Vragen van de leden Boswijk en Geurts (beiden CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over natuur die zich goed ontwikkelt ondanks stikstofdepositie en de definitie van het begrip project bij vergunningsverzoeken (ingezonden 16 april 2021).

Mededeling van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 26 april 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Ecoloog: Korenburgerveen ontwikkelt zich goed ondanks stikstofdepositie»?1

Vraag 2

Hoe verklaart u dat de natuur in het Achterhoekse Natura 2000-gebied Korenburgerveen zich in de praktijk beter ontwikkelt dan op basis van theoretische stikstofmodellen werd voorspeld?

Vraag 3

Wat is uw appreciatie van de uit de analyse voortkomende conclusie dat door gerichte (hydrologische) herstelmaatregelen het effect van de depositie van stikstof in het Korenburgerveen geminimaliseerd wordt en er in het gebied sprake is van een gunstige ontwikkeling?

Vraag 4

Wat betekent deze ontwikkeling in het Natura 2000-gebied Korenburgerveen voor andere Natura 2000-gebieden in Nederland? Ziet u dit als aanleiding om ook in andere gebieden meer in te zetten op gerichte (hydrologische) herstelmaatregelen of dat ten minste te onderzoeken?

Vraag 5

Deelt u de mening dat deze casus eens te meer aantoont dat het van groot belang is om verder te kijken dan de theoretische gevolgen van het overschrijden van kritische depositiewaardes voor stikstof, en dat een integrale aanpak met daarin meer aandacht voor herstelmaatregelen in de praktijk tot betere resultaten leidt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat betekent deze conclusie voor het stikstofbeleid op de korte, middellange en lange termijn?

Vraag 6

Kunt u een definitie geven van het begrip «project», aangezien dit niet is gedefinieerd of wordt uitgelegd in de Wet natuurbescherming of de Habitatrichtlijn?

Vraag 7

Kan het begrip «project» naar eigen oordeel worden afgebakend door aanvragers of bevoegde gezagen?

Vraag 8

Moeten bij een uitbreiding op basis van het verkeersmodel Nederlands Regionaal Model (NRM) de mogelijke effecten van de verkeersaantrekkende werking van de beoogde uitbreiding meegenomen worden?

Vraag 9

Moet een vergunning die aangevraagd wordt in het kader van de Wet natuurbescherming (bijvoorbeeld een melkveehouderij die van 100 melkkoeien wil groeien naar uiteindelijk 300 melkkoeien) betrekking hebben op het gehele project (bijvoorbeeld 300 melkkoeien), of mag het in onderdelen worden opgeknipt (bijvoorbeeld elke twee jaar een vergunning vragen voor 100 koeien meer ten opzichte van de vorige aanvraag)?

Vraag 10

Kan een vergunningverzoek van Bedrijf B dat extern wil salderen met bedrijf A (beide uiteindelijk van dezelfde eigenaar en 54 kilometer uit elkaar liggend) in behandeling worden genomen als bedrijf A nog geen onherroepelijke Wet natuurbescherming-vergunning heeft waarin de stikstofruimte is vastgelegd?

Vraag 11

Kunt u deze vragen beantwoorden voor 7 mei 2021?

Mededeling

De vragen van de leden Geurts en Boswijk (beiden CDA) over natuur die zich goed ontwikkelt ondanks stikstofdepositie en de definitie van het begrip project bij vergunningsverzoeken (ingezonden op 16 april, kenmerk 2021Z06264) kunnen helaas niet binnen de gebruikelijke termijn beantwoord worden, vanwege het ophalen van de benodigde informatie en de benodigde afstemming.

Ik zal u de antwoorden zo spoedig mogelijk doen toekomen.


X Noot
1

Nieuwe Oogst, 15 april 2021, «Ecoloog: Korenburgerveen ontwikkelt zich goed ondanks stikstofdepositie» (https://www.nieuweoogst.nl/nieuws/2021/04/15/ecoloog-korenburgerveen-ontwikkelt-zich-goed-ondanks-stikstofdepositie)

Naar boven