Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de ontheffing van de avondklok voor
de jacht op zwijnen en vossen (ingezonden 27 januari 2021).
Nader antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen
29 maart 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1593.
Vraag 1
Kent u het bericht «Ontheffing van avondklok voor jacht op zwijnen en vossen»?1
Vraag 2
Is het waar dat de Minister van LNV aan provincies en provinciale faunabeheereenheden
gevraagd heeft om «ontheffingen te regelen voor de jacht op zwijnen en vossen»? Zo
nee, is er vergelijkbare communicatie geweest waarop de KNJV (Koninklijke Nederlandse
Jagersvereniging) zich baseert? Zo ja, met welke partijen?
Vraag 3
Beaamt u dat jacht geen uitzonderingsgrond is voor een ontheffing op de avondklok?
Zo ja, wat is dan de wettelijke basis voor deze ontheffingen?
Vraag 4
Kunt u aangeven welk doel gediend is met het verontrusten, bejagen en doden van vossen
en zwijnen gedurende de nachtelijke uren?
Vraag 5
Deelt u de mening dat er gedurende de nachtelijke uren op geen enkele wijze sociale
controle uitgeoefend kan worden op de jacht en dat BOA’s of jachtopzichters niet zelden
in dienst van de jagers zijn?
Vraag 6
Waarom kiest u voor een centrale oproep om ontheffingen af te geven, waar u in andere
gevallen doorgaans kiest voor decentrale verantwoordelijkheden met betrekking tot
de jacht?
Vraag 7
Hoe verhoudt deze oproep zich tot een recente uitspraak van de rechtbank in Den Haag,
die de ontheffing op nachtelijk jagen op vossen heeft verboden in Zuid-Holland?2
Vraag 8
In welke andere Europese landen krijgen jagers ontheffing van coronapreventie, zoals
de avondklok?
Vraag 9
Beaamt u dat het gebruik van lichtbakken, restlichtversterkers, nachtzichtapparatuur
en geluidsdempers in de regel beschouwd wordt als een onwenselijke stropersmethode?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Waarom zouden jagers dieren gemakkelijker kunnen benaderen in het donker dan overdag
en hoe verhoudt die noodzaak zich tot een vermeende overpopulatie?
Vraag 11
Welke invloed heeft nachtelijke bejaging op de verkeersveiligheid en het oversteekgedrag
van opgejaagde dieren, in de randen van de nacht en vroege ochtend?
Vraag 12
Hoe past de door u bepleite ontheffing zich tot het zoveel mogelijk beperken van ontheffingen?
Vraag 13
Is er een formeel of informeel verzoek bij u ingediend waarin gepleit werd voor ontheffing
van de avondklok? Zo ja, van wie was dat verzoek afkomstig en kunt u dat met de Kamer
delen? Zo nee, waardoor werd uw initiatief dan ingegeven?
Vraag 14
Kunt u deze vragen gelet op de urgentie van invoering van de avondklok en het ontheffingenbeleid
binnen een week beantwoorden?
Vraag 15
Bent u bereid deze vragen afzonderlijk van elkaar te beantwoorden?
Nader antwoord
In de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door het lid Wassenberg (PvdD) over
het bericht «Ontheffing van avondklok voor jacht op zwijnen en vossen» op 27 januari
2021 onder nummer 2021Z01515, heb ik toegezegd om de bij mijn ministerie binnengekomen verzoeken met betrekking
tot het beheer van wilde zwijnen tijdens de avondklok met uw Kamer te delen.
Er zijn bij mijn ministerie verzoeken binnengekomen vanuit de Koninklijke Nederlandse
Jagersvereniging (KNJV), de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG),
de Provincie Limburg en Faunabeheereenheid Gelderland3. Hierbij stuur ik u de verzoeken door. Ik wil u erop wijzen dat een aantal van deze
verzoeken een informeel karakter heeft.