Vragen van het lid Markuszower (PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over
het bericht dat journalist Ans Boersma schuldig is aan valsheid in geschrifte, maar
geen straf krijgt (ingezonden 7 juni 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 5 juli 2021).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3363.
Vraag 1
Kent u het bericht «Journalist Ans Boersma schuldig aan valsheid in geschrifte, maar
krijgt geen straf»?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het feit dat Ans Boersma is veroordeeld voor het vals invullen van
documenten om een visum te krijgen voor een kopstuk van de Syrische terreurorganisatie
Al-Nusra en tevens massamoordenaar Abdelaziz A., maar hier van de rechter geen straf
voor krijgt en ook nog eens beloond wordt met een schadevergoeding?
Antwoord 2
Het past mij niet om een oordeel te vellen over een rechterlijke uitspraak. Ik kan
dan ook niet ingaan op uw vraag.
Vraag 3
Hoe hoog was de schadevergoeding die dit terroristenvriendinnetje van de Nederlandse
staat heeft gekregen?
Antwoord 3
Uw vraag ziet op een individuele zaak. Hierover laat ik mij niet uit.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat frauderende hulpjes van terroristen
straffeloos blijven en beloond worden met een schadevergoeding? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De rechtbank Rotterdam heeft mevrouw Boersma veroordeeld voor het plegen van valsheid
in geschrifte. De rechtbank heeft echter rekening gehouden met verschillende omstandigheden,
waaronder de gevolgen die deze strafzaak hebben (gehad) op mevrouw Boersma. De rechtbank
is van oordeel dat daarom kan worden volstaan met een schuldigverklaring zonder oplegging
van straf en maatregel. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 2 heb aangegeven past het
mij niet om een oordeel te vellen over een rechterlijke uitspraak.
Vraag 5
Deelt u de mening dat Ans Boersma een gevaar vormt voor de staatsveiligheid? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 5
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 3 heb aangegeven ziet uw vraag op een individuele
zaak. Hierover laat ik mij niet uit.
Vraag 6
Hoeveel terroristen zijn er op dit moment in Nederland die ook door het vals invullen
van documenten een visum hebben gekregen?
Antwoord 6
Indien bekend is dat een aanvrager van een visum een gevaar vormt voor de nationale
veiligheid, hetgeen het geval is bij een persoon met terroristische motieven, zal
hem conform de Visumcode geen visum worden verstrekt. Daarnaast worden derdelanders,
wanneer zij Nederland inreizen, onderworpen aan toegangscontrole waarbij onder andere
hun reisdocument wordt gecontroleerd en een check plaatsvindt in nationale en Europese
datasystemen om uit te sluiten dat zij een gevaar vormen voor de openbare orde of
de nationale veiligheid. Daarbij maakt Nederland waar mogelijk ook gebruik van vooraf
verkregen passagiersinformatie.
Een terrorist zal er alles aan doen om zijn intenties te verbergen. Ook als een vreemdeling
niet geregistreerd staat als een bedreiging voor de binnenlandse veiligheid, geldt
dat in alle gevallen bij de beoordeling van een visumaanvraag op grond van de EU-wetgeving
voor Schengenvisumverlening wordt getoetst of de aanvrager aan de inreisvoorwaarden
voldoet, waaronder de echtheid van het reisdocument en de aannemelijkheid van het
opgegeven reisdoel. Bij fraude en/of gerede twijfel, wordt de visumaanvraag geweigerd.
De vraag in hoeveel gevallen vreemdelingen met terroristische motieven op deze wijze
zijn geweerd, kan evenwel niet worden beantwoord.
In de afgelopen 5 jaar is in geen enkel geval het visum na afgifte ingetrokken op
basis van een ambtsbericht van de AIVD waaruit blijkt dat een persoon een gevaar voor
de nationale veiligheid vormt.
Vraag 7
Deelt u de mening dat er een einde moet komen aan het met zachte hand aanpakken van
terroristen en hun bruidjes en/of vriendinnetjes door rechters en bent u daarom bereid
zware minimumstraffen in te voeren voor het helpen van terroristen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 7
Zoals bekend is dit kabinet geen voorstander van de invoering van minimumstraffen
omdat daarmee een te grote inbreuk wordt gemaakt op de vrijheid van de onafhankelijke
rechter in zijn oordeelsvorming over de strafoplegging. De strafrechter levert steeds
per individueel geval maatwerk en legt een passende straf op. Naar mijn mening doet
de strafrechter dat uiterst consciëntieus en professioneel. Ik zie geen aanleiding
om de rechterlijke straftoemetingsvrijheid door invoering van minimumstraffen te beperken.