Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over burgers die in 2021 ongevraagd een voorlopige aanslag krijgen (ingezonden 25 februari 2021).

Mededeling van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst) (ontvangen 30 maart 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met de toename van het aantal mensen dat in 2021 voor het eerst een voorlopige aanslag heeft ontvangen?

Vraag 2

Kunt u aangeven waarom deze mensen een voorlopige aanslag krijgen terwijl zij die nooit eerder hebben gehad en om hoeveel mensen het gaat?

Vraag 3

Kunt u aangeven waarom velen van hen individueel worden aangeslagen in plaats van met hun fiscaal partner?

Vraag 4

Kunt u aangeven waarom sommigen ook een voorlopige aanslag kregen over 2022 en om hoeveel mensen het hierbij ging?

Vraag 5

Waarom vermeldt de site van de Belastingdienst dat ongevraagde voorlopige aanslagen verstuurd worden omdat de dienst «steeds vaker van tevoren [kan] inschatten hoeveel inkomstenbelasting [iemand] moet betalen in het komende jaar»? Hoe verhoudt zich dit volgens u tot de meer persoonlijke aanpak die u eerder heeft aangekondigd?

Vraag 6

Heeft het versturen van deze voorlopige aanslagen relatie tot fraudebestrijding? Zo ja, uit welke redenering volgt dit?

Vraag 7

Deelt u de mening dat het ongevraagd versturen van voorlopige aanslagen aan deze mensen leidt tot verbazing en ontsteltenis, zeker nadat hun vertrouwen in de Belastingdienst is geschaad door de Toeslagenaffaire?

Vraag 8

Deelt u de mening dat particulieren een voorlopige aanslag moeten ontvangen omdat zij er zelf om gevraagd hebben? Zo ja, bent u bereid dit recht te zetten?

Mededeling

De schriftelijke vragen van het lid Van Weyenberg aan de Staatssecretaris van Financiën over ongevraagde voorlopige aanslagen (2021Z03459, ingezonden 19 februari 2021) kunnen niet binnen de gewenste termijn worden beantwoord. Tevens hebben wij op 25 februari 2021 Kamervragen ontvangen van lid Leijten (2021Z03733) over hetzelfde onderwerp. Het streven is daarom de antwoorden op deze vragen uiterlijk eind maart gezamenlijk aan te bieden aan uw Kamer.

Naar boven