Vragen van de leden Hagen (D66), Bouchallikh (GroenLinks), Grinswis (ChristenUnie), Van Raan (PvdD) en De Hoop (PvdA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de minicargovluchten die worden uitgevoerd tussen Luik en Maastricht (ingezonden 23 april 2021).

Mededeling van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 11 mei 2021).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het gegeven dat er in de week van 11 april 2021 opnieuw meerdere minivluchten met cargo hebben plaatsgevonden tussen Maastricht en Luik? Zo ja, kunt u bevestigen om hoeveel vluchten in de periode vanaf de start van 2021 het precies gaat?

Vraag 2

Klopt het dat in elk geval Astral Aviation meermaals deze minivluchten heeft uitgevoerd? Kunt u aangeven of nog andere luchtvaartmaatschappijen dergelijke minivluchten hebben uitgevoerd?

Vraag 3

Staat u nog steeds achter uw uitspraak van november 2019 dat dergelijke minivluchten niet wenselijk zijn vanuit een milieuoogpunt?1 Zo ja, bent u bereid met alle luchtvaartmaatschappijen in gesprek te gaan die dit soort onnodige en schadelijke vluchten uitvoeren en aan hen duidelijk te maken dat dit soort vluchten niet gewenst zijn?

Vraag 4

Klopt het dat de meeste milieu-impact en overlast voor omwonenden plaatsvindt bij de starts en landingen van vliegtuigen? Bent u het er dan mee eens dat onnodige vluchten met lege toestellen om te «herpositioneren» zoveel mogelijk moeten worden tegengegaan?

Vraag 5

Kunt u verklaren hoe het kan dat in Frankrijk een verbod mogelijk is gebleken voor korte binnenlandse vluchten, maar hier in Nederland naar uw zeggen geen juridisch instrument voor bestaat?2 Bent u in dit licht bereid nader te onderzoeken of dit in de aanloop van de herziening van de Slotverordening toch al mogelijk is?

Mededeling

Op 23 april jl. ontving ik de vragen gesteld door de leden Hagen (D66), Bouchallikh (GroenLinks), Grinswis (ChristenUnie), Van Raan (PvdD) en De Hoop (PvdA) over «minicargovluchten tussen Luik en Maastricht».

Vanwege de benodigde externe afstemming die nog enige tijd vergt, kan de beantwoording van de vragen niet binnen de gebruikelijke termijn plaatsvinden. Ik streef ernaar de antwoorden zo spoedig mogelijk aan uw Kamer te doen toekomen.


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2019–2020, nr. 981.

Naar boven