Vragen van het lid De Roon (PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over dreigementen van de EU aan het adres van Servië en Kosovo vanwege plannen ambassades te openen in Jeruzalem: (ingezonden 9 september 2020).

Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 30 september 2020).

Vraag 1

Kent u het bericht «EU warns Serbia, Kosovo against opening embassies in Jerusalem»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4, 5, 6

Deelt u mijn mening dat er sprake is van een nauwelijks verholen dreigement gericht aan die landen?

Bent u van mening dat landen zelf vrijelijk moeten kunnen bepalen waar ze hun ambassades willen vestigen?

Deelt u mijn mening dat de dreigementen van de EU simpelweg een mes op de keel van de (nu nog) soevereine Balkanstaten Servië en Kosovo zijn?

Bent u bereid afstand te nemen van dit soort verstikkende chantagepraktijken en bent u bereid de Hoge Vertegenwoordiger van de EU, de heer Borrell, hierop aan te spreken? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid de Nederlandse ambassade in Israël nog dit jaar naar Jeruzalem te verhuizen?

Antwoord 2, 3, 4, 5, 6

Het kabinet verwelkomt de toenadering tussen Servië en Kosovo, en tussen Kosovo en Israël. Het kabinet heeft tevens kennisgenomen van de aankondigingen dat Servië en Kosovo overwegen ambassades in Jeruzalem te openen. Van (potentiële) kandidaat-lidstaten zoals Kosovo en Servië wordt verwacht dat zij zich proactief aansluiten bij het beleid en de inzet van de Europese Unie t.a.v. derde landen. Dit wordt regelmatig opgebracht in contacten met (potentiële) kandidaat-lidstaten, zowel in EU-verband als bilateraal.

(Potentiële) kandidaat-lidstaten hebben zich gecommitteerd om op termijn het EU acquis over te nemen. Het betreft een vrijwillige keuze van de betreffende landen en er is dan ook geen sprake van dreigementen of chantage. De EU monitort de mate waarin kandidaat-lidstaten zich aansluiten bij het EU-beleid t.a.v. derde landen en rapporteert hierover in de jaarlijkse voortgangsrapportages. De woordvoerder van de Hoge Vertegenwoordiger benadrukte na de aankondiging van Servië en Kosovo dat de EU positie onveranderd is en het van (potentiele) kandidaat-lidstaten verwacht wordt dat zij zich aansluiten bij het EU beleid hieromtrent. Het kabinet acht het positief dat de EU direct zorg heeft uitgesproken over de aankondiging van de beide landen t.a.v. het vestigen van hun ambassades in Jeruzalem.

Het standpunt van het kabinet over een verhuizing van de Nederlandse ambassade is onveranderd. Nederland heeft in 1980 de ambassade in Israël verplaatst van Jeruzalem naar Tel Aviv overeenkomstig VN-Veiligheidsraad resolutie 478, waarin wordt uitgesproken dat de annexatie van Oost-Jeruzalem door Israël in strijd is met internationaal recht en staten worden opgeroepen om hun ambassades uit Jeruzalem te verplaatsen, voor zover ze dat nog niet hebben gedaan.

Voor Nederland en de EU vormen de grenzen van 1967 de basis voor de twee-statenoplossing, ook voor wat betreft de toekomstige status van Jeruzalem. Totdat met instemming van beide partijen een oplossing is bereikt – met inbegrip van de status van Jeruzalem – is verplaatsing van de ambassade niet aan de orde. Zie ook de kamerbrief over de verplaatsing van de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem d.d. 9 januari 2018 (Kamerstuk 23 432, nr. 444).

Naar boven