Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het inschakelen van burgers bij de bestrijding van ondermijning (ingezonden 1 maart 2021).

Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 24 maart 2021) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2073

Vraag 1

Kent u het bericht «Burgers effectief in aanpak ondermijning»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat kunnen oplettende burgers doen als zij menen dat zij signalen van ondermijnende criminaliteit zien? Wat doen politie, gemeente of Belastingdienst nu bijvoorbeeld met een signaal dat een winkel nog steeds bestaat, ook al komen daar nooit klanten? Of wat doen zij met een melding dat een werkloze buurman in een te dure auto rijdt?

Antwoord 2

Burgers kunnen bij verschillende (overheids)instanties melding maken van ondermijnende criminaliteit. Denk aan:

  • De politie, waar signalen rechtstreeks – op een laagdrempelige wijze – kunnen worden gemeld.2

  • Meld Misdaad Anoniem (M.), waarmee sinds 2002 anoniem contact kan worden opgenomen.3 Dit meldpunt kan met de burgers klankborden over een melding en ervoor zorgen dat informatie bij de politie, andere opsporingsinstanties (zoals de FIOD4) en gemeenten terecht komt.

  • Gemeenten die inmiddels zijn aangesloten bij M. en ook steeds vaker zelf een meldpunt voor signalen van ondermijnende criminaliteit hebben. Gemeenten kunnen in contact treden met de politie over meldingen door middel van het zogenaamde Informatieplein. Gemeenten kunnen de meldingen (samen met ketenpartners) ook gebruiken bij de uitoefening van hun wettelijke taak -het handhaven van de openbare orde- en daarmee in de strijd tegen ondermijning.

  • De FIOD5 waar meldingen gedaan kunnen worden op gebied van financieel- economische en fiscale fraude bij de zogeheten Informatiedesk.

Een melding kan op verschillende manieren worden opgevolgd. Dit hangt af van de aard van de melding en de wettelijke taak van de genoemde instanties (zie antwoord vraag 5).

Vraag 3

Deelt u de mening van de in het bericht genoemde onderzoekers dat een hogere meldingsbereidheid van signalen van ondermijning door burgers kan leiden tot een effectievere aanpak van ondermijning? Zo ja, waarom en hoe gaat u hier gevolg aan geven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ja, zoals het artikel zelf al aangeeft: »je gaat het pas zien als je het doorhebt». Burgers spelen een cruciale rol in het veilig houden van de maatschappij. Zij vormen zelf de «oren en ogen» van hun omgeving en de samenleving.

Daarom wordt ingezet op een hogere meldingsbereidheid. Er zijn op dit gebied verscheidene initiatieven ontplooid:

  • Om de meldingsbereidheid te vergroten zijn diverse (thema- en doelgroepgerichte) campagnes6 -die inspelen op de aanpak van ondermijnende criminaliteit- geïnitieerd door Meld Misdaad Anoniem.7 In 2020 is een recordaantal van ruim 25.000 meldingen doorgezet naar de politie, andere opsporingsinstanties en gemeenten. Uit een analyse blijkt dat ongeveer twee derde van deze meldingen raakvlakken heeft met ondermijnende criminaliteit.

  • Platform Veilig Ondernemen organiseert voorlichtingsmomenten met een laagdrempelig en een afsluitend informeel karakter waarbij verbinding met de doelgroepen8 wordt gezocht d.m.v. het uitwisselen van praktijkvoorbeelden en concrete tips. Dergelijke voorlichtingsacties hebben een aantal maal geleid tot het oprollen van druggerelateerde locaties.

  • De ondermijning app9 heeft tot doel bij te dragen aan (het verhogen van) de meldingsbereidheid van burgers. De app is vrij toegankelijk en geeft informatie over het herkennen van (soorten) ondermijning, een overzicht van actualiteiten, kennis, contactgegevens en meldpunten waar burgers terecht kunnen.

Vraag 4

Wat wordt er al gedaan om de genoemde meldingsbereidheid van burgers aan te moedigen en te vergroten?

Antwoord 4

Zie antwoord vraag 2 en 3.

Vraag 5

Hoe kan worden voorkomen dat signalen van burgers tot onterechte verdenkingen gaan leiden?

Antwoord 5

Een verdenking moet zijn gebaseerd op feiten en omstandigheden. Een melding van een burger is slechts een signaal. Zeker een melding, als genoemd in vraag 2, zal bewerkt moeten worden met andere informatie om te kunnen leiden tot een concrete strafrechtelijke verdenking. Meldingen met een strafrechtelijk karakter zullen, indien er voldoende aanleiding is, altijd gedeeld worden met de politie. De informatie uit de melding moet als betrouwbaar en correct worden ingeschat. Deze inschatting doet de opsporingsinstantie over het algemeen aan de hand van reeds bekende informatie bij de opsporingsinstantie zelf.

De melding kan vervolgens worden toegevoegd aan een onderzoek, de aanleiding zijn voor een nieuw onderzoek of aanleiding zijn voor het heropenen van een oude zaak. Een melding kan bijvoorbeeld andere informatie bevatten die niet relevant is voor het verkrijgen van een concrete verdenking, maar wel voor een lopend of afgesloten opsporingsonderzoek.10 Daarmee kan een melding een waardevolle bijdrage leveren aan het succesvol afronden van een opsporingsonderzoek waardoor een verdenking wettig en overtuigend bewezen kan worden.

De opsporing heeft daarom baat bij betrouwbare meldingen. Dat neemt niet weg dat in sommige gevallen tijdens het opsporingsonderzoek kan blijken dat de informatie uit de melding niet klopte of niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dan wel niet relevant was voor het opsporingsonderzoek.

Vraag 6

Deelt u de mening van de genoemde onderzoekers dat de overheid, om het voor burgers zo gemakkelijk mogelijk te maken, één centraal meldpunt voor melding van signalen van ondermijnende criminaliteit moet krijgen? Zo ja, hoe gaat u hiervoor zorgen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Nee, deze mening deel ik niet. Burgers kunnen met (algemene) signalen en meldingen van alle soorten criminaliteit terecht bij de politie. Zoals gezegd zet de politie in op een laagdrempelig contact, waarbij de burger hen kan bereiken door gebruik te maken van diverse contactkanalen. Juist om de toegang tot rechtshandhaving en rechtsorde (extra) te verlagen en het overkomen van de drempel voor de burgers nog gemakkelijker te maken, is M. ingericht waarbij de burgers anoniem hun signalen kunnen aankaarten. Het meldpunt Meldt Misdaad Anoniem draagt er zorg voor dat het signaal anoniem terecht komt bij de politie, andere opsporingsinstanties (zoals de FIOD) of gemeenten voor de uitoefening van de aan hen opgedragen taken in de gezamenlijke strijd tegen ondermijning. De stijgende jaarcijfers van dit meldpunt (50% meer meldingen in 2020) laten zien dat het meldpunt door de maatschappij ook gevonden wordt.


X Noot
1

Binnenlands Bestuur, 1 maart 2021, «Burgers effectief in aanpak ondermijning», https://www.binnenlandsbestuur.nl/bestuur-en-organisatie/nieuws/burgers-effectief-in-aanpak-ondermijning.16201259.lynkx

X Noot
2

Online, telefonisch (0900–8844), de tip lijn, Team Criminele Inlichtingen en de wijkagent

X Noot
3

Online en telefonisch (0800–7000)

X Noot
4

Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst

X Noot
6

Bijvoorbeeld drugslabs in buitengebieden en mensenhandel.

X Noot
7

M. heeft ook campagnes ontwikkeld op verzoek van opdrachtgevers, zoals de recente campagne «Sierteelt» in opdracht van Royal Flora Holland, Vereniging van groothandelaren in Bloemkwekerijproducten, gemeenten Westland, Katwijk, Aalsmeer en Uithoorn, politie, Openbaar Ministerie, FIOD/Belastingdienst, RIEC Den Haag en RIEC Amsterdam-Amstelland (zie https://www.meldmisdaadanoniem.nl/campagnes/sierteelt).

X Noot
8

Ondernemers; bewoners en bedrijven in het buitengebied en leerlingen; ouders en docenten van mbo en hbo-onderwijsinstellingen.

X Noot
9

De applicatie is in samenwerking ontwikkeld door het RIEC-LIEC, het Aanjaag Team Ondermijning (ATO), Ministerie van BZK en het Ministerie van JenV. De nieuwste versie van de app is op 10/03/2020 gelanceerd.

X Noot
10

Bijvoorbeeld een belangrijke locatie die niet in beeld was bij de opsporingsinstantie

Naar boven