Vragen van het lid Von Martels (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Minister laat termijn verstrijken in rechtszaak over vergunningen garnalenvissers» (ingezonden 5 maart 2021).

Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 26 maart 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2154.

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Minister laat termijn verstrijken in rechtszaak over vergunningen garnalenvissers»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3

Klopt de constatering dat u de termijn in rechtszaak over de natuurvergunningen van de garnalenvissers heeft laten verstrijken en dat daardoor het beroep van Natuurmonumenten gegrond is verklaard? Zo ja, waarom heeft u de termijn laten verstrijken?

Bent u voornemens om in de nieuwe termijn van acht weken wel een natuurtoets in te leveren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2, 3

Natuurmonumenten heeft hoger beroep aangetekend tegen de vergunningen die zijn verleend op grond van de Wet natuurbescherming, uitsluitend daar waar het gaat om de garnalenvisserij in het Natura 2000-gebied Westerschelde.

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) heeft in een tussenuitspraak van 22 november 2020 geoordeeld dat deze vergunningen terecht zijn verleend, maar het Ministerie op het punt van cumulatie óók de eventuele effecten van de Belgische garnalenvisserij in dit gebied had moeten meewegen. Hiertoe heeft de Afdeling het Ministerie in de gelegenheid gesteld die aanvullende effectanalyse binnen de hoge beroepsprocedure in te zenden. Daarmee kon de Afdeling mogelijk direct zelf, finaal, in de zaak voorzien.

De gevraagde aanvulling kon vanwege de vereiste zorgvuldigheid in ecologische onderbouwing pas afgerond worden na het reeds verstrijken van de door de Afdeling gestelde termijn. Per abuis is niet tijdig om verlenging van de termijn verzocht. Opvolgend heeft de Afdeling de beroepsgronden op het punt van cumulatie gegrond verklaard.

Tegelijkertijd heeft de Afdeling het Ministerie alsnog in de gelegenheid gesteld de nieuw beslissingen op bezwaar te nemen met in achtneming van de uitspraak en tussenuitspraak op het punt van cumulatie. Dat zal zo spoedig mogelijk plaatsvinden.

Vraag 4

Bent u zich ervan bewust dat deze situatie zorgt voor grote onzekerheid onder de zes garnalenvissers en enkele producentenorganisaties? Zo ja, wat gaat u eraan doen om zo snel mogelijk duidelijkheid te scheppen?

Antwoord 4

Uitsluitend de beslissingen op bezwaar zijn vernietigd, de primaire besluiten – waarbij de vergunningen zijn verleend – zijn niet vernietigd. De nieuwe beslissingen op bezwaar zullen zo spoedig mogelijk genomen worden. Die besluiten zijn vervolgens rechtstreeks aanvechtbaar in hoger beroep. Ik erken dat daarmee de gewenste rechtszekerheid van de betrokken vissers langer op zich laat wachten. Dat betreur ik ten zeerste.


X Noot
1

Algemeen Dagblad, 3 maart 2021, «Minister laat termijn verstrijken in rechtszaak over vergunningen garnalenvissers» (Minister laat termijn verstrijken in rechtszaak over vergunningen garnalenvissers | Zeeland | AD.nl)

Naar boven