Vragen van het lid Peters (CDA) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht «Lerarentekort alleen maar groter door coronamiljarden» (ingezonden 14 juli 2021).

Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 13 augustus 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3639.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Miljarden voor onderwijs: Lerarentekort wordt er alleen maar groter door»?1

Antwoord 1

Ja, ik ben bekend met het bericht.

Vraag 2

Kunt u aangeven op hoeveel scholen er sprake is van oplopende lerarentekorten en hoe vaak wordt gekozen voor vierdaagse schoolweken en digitaal les? Gaat het hierbij vooral om basisonderwijs of ook om voortgezet onderwijs en wat is de verdeling onderling?

Antwoord 2

Scholen in het primair onderwijs hebben ruimte om maximaal zeven weken per jaar een vierdaagse schoolweek in te roosteren. In het voortgezet onderwijs gaat veelal om uitval een vak (lesuur) en leidt dit niet tot een vierdaagse schoolweek of digitaal les. In het najaar ontvangt u de meest recente cijfers over onderwijsarbeidsmarkt. Het aantal scholen dat een vierdaagse schoolweek of digitaal les inzet als noodmaatregel maakt daar geen onderdeel van uit.

Vraag 3

Kunt u bevestigen dat scholen vooral op papier geld hebben uitgegeven aan extra vacatures, maar deze niet (allemaal) kunnen opvullen? Gaat het hierbij om scholen die ervoor hebben gekozen om vooral in te zetten op extra personeel of gaat het ook om scholen die een mix van maatregelen hebben gekozen uit de zogenaamde menukaart om de achterstanden weg te werken?

Antwoord 3

De scholen starten in het nieuwe schooljaar met hun programma’s om de corona-gerelateerde vertragingen te herstellen. De periode tot de zomer hebben scholen gebruikt om op basis van de schoolscan en de menukaart met het team te bepalen welke maatregelen zij na de zomer willen inzetten. Gezien de krappe arbeidsmarkt is het opvullen van de vacatures inderdaad een uitdaging. Scholen krijgen vanuit het Nationaal Programma Onderwijs (hierna: Nationaal Programma) handvatten om ze hierbij te ondersteunen en er is ruimte om maatregelen te kiezen die passen bij hun situatie. Scholen die te maken hebben met tekorten zullen mogelijk andere maatregelen kiezen dan scholen die daar geen last van hebben. Tegelijkertijd vragen veel interventies op de menukaart geen extra leraren, dat is wel het geval bij klassenverkleining. De overige maatregelen op de menukaart zijn in te vullen door het eigen personeel met mogelijk extra training, of door bijvoorbeeld vakkrachten, onderwijsassistenten en ander personeel.

Vraag 4

Kunt u bevestigen dat deze problemen vooral op scholen met een moeilijker leerlingenpopulatie speelt, zoals scholen in achterstandswijken en het speciaal onderwijs? Zo ja, komt dit doordat leraren nu vanwege de krappe arbeidsmarkt ook vaker ervoor kiezen om zich als zzp-er te laten inhuren en kieskeuriger zijn waar ze werken, of spelen er ook andere factoren mee, zoals minder uren kunnen werken voor hetzelde salaris?

Antwoord 4

In de onlangs verstuurde Kamerbrief heb ik u gemeld dat we bij de uitvraag naar de actuele tekorten in de G5 zien, dat doorgaans op scholen met veel leerlingen met risico op onderwijsachterstanden, en dus een complexe leerlingenpopulatie, de tekorten groter zijn.2 Daarom ondersteun ik in het Nationaal Programma scholen met extra uitdagingen, waar het lerarentekort doorgaans groter zijn. Deze scholen krijgen ook extra geld om het personeel extra te belonen met een arbeidsmarkttoelage. Hiervoor is € 375 mln. vrijgemaakt. Door de krapte op de arbeidsmarkt kunnen leraren vaker kiezen bij welke school zij willen werken. Bij het maken van de keuze op een bepaalde school te gaan werken en in welke contractvorm- en omvang spelen voor leraren meerdere factoren mee. Een school dichter bij huis, het concept van de school en kenmerken van de leerlingenpopulatie zijn een paar van die factoren.

Vraag 5

Kunt u aangeven in hoeverre deze beweging ook al zichtbaar was na de salarisverhogingen onder Rutte-III, doordat leraren voor hetzelde werk minder uren konden gaan werken en ook kieskeuriger werden waar ze gingen werken? Zo ja, waarom is met dit effect geen rekening gehouden bij de besteding van het Nationaal Programma Onderwijs?

Antwoord 5

Zoals in het vorige antwoord staat, hebben leraren door de krapte op de arbeidsmarkt meer te kiezen waar het gaat om de school waar zij willen werken. Ook de keuze om minder te gaan werken, al dan niet door een salarisverhoging is een individuele keuze van leraren. Scholen en besturen stimuleren leraren juist ook om (tijdelijk) meer uren te gaan werken om zo tekorten aan te pakken.

Vraag 6

Deelt u de mening dat de inzet op alleen meer personeel, niet gaat zorgen voor het wegwerken van achterstanden in het onderwijs, ook omdat het gaat om incidentele gelden? Deelt u de mening dat eveneens ingezet moet worden op betere scholing van het eigen personeel en andere interventies uit de menukaart die ook zonder extra personeel of minder extra personeel uitgevoerd kunnen worden?

Antwoord 6

Net als u ben ik van mening dat alleen meer personeel niet zorgt voor het inhalen van achterstanden. Juist daarom werken we met een menukaart met effectieve maatregelen en hebben scholen de ruimte om die maatregelen te kiezen die het beste aansluiten bij hun specifieke situatie. Op schoolniveau kan namelijk, door de teams, worden gekozen hoe de middelen worden ingezet (conform de huidige werkdruksystematiek). Het Nationaal Programma biedt ook de ruimte om te investeren in scholing van personeel.

Vraag 7

Bent u bereid om samen met het onderwijsveld te bekijken hoe deze negatieve effecten van de coronamiljarden kunnen worden opgevangen om het verder oplopen van achterstanden op de scholen in het algemeen, en de achterstandscholen en speciaal onderwijs in het bijzonder, tegen te gaan? Bent u bereid om te bekijken hoe banen op deze scholen aantrekkelijker gemaakt kunnen worden, zittend personeel verleid kan worden meer uren te gaan werken en meer ingezet kan worden op andere maatregelen van de menukaart die samen met andere scholen vormgegeven kunnen worden? Bent u bereid te bekijken hoe met specifieke scholing van docenten de achterstanden het beste kunnen worden ingelopen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Met de mix van maatregelen op de menukaart bied ik ruimte aan scholen om maatregelen te nemen die het beste aansluiten bij hun situatie. Scholen gaan na de zomervakantie starten met de uitvoering van hun plannen. Om te stimuleren dat leraren op deze scholen blijven werken, kunnen scholen door middel met de al eerder genoemde arbeidsmarkttoelage het personeel extra belonen. Daarnaast zie ik dat schoolbesturen het personeel stimuleert om meer te gaan werken. Ik monitor het Nationaal Programma en kan hierop eventueel op bijsturen. Het is aan scholen om samen met hun personeel te bespreken welke maatregelen het beste aansluiten om de achterstanden te herstellen, en welke scholing daarvoor eventueel nodig is. Hier is ruimte voor binnen het Nationaal Programma.

Vraag 8

Bent u tevens bereid het bovenstaande punt mee te nemen in het tussentijdse monitoring-moment van begin volgend jaar?

Antwoord 8

Ik monitor de aanpak van de tekorten en het Nationaal Programma breed en zal u hier ook over informeren.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Haga (Groep Van Haga), ingezonden 13 juli 2021 (vraagnummer 2021Z13649).

Naar boven