Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 2182 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 2182 |
Klopt het dat vijftig melkveehouders rond de Nieuwkoopse Plasssen 300.000 euro subsidie van het Ministerie van LNV en 200.000 euro subsidie van de provincie Zuid-Holland krijgen voor een onderzoek naar emissie-arme melkveehouderij?1
Er is behoefte aan kennis en inzicht om de bedrijfsprocessen te verduurzamen, met name op het gebied van ammoniak. Deze kennis is de basis voor innovatie. Door LNV is voor deze pilot € 300.000 toegezegd, de provincies Zuid-Holland en Utrecht hebben de bereidheid uitgesproken om ook bij te dragen maar moeten het bedrag nog vaststellen.
Klopt het dat als onderdeel van de pilot de benodigde innovatie betaald zou worden door andere bedrijven door middel van het verleasen van ammoniakuitstoot? Zo ja, hoe verhoudt zich dat tot de subsidies van het ministerie en de provincie?
De intentie is om er voor te zorgen dat de via saldering te verwaarden maatregelen niet met overheidssubsidie gerealiseerd worden. Zowel in de nog op te stellen Beleidsregel voor het verleasen vanuit innovatie als bij de subsidieverlening zal hier aandacht aan worden besteed mede vanwege staatssteunregels. De subsidie vanuit mijn ministerie is gericht op het vergroten van kennis en niet op het treffen van fysieke maatregelen.
Klopt het dat de milieuwinst in de vorm van ammoniakuitstoot wordt verleaset aan andere bedrijven? Zo ja, wordt deze milieuwinst daadwerkelijk uitgesloten van de extern salderen-maatregel door de provincie?2
Wordt er helemaal geen stikstofruimte teruggeven aan de natuur, waar in de eerste berichtgeving nog sprake van was?3
Klopt het dat maar 70% van de verleasde stikstofruimte ingezet kan en mag worden gedurende de looptijd van de overeenkomst, zoals is toegezegd? Zo ja, hoe is het mogelijk dat de provincie Zuid-Holland een uitzondering geeft? Zo nee, hoeveel procent van de verleaste stikstofruimte wordt teruggegeven aan de natuur?4
Er wordt voor de pilot in de Nieuwkoopse plassen een constructie van samenhangende regels voorzien waarbij saldering tijdelijk of permanent mogelijk wordt gemaakt, maar beperkt wordt tot saldering van innovatieruimte. Bij tijdelijke saldering kan er tussen de private partijen sprake zijn van een leasecontract met een langere termijn. Van belang daarbij is dat niet de volledige door innovatie verkregen winst zal worden gesaldeerd, maar 56% hiervan. De overige 44% komt ten goede aan de natuur.
Rechtvaardigt dit de investering bezien vanuit de afspraken die reeds zijn gemaakt rondom emissiebeperkingen en -plafonds?
De pilot zal uit moeten wijzen of er door middel van het verleasen van een deel van de bespaarde stikstofreductie een sluitend verdienmodel te maken is om de innovatie in het gebied te versnellen en daarmee de totale uitstoot te verlagen.
Het voorstel voor de Wet stikstofreductie en natuurverbetering dat onlangs is aangenomen, strekt ertoe de structurele aanpak wettelijk te verankeren. Het hoofddoel van de structurele aanpak is het realiseren van een gunstige of – waar dat nog niet mogelijk is – een verbeterde landelijke staat van instandhouding van stikstofgevoelige soorten en habitattypen. Salderingstechnieken zoals verleasen, die tot doel hebben om – onder voorwaarden – toestemmingverlening mogelijk te maken, zijn geen onderdeel uit van dit wetsvoorstel.
Deze werkwijze beoogt echter wel de stikstofemissie versneld te verminderen en een substantieel deel van die reductie ten goede te laten komen aan de natuur. De vormgeving van de pilot zorgt ervoor dat de betrokken boeren gestimuleerd worden een uiterste inzet op stikstofreductie te plegen en hun bedrijf een gezonde toekomst te geven. Daarnaast ondersteun ik deze boeren om hun bedrijfsvoering te verduurzamen, waarmee emissies afnemen.
Op welke manier past deze uitzondering binnen de voorgenomen reductiedoelstelling voor stikstof die reeds binnen de structurele aanpak stikstof is afgesproken en die geldt voor alle agrarische ondernemers in Nederland? Is hier sprake van een gelijk speelveld?
De aanpak in deze pilot vind ik belangrijk vanwege de versnelling die deze kan geven in het optimaal reduceren van stikstofemissie, het toekomstperspectief dat het geeft aan de betrokken boeren en de verlaagde stikstofdepositie op de natuur. Indien de pilot de verwachtingen waarmaakt zal dit het bereiken van de reductiedoelstelling plaatselijk versnellen.
Zit er een maximum aan het aantal keer dat de stikstofruimte door deze ondernemers verleaset mag worden?
Er zal bij tijdelijke saldering (met onderliggend leasecontract tussen private partijen) sprake zijn van een maximale periode dat de ruimte beschikbaar kan worden gesteld. Deze periode wordt vastgelegd in de provinciale beleidsregels. Het is aan de ondernemer of de ruimte in één keer of in meerdere kleine delen binnen deze periode beschikbaar wordt gesteld.
Op welke manier past deze uitzondering op het extern salderen bij het aangekondigde Omschakelprogramma waarbij integraal bijgedragen moet worden aan het vergroten van de biodiversiteit, vermindering van externe inputs en verbeteren van de bodemkwaliteit?5
Met het omschakelprogramma beoog ik boeren perspectief te bieden en wil ik ze stimuleren en ondersteunen om versneld om te schakelen naar stikstofarme(re) en meer duurzame agrarische bedrijfsvoering.
Het Investeringsfonds is de kern van het Omschakelprogramma, met het fonds zullen op basis van goedgekeurde bedrijfsplannen achtergestelde leningen (risicodragend kapitaal) worden verstrekt aan agrarische ondernemers die willen investeren in de omschakeling naar een meer extensieve en/of meer circulaire bedrijfsvoering. Hierbij wil ik benadrukken dat het echt om een omschakeling in het bedrijfssysteem moet gaan, het Investeringsfonds ondersteunt de investeringen die nodig zijn voor het realiseren van het integrale bedrijfsplan voor omschakeling. Dat betekent dat een ondernemer die bijvoorbeeld enkel een stal renoveert en daarvoor middelen aanvraagt uit het Investeringsfonds niet in aanmerking zal komen. Over de voorwaarden en aanmeldingsprocedures van de pilot van het Investeringsfonds zal ik u later dit voorjaar nader informeren.
De pilot in de Nieuwkoopse plassen heeft een bredere doelstelling dan het verlagen van de stikstofuitstoot door innovatieve stalsystemen en mestopslag. Ook andere mogelijkheden om in de bedrijfsvoering te komen tot emissiereductie zijn onderdeel van de pilot. Daarmee zie ik geen spanning tussen deze aanpak en de doelen van het Omschakelprogramma.
Komt de verleaste stikstofruimte na de verleaseperiode weer tot de vrije beschikking van de ondernemer?
De afroming van 44% is permanent. Bij het kortstondige verleasen wat in veel provincies mogelijk is gemaakt komt de volledige ruimte na de verleaseperiode weer terug bij de ondernemer. In de pilot kan slechts 56% van de ruimte weer teruggaan naar de ondernemer. Daartoe zal de ondernemer dan wel een aanvraag moeten indienen bij het bevoegd gezag voor een project of plan waarvoor deze of minder ruimte nodig is.
Klopt het dat deze ondernemer die stikstofruimte kan gebruiken voor het vergroten van de veestapel, onder het gebruikelijke voorbehoud van fosfaatrechten en de regels rondom grondgebondenheid? Zo ja, in hoeverre zorgt de pilot daarmee voor een versnelling van de reductie van stikstofuitstoot rondom de Nieuwkoopse Plassen ten opzichte van het huidige voorgenomen stikstofbeleid?
Binnen de specifieke beleidsregels voor de pilot zou het voor een deelnemende veehouder inderdaad mogelijk zijn om met een deel van de bespaarde emissieruimte zijn bedrijf uit te breiden. Ook voor een eventuele uitbreiding geldt dat die optimaal stikstofemissie moet reduceren. Door het samenstel van prikkels, de betrokkenheid van de boeren in het gebied en de afroming voor de natuur zal er sneller gekomen worden tot investeringen in de boerderijen in het gebied en tot reductie van de depositie. Daarnaast wordt er een voorbeeld gegeven voor versnelde verschoning voor de sector als geheel.
Deelt u de mening dat subsidiëring van innovatie nodig is om de transitie in te zetten naar een nieuwe vorm van landbouw waarbij de natuur ook wordt hersteld? Zo ja, hoe zorgt u dat extern salderen ook daadwerkelijk reductie oplevert, met inachtneming van de mogelijkheid om te salderen met latente ruimte? Zo nee, waarom niet?
Er zijn verschillende programma’s voor de ondersteuning van innovatie en transitie in de landbouw, die ik erg belangrijk vind. Daarbij kunt u onder andere denken aan de Subsidieregeling brongerichte verduurzaming en het Omschakelprogramma. Daarnaast juich ik initiatieven als in de Nieuwkoopse plassen toe om andere financieringsbronnen te vinden. Als uit innovaties ruimte ontstaat om extern te salderen, borgen de beleidsregels intern en extern salderen dat er daadwerkelijk depositiereductie optreedt.
Algemeen Dagblad, 20 januari 2021, «Nieuwkoopse stikstofboeren krijgen tonnen subsidie van Minister Schouten voor project: «Dit moeten we een kans geven»» (https://www.ad.nl/alphen/nieuwkoopse-stikstofboeren-krijgen-tonnen-subsidie-van-minister-schouten-voor-project-dit-moeten-we-een-kans-geven~a70d9fc9/).
Algemeen Dagblad, 4 september 2020, «Stikstofprobleem: hebben deze Nieuwkoopse boeren het Ei van Columbus gevonden?» (https://www.ad.nl/alphen/stikstofprobleem-hebben-deze-nieuwkoopse-boeren-het-ei-van-columbus-gevonden~aebaf304/).
NOS, 6 januari 2020, «Nieuwkoopse boeren verleasen stikstofruimte aan industrie» (https://nos.nl/artikel/2363245-nieuwkoopse-boeren-verleasen-stikstofruimte-aan-industrie.html).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-2182.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.