Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 3401 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 3401 |
Bent u op de hoogte van het artikel van directeur Pieter Hasekamp van het Centraal Planbureau (CPB) om de bitcoin in de ban te doen?1
Wat vindt u van de vorm en de inhoud van dit opmerkelijke statement van het CPB? Is dit wenselijk naar uw mening?
Het CPB is als planbureau inhoudelijk onafhankelijk. Het reguliere werk van het CPB bestaat uit economische onderzoeken, ramingen en andere analyses, maar het CPB is vrij om ook via andere vormen en kanalen te communiceren, inclusief via een essay of – zoals in dit geval – via een opiniestuk. Ik vind dit zeer nuttige bijdragen, die de gedachtevorming en beleidsdiscussie verrijken. Dat de directeur van het CPB zich in een opiniestuk uitlaat over een ontwikkeling op de financiële markten vind ik dus geen enkel probleem.
Mocht het al wenselijk zijn, op welke manier zou het volgens u mogelijk zijn om de bitcoin in de ban te doen in een enkel land als Nederland? Deelt u de mening dat dit veel handhavingscapaciteit zou vereisen, en eigenlijk praktisch onmogelijk zou zijn?
Begin 2019 heb ik uw Kamer geïnformeerd over mogelijke regulering van crypto’s naar aanleiding van een advies dat ik had gevraagd aan toezichthouders AFM en DNB over een regelgevend kader voor crypto’s.2 Een van de uitgangspunten die ik daarbij hanteerde is dat het digitale en daarmee grensoverschrijdende karakter van cryptovaluta vraagt om een aanpak op Europees niveau. Nationale regels kunnen eenvoudig worden ontweken en lastig worden gehandhaafd. Dit uitgangspunt is nog steeds van toepassing. Voor een enigszins werkend verbod op lidstaatniveau zijn zeer vergaande en onorthodoxe maatregelen nodig, zoals het niet toegankelijk laten zijn van bepaalde websites. Bovendien kost dit veel handhavingscapaciteit. Een verbod zou alleen op internationaal en in ieder geval Europees niveau effectief kunnen zijn. Een algeheel verbod zou tegenwicht kunnen bieden aan nadelen van crypto’s, zoals het gebrek aan transparantie over risico’s voor mensen die crypto’s kopen en het hoge energieverbruik. Tegelijkertijd zou een algeheel verbod de kansen die crypto’s bieden, bijvoorbeeld in de vorm van gebruik van de onderliggende technologie, ook onmogelijk maken. In Europees verband is gekozen voor regulering van crypto’s in de verordening voor Markten in Crypto Assets omdat de risico’s voor consumenten, marktmisbruik en qua stabiliteit door toezicht gemitigeerd kunnen worden. Ook de uitvoering van deze richtlijn zal handhavingscapaciteit vragen.
Vanuit welke hoedanigheid spreekt Pieter Hasekamp en vindt u dat dit een goede manier is voor de CPB-directeur om deze mening over dit onderwerp te ventileren? Hoort dit bij zijn rol?
Zoals ik in het antwoord op vraag 2 aangaf, is het CPB inhoudelijk onafhankelijk, en dat geldt ook voor de manier waarop de directeur of medewerkers van het CPB zich uiten in het publieke debat.
Wat is uw mening over dit essay in het licht van de recente ontwikkelingen binnen de EU om cryptomunten EU-breed te reguleren (de Markets in Crypto-assets-verordening – MiCA)?
Er zitten verschillende aspecten in het artikel die ik deel. Crypto’s voldoen slecht aan de criteria voor geld zoals het functioneren als ruilmiddel, oppotmiddel en rekeneenheid. Ook heb ik, net als toezichthouders AFM en DNB, herhaaldelijk mijn zorgen uitgesproken over mensen die kiezen voor het handelen in crypto’s, zonder zich bewust te zijn van de inherente risico’s. De zorgen van de heer Hasekamp deel ik dus ook. Tegelijkertijd bieden de stappen die nu in Europees verband worden gezet om crypto’s te reguleren, zoals genoemd bij het antwoord op vraag 3, mij voldoende comfort om, ook in Europees verband, niet in te zetten op een verbod.
Deelt u de mening van het CPB dat de bitcoin slecht geld is, en zo ja, waarom dan precies? Geldt dit volgens u voor alle cryptovaluta?
DNB heeft in het advies uit 2019 al aangegeven crypto’s niet als geld te zien omdat crypto’s niet in voldoende mate de functies van ruilmiddel, oppotmiddel en rekeneenheid vervullen, vanwege het zeer volatiele karakter van crypto’s. Ik deel deze analyse. De productie van crypto’s gaat bovendien gepaard met een aanzienlijk gebruik van energie. Het huidige geschatte energieverbruik van het Bitcoin-netwerk alleen al is vergelijkbaar met dat van een land als België of Finland.3 Dat gaat nog voorbij aan het energieverbruik van alle andere cryptovaluta. Een dergelijke energieconsumptie legt extra druk op het behalen van de internationale klimaatdoelen. Daarnaast zijn er aan crypto’s risico’s verbonden die onder andere samenhangen met de anonimiteit van de transacties, zoals crimineel gebruik en witwassen. Uit de nationale risicoanalyse witwassen uit 2019 blijkt dat witwassen via crypto’s wordt gezien als een groot witwasrisico.4 Nadat deze risicoanalyse is uitgevoerd is in Nederland de wijziging van de Europese vierde anti-witwasrichtlijn geïmplementeerd (op 21 mei 2020) waardoor er toezicht is geïntroduceerd en het witwasrisico beter gemitigeerd kan worden. Tot slot zorgt de aankomende Europese regelgeving ervoor dat er sprake is van toezicht op aanbieders van crypto’s en dat er regels zijn voor consumentenbescherming. Dit beperkt de risico’s maar neemt deze niet volledig weg. De koers van crypto’s blijft zeer volatiel.
Zie de website Cambridge Bitcoin Electricity Consumption Index (CBECI) van de University of Cambridge.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-3401.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.