Vragen van de leden Van Nispen en Kwint (beiden SP) aan de Ministers voor Medische Zorg en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de beschikbaarheid en de betaalbaarheid van het aanbod van sport op televisie (ingezonden 21 mei 2021).

Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media), mede namens de Minister voor Medische Zorg (ontvangen 24 juni 2021).

Vraag 1

Ziet u ook dat veel mensen plezier beleven aan het kijken naar sport op televisie, zeker ook nu in coronatijd het bezoeken van sportwedstrijden niet of slechts beperkt mogelijk is?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3

Erkent u dat er een ontwikkeling is in de afgelopen vijftien à twintig jaar waarbij steeds meer populaire sport niet meer toegankelijk is vanwege een betaalmuur en prijzige abbonementen, bijvoorbeeld de Formule 1 die volgend jaar niet meer bij Ziggo te zien is maar bij een Zweedse streamingsdient, of bijvoorbeeld de voetbalrechten van binnenlandse en buitenlandse competities die sinds lange tijd in handen zijn van betaalkanalen? Kunt u schetsen welke feiten en omstandigheden volgens u aan deze ontwikkeling hebben bijgedragen? Hoe heeft het aanbod van deze diensten het medialandschap naar uw mening veranderd? En hoe ziet u dit landschap zich de komende jaren verder ontwikkelen?

Heeft u een mening of opvatting over deze ontwikkeling?

Antwoord 2, 3

Uitzendrechten van grote sportwedstrijden en evenementen vertegenwoordigen in toenemende mate een commerciële waarde, mede vanwege de belangstelling van het publiek voor deze sporten. Daarbij is ook de betalingsbereidheid van het publiek voor specifieke televisiediensten toegenomen. Dat leidt tot een grotere vraag dan aanbod. Het «eigendom» van sportrechten wisselt daarnaast steeds vaker van televisieaanbieder. Dat is bijvoorbeeld te zien bij de rechten voor Europese voetbalcompetities (Talpa en RTL wisselen de rechten voor Nederland) en voor de buitenlandse voetbalcompetities. Tegelijkertijd is er nog heel veel sport vrij toegankelijk te zien, via de publieke omroep én via de open kanalen van commerciële omroepen.

Bedrijven die deze rechten kopen doen dit om hier geld aan te verdienen om tenminste de investering terug te verdienen of bijvoorbeeld om een «footprint» op de Nederlandse markt te krijgen. Dit kan door aan consumenten een abonnementsprijs te vragen zoals bijvoorbeeld ESPN, maar ook door een advertentie gedreven model zoals Talpa met de Champions League doet of een combinatie daarvan.

Voor Formule 1 geldt in de huidige situatie dat dit alleen voor Ziggo-klanten «gratis» te zien is. Voor niet-Ziggo klanten, grofweg de helft van het totaal aan consumenten met een televisieabonnement, betekent dit dat zij een betaalde dienst moeten afnemen om Formule 1 te kunnen zien.

De toegenomen concurrentie maakt het voor de consument op dit moment enerzijds wellicht lastig om te volgen waar wat wordt uitgezonden, maar biedt anderzijds ook voordelen door toegenomen beeldkwaliteit (bijvoorbeeld opkomst 4k) en productinnovatie (streaming via apps). En op termijn biedt dit voor consumenten in toenemende mate de kans om te kiezen waarvoor ze willen betalen in plaats van de grote televisiepakketten die de grote televisiepakketaanbieders nu aanbieden. Daarmee kan een consument in sommige gevallen ook goedkoper uit zijn.

Voor evenementen die geoormerkt zijn als van aanzienlijk belang voor de samenleving zijn specifieke regels opgesteld, de zogenoemde evenementenlijst. Zie daarvoor mijn antwoorden op de vragen 6 en 7.

Vraag 4

Erkent u dat het slechts tegen betaling beschikbaar zijn van populaire sporten een negatief effect kan hebben op het bereik van deze sporten onder brede lagen van de samenleving, zeker bij mensen die moeite (zullen) hebben om een duur abonnement te betalen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 4

Hoewel een causaal verband lastig is aan te tonen kan ik me voorstellen dat het slechts tegen betaling beschikbaar zijn van populaire sporten in sommige gevallen een negatief effect kan hebben op het bereik van deze sporten onder brede lagen van de samenleving. De evenementenlijst garandeert de beschikbaarheid van sportwedstrijden en evenementen met een aanzienlijk belang voor de samenleving.

Vraag 5

Vindt u in de kern eigenlijk ook niet dat sport op televisie voor veel mensen veel plezier en ontspanning oplevert en dat het geen goede zaak is als dit voor steeds minder mensen toegankelijk en betaalbaar is, even los van de vraag of daar ook iets aan te doen is en of dit wel of niet een taak is voor de politiek? Zo niet, waarom niet?

Antwoord 5

Het is aan de publieke en commerciële omroepen om de inhoud van hun programmering te bepalen. De overheid en politiek dient zich daar niet mee te bemoeien. Hieronder valt ook het wel of niet uitzenden van sport op televisie, al dan niet tegen betaling. De vrijheid van meningsuiting is een groot goed en ik vind het onwenselijk om mij als Minister voor media uit te laten over de inhoud van programmering.

Vraag 6

Als u de mening deelt dat sport op televisie idealiter voor iedereen beschikbaar en toegankelijk zou moeten zijn zonder extra abonnementen of betaaldiensten, kunt u dan vervolgens de vraag beantwoorden wat daar mogelijkerwijs aan te doen zou zijn? Welke scenario’s zouden er zijn om deze ontwikkeling te keren en het sportaanbod op televisie voor een ieder toegankelijk te houden?

Antwoord 6

Het Mediabesluit 2008 voorziet -zoals gezegd- in een lijst met evenementen die van aanzienlijk belang voor Nederland zijn. Voor de evenementen op deze lijst geldt dat die, indien zij worden uitgezonden, in ieder geval moeten worden uitgezonden op een (publiek of commercieel) open net. Hiermee wordt bedoeld een net dat is opgenomen in het standaard-programmapakket van een pakketaanbieder. De evenementen op de lijst kunnen aldus niet achter een abonnement of betaaldienst verdwijnen.

De doelstelling van de lijst is het waarborgen van een adequate toegang van het publiek, tegen een betaalbare prijs, tot de desbetreffende evenementen. Hieronder vallen sportevenementen, zoals de Europese- en Wereldkampioenschappen van voetbal, schaatsen, hockey, wielrennen en bijvoorbeeld ook de Olympische en Paralympische Spelen. Ook staan hier culturele evenementen op, zoals het Eurovisie Songfestival, Pinkpop en het Grachtenfestival.

De lijst wordt periodiek geëvalueerd, waarbij wordt gekeken naar de doeltreffendheid en de effecten in de praktijk. Op basis van die evaluatie kan vervolgens door het Kabinet besloten worden om de lijst al dan niet aan te passen.

Uit de laatste evaluatie van 20 november 2013 bleek dat de lijst over het algemeen doeltreffend werkt en gezien kan worden als een adequaat middel om evenementen toegankelijk en beschikbaar te houden voor het brede publiek. Tegelijkertijd kwam naar voren dat de lijst ingrijpt op de vrije marktwerking en het objectieve prijsmechanisme voor uitzendrechten van sportevenementen verstoort. Als zodanig kan de evenementenlijst de financiële belangen van uitzendrechthebbenden, omroepen, betaalkanalen en sportorganisaties schaden.

Bij het kiezen van welke evenementen op de lijst worden geplaatst dient hier ook rekening mee te worden gehouden.

De eerstvolgende evaluatie staat gepland voor 2023. Daarbij zal ik samen met alle bij de lijst betrokken belanghebbenden onderzoeken of de huidige lijst nog steeds afdoende doeltreffend is en wat daarvan de effecten in de praktijk zijn. Daarbij zal ik tevens uw vraag meenemen of er nog meer scenario’s zouden kunnen zijn om het sportaanbod op televisie voor een ieder toegankelijk te houden.

Vraag 7

Bent u bereid onderzoek uit te laten voeren naar de mogelijkheden om hier iets aan te doen? Zo niet, waarom niet?

Antwoord 7

Het rapport dat voortvloeit uit voornoemde evaluatie zal ik t.z.t. aan u doen toekomen. Op basis van de uitkomsten daarvan kan vervolgens besloten worden of nader onderzoek nodig is.

Naar boven