Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Financiën over de huurtoeslag en de uitwerking van het Sociaal Huurakkoord (ingezonden 24 september 2020).

Mededeling van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 9 oktober 2020).

Vraag 1

Kunt u per afspraak uit het Sociaal Huurakkoord tussen de Woonbond en Aedes aangeven of de maatregel wordt omgezet in wetgeving, en wat de huidige stand van zaken is?

Vraag 2

Welke afspraken gelden ook voor commerciële verhuurders van gereguleerde huurwoningen? Heeft u aanvullende afspraken met deze partijen gemaakt? Wat is de stand van zaken daaromtrent?

Vraag 3

Vindt u dat commerciële verhuurders ook zouden moeten overgaan tot huurverlaging als de huur hoog is in relatie tot het inkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze bevordert u dit?

Vraag 4

Kunt u uiteenzetten aan welke voorwaarden mensen moeten voldoen om het recht op huurtoeslag te laten herleven indien zij later weer aan de inkomens- of vermogenstoets voldoen, maar de huur is gestegen boven de maximale norm?

Vraag 5

Kunt u ingaan op de in de voetnoot vermelde casus1 en aangeven of deze persoon naar de huidige omstandigheden wel of geen (herleefd) recht op huurtoeslag heeft?

Vraag 6

Welke interne instructies hanteert de Belastingdienst bij vragen over het herleefde recht op huurtoeslag?

Vraag 7

Vindt u het wenselijk dat commerciële verhuurders in schrijnende situaties meewerken aan huurverlaging om recht op huurtoeslag mogelijk te maken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen?

Vraag 8

Bent u van mening dat de huurtoeslag een hardheidsclausule zou moeten bevatten om in schrijnende situaties op wettelijke basis mensen alsnog tegemoet te kunnen komen? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de aan mij gestelde vragen van het lid Nijboer (PvdA) over de huurtoeslag en de uitwerking van het Sociaal Huurakkoord (ingezonden 24 september 2020 met kenmerk 2020Z17087) helaas niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. De beantwoording van de vragen vergt meer tijd voor interdepartementale afstemming en contact met de Belastingdienst.


X Noot
1

Persoon huurt bij een commerciële verhuurder. Bij aanvang van de huurovereenkomst bestond recht op huurtoeslag. Sinds 2015 ontvangt persoon een WW-uitkering, die per januari 2020 is omgezet in een WIA-vervolguitkering beneden de inkomensgrens van de huurtoeslag. Persoon heeft tussen 2018 en september 2019 onterecht huurtoeslag ontvangen, en nadien de inkomensgegevens gewijzigd, waardoor persoon niet meer voldeed aan de inkomenstoets. Sinds juli 2019 is de huur uitgestegen boven de toepasselijke grens voor de huurtoeslag. Persoon voldoet op dit moment wel aan vermogens- en inkomenstoets.

Naar boven