Vragen van het lid Geurts (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de rechterlijke uitspraak over het verlenen van een Wnb vergunning ten behoeve van het wijzigen van een melkveehouderij (ingezonden 16 maart 2021).

Mededeling van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 31 maart 2021).

Vraag 1

Wat is uw eerste reactie op de uitspraak van de voorzieningenrechter ten aanzien van de verleende Wet natuurbescherming-vergunning ten behoeve van het wijzigen van een melkveehouderij?1

Vraag 2

Herkent u zich in de uitspraak dat de emissiefactoren in de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) niet voldoende wetenschappelijk onderbouwd zijn en dat «met de enkele vaststelling door de Minister van deze emissie is deze zekerheid niet gegeven»? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Hoe kan het dat een rechter het niet voldoende vindt of accepteert dat een door de overheid erkende vloer met emissiewaarde, door derden gecontroleerd, wordt toegepast? Is de rechter volgens u op de stoel van de Rav-commissie gaan zitten?

Vraag 4

Wat betekent dit voor de rest van Rav-lijst? Welke gevolgen verbindt u eraan?

Vraag 5

Kan aangegeven worden op basis van welke meting en onderzoek de rechter zijn oordeel heeft geveld? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Klopt het dat in het AERIUS-model al rekening wordt gehouden met onzekerheid, dus ook met de kans dat uitstoot van een stalvloer bij bepaald weer et cetera af kan wijken? Zo ja, is dit door de landsadvocaat ook ingebracht?

Vraag 7

Hoe verhouden de Rav-emissienormen zich tot de conclusies in het rapport «Analyse stikstofbronmaatregelen» van het Planbureau voor de Leefomgeving?2

Vraag 8

Wat vindt u ervan dat de Rav-emissiefactoren volgens de voorzieningenrechter niet als juridische basis kunnen worden gebruikt voor stikstofemissieberekeningen van bedrijven ten behoeve van bedrijfsontwikkelingen? Op welke cijfers zouden agrarische ondernemers zich dan moeten baseren?

Vraag 9

Wat voor gevolgen heeft deze rechterlijke uitspraak nu en in de toekomst voor de berekening van stikstofuitstoot bij activiteiten van agrarische bedrijven?

Vraag 10

Wat voor gevolgen heeft deze rechterlijke uitspraak nu en in de toekomst voor stikstofuitstoot bij activiteiten van alle bedrijven en economische activiteiten?

Vraag 11

Wat voor invloed heeft deze uitspraak op de stikstofaanpak en de berekeningen die daarin gemaakt zijn ten aanzien van het effect van innovatieve bronmaatregelen?

Vraag 12

Welke acties bent u van plan te ondernemen als gevolg van deze uitspraak? Hoe ziet het juridische vervolgtraject eruit en gaat u om spoedbehandeling vragen?

Mededeling

Op 16 maart jl. heeft het lid Geurts (CDA) vragen gesteld over de rechterlijke uitspraak over het verlenen van een Wnb vergunning ten behoeve van het wijzigen van een melkveehouderij.

In verband met de benodigde afstemming kunnen de vragen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

Ik streef er naar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Uitspraak Rechtbank Noord-Nederland, zaaknummers LEE 21–184 en 21–185, gepubliceerd 15 maart 2021, https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNNE:2021:810&showbutton=true&keyword=LEE+21%2f184

X Noot
2

Kamerstuk 35 334, nr. 130

Naar boven