Vragen van de leden Smeulders, Bromet, Kröger en Buitenweg (allen GroenLinks) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Justitie en Veiligheid over misstanden in de transportsector (ingezonden 1 maart 2021).

Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 15 april 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2086.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «TLN en PostNL bemoeiden zich met onderzoek naar misstanden in transportsector»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat was de aanleiding om opdracht te geven tot dit onderzoek? Wie is precies de opdrachtgever?

Antwoord 2

Crimineel misbruik van de transport- en logistieke sector vormt een concreet gevaar voor de internationale positie van Nederland en haar positie van «gateway to Europe». Dit was voor Transport en Logistiek aanleiding onderzoek te laten uitvoeren naar de kwetsbaarheid van de sector voor crimineel misbruik. Het rapport heet Doorbraak verzocht.

Transport en Logistiek Nederland was opdrachtgever. Gezien het belang van het onderzoek naar kwetsbaarheden van de sector, heeft mijn ministerie een subsidie verleend.

Vraag 3

Klopt het dat Transport en Logistiek Nederland (TLN) en PostNL hebben geprobeerd dit onderzoek niet door te laten gaan? Welke argumenten gaven zij daarbij? Wat was uw afweging om het toch door te zetten?

Antwoord 3

TLN is opdrachtgever voor dit onderzoek en verantwoordelijk voor het laten uitvoeren ervan.

Als subsidieverlener was het niet aan mij om het onderzoek al dan niet door te laten gaan. Ik heb geen bericht of signalen gekregen dat TLN er vanaf wilde zien en daarmee geen gebruik meer wilde maken van deze subsidie.

Vraag 4

Wat vindt u ervan dat TLN heeft geprobeerd de resultaten van het onderzoek te beïnvloeden? Zijn er door bemoeienissen van TNL of Post NL wijzigingen gekomen in de onderzoeksscope, -methode of anderszins?

Antwoord 4

TLN heeft als opdrachtgever van het onderzoek een zorgvuldig proces ingericht.

Zoals in het rapport vermeld was er een klankbordgroep en een begeleidingsgroep, met daarin ook wetenschappers. Ook de onderzoeker zelf is gehouden aan en heeft zich gehouden aan de wetenschappelijke vereisten. Mijn ministerie nam deel aan de begeleidingsgroep. Dat gold ook voor TLN als opdrachtgever, die daarin hun opmerkingen en vragen in hebben gebracht. De mate en wijze van verwerking van input uit de begeleidingsgroep was uiteindelijk aan de onderzoeker. De methode en uitvoering van het onderzoek heeft naar het oordeel van de wetenschappers voldaan aan de daarvoor geldende wetenschappelijke kaders.

Vraag 5

Wat vindt u van de uitkomsten van het onderzoek? Welke stappen worden gezet naar aanleiding van dit onderzoek?

Antwoord 5

Ik vind het een gedegen onderzoek. Dat de branche opdracht heeft gegeven voor onderzoek naar criminaliteit in de transportsector, laat zien dat de sector ondermijnende criminaliteit krachtig wil bestrijden. De risico’s en kwetsbaarheden voor misbruik/criminele inmenging zoveel mogelijk in kaart brengen, helpt de aanpak van ondermijning verder te verbeteren en om economische sectoren/infrastructuur weerbaarder te maken tegen criminaliteit. Ik ga de uitkomsten bestuderen en onder meer met TLN en de Minister van SZW bespreken. Dit voorjaar gaan we er in een kabinetsreactie nader op in.

Vraag 6

Kunt u een uitgebreide en integrale reactie op het rapport naar de Kamer sturen? Kunt u daarbij ook uitgebreid ingaan op de sociaaleconomische kwetsbaarheid van chauffeurs in de sector?

Antwoord 6

Zie antwoord op vraag 5. In het voorjaar komt er een kabinetsreactie, waarin ook aandacht zal zijn voor de sociaaleconomische kwetsbaarheid van chauffeurs.


X Noot
1

NRC, 23 februari 2021, TLN en PostNL bemoeiden zich met onderzoek naar misstanden in transportsector (https://www.nrc.nl/nieuws/2021/02/23/tln-en-postnl-bemoeiden-zich-met-onderzoek-naar-misstanden-in-transportsector-a4032960)

Naar boven