Vragen van de leden Van der Laan en Paternotte (beiden D66) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Hoe vrouwen vergeten werden in het Covid-19-onderzoek» (ingezonden 16 april 2021).

Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 17 mei 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2561.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Hoe vrouwen vergeten werden in het Covid-19-onderzoek»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de stelling van onderzoeker Ghossein-Doha, dat je er wetenschappelijk niet omheen kunt de interactie tussen geslacht en Covid-19 te onderzoeken, ook als het gaat om behandelmethodes en medicatie?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3 en 6

Bent u bereid met andere lidstaten op te trekken om Europees het belang te adresseren dat verschillen in werking en bijwerking tussen sekse worden meegenomen in lopende en toekomstige studies naar medicatie en behandelmethoden voor Covid-19?

Wat is de uitkomst geweest van het delen van het onderzoek van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) met het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) over verschillen in geneesmiddeleffecten tussen vrouwen en mannen, zoals toegezegd in de beantwoording van vragen van het lid Bergkamp?2

Antwoord 3 en 6

Waar opportuun zal vanuit Nederland het belang worden onderstreept dat bij onderzoek relevante kenmerken van diversiteit, waaronder sekse, worden meegenomen.

Zo zijn de resultaten uit de projecten van het ZonMw programma Gender en Gezondheid zowel nationaal als internationaal gepubliceerd en gepresenteerd. Ook zijn de resultaten en aanbevelingen uit de review van het CBG naar de sekseverdeling bij geneesmiddelenonderzoek gepubliceerd en gedeeld in het Europese netwerk, waaronder ook het wetenschappelijk comité Scientific Advice Working Party (SAWP) waar plannen voor geneesmiddelontwikkeling worden afgestemd. De resultaten geven niet direct aanleiding om de regulatoire richtlijnen met betrekking tot de ontwikkeling van geneesmiddelen aan te passen. Het blijft wel de aandacht van het CBG houden, ook in wetenschappelijk adviezen over geneesmiddelenontwikkeling. Het CBG ziet erop toe dat in publiek toegankelijke informatie voldoende aandacht wordt besteed aan de aanwezige gegevens over man/vrouw vertegenwoordiging en het eventuele verschil in effecten.

Vraag 4 en 5

Hoe beoordeelt u in het licht van deze berichtgeving de noodzaak van het voorzetten van het programma «Gender en Gezondheid»?3

Hoe gaat u zich er de komende periode voor inzetten dat de bevindingen uit het programma «Gender en Gezondheid» zowel nationaal als internationaal worden opgepakt?

Antwoord 4 en 5

Het laatste deel van het programma loopt momenteel nog. In de lopende fase van het programma Gender en Gezondheid voeren de partijen activiteiten uit die moeten gaan bevorderen dat gender structureel onderdeel zal zijn van de ontwikkeling en herziening van kennisagenda’s en richtlijnen; in communicatie en ontsluiting richting patiënten en in bewustwording en duurzaam draagvlak bij relevante besturen en financiers. Tijdens de laatste begrotingsbehandeling is een amendement ingediend om voor 2021 3 miljoen euro beschikbaar te stellen voor onderzoek naar gender en gezondheid. VWS is op dit moment in gesprek met het ministerie OCW (die destijds opdrachtgever was van de kennisagenda gender en gezondheid) over de inzet van deze middelen.

Aandacht voor diversiteit krijgt een sterkere plek in het schrijven en uitvoeren van ZonMw-programma’s en in een nieuw online aanvraagsysteem zal bij projectleiders standaard gevraagd worden naar aandacht voor diversiteit bij aanvragen en bij tussentijdse en eindrapportages over lopende projecten. Zo is ook bij alle onderzoeken naar zorg en behandeling (inclusief geneesmiddelen) in het ZonMw COVID-19 programma, gevraagd om aandacht te besteden aan diversiteit.


X Noot
1

Trouw, 7 april 2021, «Hoe vrouwen vergeten werden in het Covid-19-onderzoek» (Hoe vrouwen vergeten werden in het Covid-19-onderzoek | Trouw)

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1431.

Naar boven