Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over proctoring (ingezonden 13 april 2021).

Mededeling van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 10 mei 2021).

Vraag 1

Kunt u nader uiteenzetten waarom, volgens u, er geen instemmingsrecht zou moeten zijn voor de manier waarop instellingen fraude bestrijden, temeer als de fraudebestrijding zo ver doorsijpelt in de privé situatie/omgeving van studenten? Hoe rijmt u dit met het instemmingsrecht van de centrale medezeggenschap op aanvullende procedures ter bescherming van de rechten van studenten die door het instellingsbestuur worden getroffen (WHW artikel 7.59 5b2)?

Vraag 2

Hoe rijmt u dat met het oordeel van het Stichtingsbestuur van de Radboud Universiteit dat vanwege het grote belang van privacy voor studenten de Universitaire Gezamenlijke Vergadering wél instemmingsrecht heeft op de inzet van online proctoring?1

Vraag 3

Deelt u de mening dat ook als de inspraak niet naar de letter van de wet is geregeld, het wel voor de hand ligt en wenselijk is dat de centrale studentenraad inspraak heeft op het beleid rondom privacykwesties zoals proctoring?

Vraag 4

Deelt u de mening dat ook als inspraak niet naar de letter van de wet is geregeld, het wel in de geest van de wet is dat de opleidingscommissie inspraak heeft over verregaande maatregelen als proctoring bij het afnemen van online tentamens?

Vraag 5

Deelt u de mening dat het online afnemen van tentamens ook valt onder de manier waarop tentamens worden afgelegd zoals beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling (artikel 7.13) en daarom de opleidingscommissie hier wettelijk adviesrecht op heeft?

Vraag 6

In antwoorden op eerdere Kamervragen geeft u aan dat studenten op hogescholen positief zijn over de inzet van een tweede camera2; kunt u de resultaten van de pilots delen met de Kamer? Hoe rijmt u dit met de onderzoeksresultaten van ISO naar online onderwijs waarbij het gebruik van proctoringsoftware tijdens tentamens door bijna 60 procent van de studenten als onprettig en onveilig wordt ervaren?3

Vraag 7

Heeft u kennisgenomen van het bericht «De digitale surveillant staat naast je bed»?4

Vraag 8

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat studenten geen inzicht hebben op de onderliggende logica als zij als fraudeer worden bestempeld en hierdoor zichzelf niet kunnen verdedigen?

Vraag 9

Deelt u de mening dat onderwijsinstellingen verantwoordelijk zijn voor gedegen technische bijstand/hulp tijdens het afnemen van tentamens waarbij proctoringsoftware wordt ingezet?

Vraag 10

In antwoorden op eerdere Kamervragen geeft u aan dat instellingen zich ook moeten houden aan de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) bij gebruik van proctoringsoftware; hoe ruimt u dat met de conclusie van de Autoriteit Persoonsgegevens dat niet alle onderwijsinstellingen de AVG naleven bij het inzetten van proctoringsoftware?

Mededeling

Op 13 april heeft het lid Westerveld (GroenLinks) schriftelijke vragen gesteld over proctoring (2021Z05818). Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk, omdat voor de beantwoording nadere afstemming is vereist. Ik zal de vragen zo snel mogelijk beantwoorden.


X Noot
1

VOX, d.d. 31 maart 2021, «Medezeggenschap blokkeert inzet van online proctoring in nieuw collegejaar», https://www.voxweb.nl/nieuws/medezeggenschap-blokkeert-inzet-van-online-proctoring-in-nieuwe-collegejaar

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2251

X Noot
4

NRC, d.d. 7 april 2021, «De digitale surveillant staat naast je bed», https://www.nrc.nl/nieuws/2021/04/07/de-digitale-surveillant-staat-naast-je-bed-a4038905

Naar boven