Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
over de technische toelichting op 12 mei 2021 aan de vaste commissie voor Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit over de aanpak van de stikstofproblematiek (ingezonden
28 mei 2021).
Mededeling van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen
14 juni 2021).
Vraag 1
Hoe groot is het aandeel stikstofdepositie uit het buitenland, na nadere berekeningen
van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) volgend op het advies
van de commissie-Hordijk die tot een bijstelling heeft moeten leiden van de te hoog
ingeschatte aanname van 35%?
Vraag 2
Wat is het toenemend effect op de depositie van stikstof uit het buitenland op Nederlandse
natuurgebieden nu de daling over de grenzen aanzienlijk minder snel verloopt dan de
stevige reductie van 64% die Nederland in de afgelopen dertig jaar zelf heeft verwezenlijkt?
Vraag 3
Hoeveel kilogram stikstofdepositie per hectare is afkomstig uit welke bron (landbouw,
industrie, verkeer, scheepvaart, buitenland, overige) en wat is de verdeling van deze
neerslag uitgesplitst naar vermelde bronnen over natuur, landbouwgronden en stedelijk
gebied?
Vraag 4
Tot welke afstand van de bron bij verschillende emissievormen van stikstof (landbouw,
industrie, verkeer, scheepvaart, buitenland, overige) zal stikstofuitstoot leiden
tot meetbare stikstofdepositie?
Vraag 5
Welke percentages aan onzekerheden zijn er bij de berekende emissies en de herkomst
van deze emissies?
Vraag 6
Welke percentages aan onzekerheden zijn er bij de berekende deposities en de herkomst
van de deposities?
Vraag 7
In welke natuurgebieden wordt de stikstofdepositie op een andere wijze gemeten dan
met behulp van de luchtconcentratiemetingen en modelleringen van het Meetnet Ammoniak
in Natuurgebieden (MAN) en de Conditional Time Averaged Gradient (COTAG)-metingen
van het RIVM?
Vraag 8
In welke natuurgebieden is de afgelopen dertig jaar zowel de droge als de natte stikstofdepositie
met behulp van welke methoden daadwerkelijk gemeten en is een herkomstbepaling gedaan
van deze gemeten stikstofdepositie?
Vraag 9
In welke natuurgebieden zijn de afgelopen dertig jaar regelmatig bodemonderzoeken
gedaan naar de samenstelling van de grond, waarbij stikstof en andere mogelijke verzurende
stoffen zoals zwavel zijn geanalyseerd?
Vraag 10
Kunt u een overzicht sturen van het verloop van de bodemonderzoeken van de 161 Natura
2000-gebieden van de afgelopen dertig jaar?
Vraag 11
Kunt u een rapportage sturen over het verloop van alle verzurende stoffen in het bovenste
grondwater in de natuurgebieden en in welke mate deze bijdragen aan de verzuring op
een schaal van 1 tot 10?
Vraag 12
Kunt u de wetenschappelijk onderbouwing van de kritische depositiewaarde (KDW) zenden
en de wetenschappelijke onderbouwing bij welk niveau van stikstofdepositie op de bodem
welke ecologische effecten en significante beïnvloeding van ecosystemen daadwerkelijk
waarneembaar zijn?
Vraag 13
Kunt u een overzicht sturen van alle oorzaken van de achteruitgang van de biodiversiteit
en deze verschillende oorzaken in een vergelijkend overzicht plaatsen?
Mededeling
Op 28 mei 2021 heeft het lid Eppink (JA21) vragen gesteld naar aanleiding van de technische
toelichting op 12 mei 2021 aan de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
over de aanpak van de stikstofproblematiek. In verband met de nodige afstemming kunnen
deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken worden beantwoord.
Ik streef ernaar de antwoorden u zo spoedig mogelijk te doen toekomen.