben
gemaakt, niet individueel en ook niet collectief, dat verzekerden nog wel een tuchtklacht
konden indienen bij het Kifid? Bent u bereid deze mogelijkheid, in ieder geval tot
het wettelijk tuchtrecht geregeld is alsnog zo breed mogelijk onder de aandacht te
(laten) brengen?
Vraag 4
Als het tuchtrecht straks wettelijk geregeld wordt, heeft het Verbond van Verzekeraars
dan nog wat te zeggen over in welke gevallen wel of geen tuchtrecht plaats mag vinden?
Zo ja, in welke gevallen precies en waarom acht u dat wenselijk?
Vraag 5
Bent u voornemens om in het tuchtrecht, dat in de komende periode voor de verzekeringsbranche
zal worden ingevoerd, aan de verzekerden het recht terug te geven om eigenstandig
en direct (dus niet via een omweg) tuchtklachten te kunnen indienen bij de Tuchtraad?
Zo ja, hoe gaat dit er precies uitzien? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Wat is de rechtvaardiging voor het gegeven dat met het in te stellen wettelijk tuchtrecht
voor de verzekeringsbranche er geen veroordelingen en sancties tegen personen opgelegd
zullen kunnen worden, maar alleen tegen de maatschappijen opgetreden kan worden? Kunt
u bevestigen dat hiermee wordt afgeweken van de gangbare regels van tuchtrecht in
Nederland waarbij individuen wel degelijk persoonlijk aansprakelijk gehouden kunnen
worden?
Vraag 7
Bent u het er mee eens dat het niet wenselijk is dat een advocaat die in dienst is
van de verzekeraar wel persoonlijk aangesproken kan worden, maar wanneer je geholpen
wordt door een hbo-geschoolde jurist of andere rechtshulpverlener van de verzekeraar
alleen de maatschappij aangesproken kan worden via het tuchtrecht? Zou het niet beter
zijn om het tuchtrecht, analoog aan het tuchtrecht bij de banken, ook voor individuen
van toepassing te laten zijn in de verzekeringsbranche? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Acht u het wenselijk dat op dit moment de bestaande Tuchtraad slechts waarschuwingen
en berispingen kan geven, terwijl zwaardere sancties louter door het Verbond van Verzekeraars
kunnen worden opgelegd? Zo ja, waarom acht u dit in lijn met de onafhankelijke tuchtrechtspraak
zoals die in ons land geldt? Zo nee, bent u bereid met het instellen van wettelijk
tuchtrecht ook te regelen dat de tuchtrechtspraak de bevoegdheid krijgt om het volledige
palet aan sancties op te leggen en daarmee de zwaardere sancties dus uit de bevoegdheidssfeer
van het Verbond weg te halen?
Vraag 9
Hoe wilt u de onafhankelijkheid van de stichting Tuchtraad financiële dienstverlening
waarborgen? Bent u het er mee eens dat het onwenselijk zou zijn om de huidige procedure
voort te zetten, waarbij een beoogd nieuw bestuurslid eerst aan het Verbond voorgelegd
wordt, dat vervolgens de benoeming daarvan kan beletten? Zo ja, hoe gaat u dit proces
dan wel inrichten?
Vraag 10
Hoe gaat u er voor zorgen dat verzekerden gewezen worden op hun recht een klacht in
te kunnen dienen bij de nieuw op te richten wettelijke tuchtraad?
Mededeling
Hierbij bericht ik u dat de door het lid Van Nispen (SP) gestelde schriftelijke vragen
over «wettelijk tuchtrecht voor verzekeraars» (ingezonden op 14 juli 2021) niet binnen
de gestelde termijn kunnen worden beantwoord, omdat voor de beantwoording nadere afstemming
vereist is.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.