Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over de ingewikkelde coronamaatregelen voor speeltuinen, stads- en kinderboerderijen (ingezonden 7 mei 2021).

Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 5 juli 2021).

Vraag 1

Deelt u de mening dat het juist voor kinderen op dit moment extra belangrijk is om in de buitenlucht te kunnen spelen, sporten en bewegen, omdat kinderen momenteel minder bewegen door de coronapandemie? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 1

Het is te alle tijden belangrijk dat kinderen in de buitenlucht kunnen spelen en bewegen. Op advies van het OMT zijn daarom de maatschappelijk beheerde kleine buitenspeeltuinen begin maart weer geopend. Spelen speelt namelijk een belangrijke rol bij de gezonde ontwikkeling van kinderen.

Vraag 2

Kunt u uitleggen waarom maatschappelijk beheerde speeltuinen inmiddels gelukkig weer enige tijd open zijn voor kinderen om te spelen, maar dat vergelijkbare speelplekken in de vorm van stads- en kinderboerderijen nog altijd gesloten zijn?

Antwoord 2

Begin maart zijn de maatschappelijk beheerde kleine speeltuinen geopend. Het betreft speeltuinen in de buitenlucht die zijn gericht op kinderen die in de directe omgeving wonen. Hiermee zijn deze speeltuinen gelijkgetrokken met de openbaar toegankelijke speeltuinen. Er is voor gekozen om niet alle activiteiten voor kinderen te heropenen om het aantal contact- en reismomenten nog zoveel mogelijk te beperken. Versoepeling kan immers enkel stap voor stap. Onder stap 2 van het openingsplan zijn de kinderboerderijen die hoofdzakelijk in de buitenlucht zijn gelegen weer geopend sinds 19 mei.

Vraag 3

Waarom is de sluiting van stads- en kinderboerderijen epidemiologisch noodzakelijk, terwijl de sluiting van de beheerde speeltuinen dat schijnbaar niet is? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 3

Zoals hiervoor aangegeven is er niet voor gekozen om alle activiteiten voor kinderen meteen te heropenen om het aantal contact- en reismomenten nog zoveel mogelijk te beperken. Door het openen van de kleine buitenspeeltuinen kregen kinderen meer mogelijkheden om weer buiten te spelen in de eigen buurt. De epidemiologische situatie was echter op dat moment nog niet dusdanig dat alle buiten activiteiten voor kinderen weer geopend konden worden.

Vraag 4

Kunt u duidelijkheid geven in welke fase van het openingsplan de stads- en kinderboerderijen weer open kunnen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 4

Kunt u duidelijkheid geven in welke fase van het openingsplan de stads- en kinderboerderijen weer open kunnen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 5

Op 19 mei zijn de kinderboerderijen die voornamelijk in de buitenlucht zijn gelegen reeds opengegaan. Zij maakten onderdeel uit van stap 2 van het openingsplan. De kinderboerderijen zijn tegelijkertijd met de andere dierenparken die voornamelijk in de buitenlucht zijn gelegen opengesteld.

Vraag 6

Kunt u deze vragen beantwoorden voor het eerstvolgende debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 6

Nee, er was onvoldoende tijd om deze vragen tijdig te beantwoorden.

Naar boven