Vragen van de leden Van den Hul, Kuiken (beiden PvdA) en Voordewind (ChristenUnie)
aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
over het bericht «Wat er met Ali, Samoal, Ibrahim gebeurde na hun uitzetting naar
Soedan» (ingezonden 25 januari 2021).
Mededeling van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid), mede namens
Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 15 februari 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Wat er met Ali, Samoal, Ibrahim gebeurde na
hun uitzetting naar Soedan» d.d. 22 januari jl.?1
Vraag 2
Hoeveel asielzoekers zijn er het afgelopen decennium teruggestuurd naar Soedan?
Vraag 3
Is het u bekend hoeveel daarvan bij aankomst zijn aangehouden en/of vastgezet door
de Soedanese veiligheidsdienst NISS? Zo ja, wat is uw oordeel hierover? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 4
Welke rol hebben de waarschuwingen van mensenrechtenorganisaties over uitzettingen
naar Soedan gespeeld bij de besluitvorming van de uitzetting?
Vraag 5
Op welke wijze en/of in samenwerking met wie of welke organisatie onderzoekt u hoe
het teruggestuurde asielzoekers vergaat in de eerste periode na hun uitzetting?
Vraag 6
Op basis van welke gegevens kwam u tot de conclusie dat het ondanks de conflicten
veilig genoeg is in Soedan om asielzoekers uit te zetten?
Vraag 7
Is het waar dat de NISS een van de beruchtste veiligheidsdiensten van Afrika is en
dat gedurende het bewind van president Omar al-Bashir Soedanese burgers met willekeurige
arrestaties, intimidatie en bruut geweld geconfronteerd zijn? Zo ja, hoe komt u op
basis hiervan tot de conclusie dat Soedan een veilig land is? En zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Bent u van mening dat Soedan zich aan de afspraak gehouden heeft en meewerkt aan uitzettingen
die plaatsvinden in omstandigheden van veiligheid en waardigheid en met volledige
naleving van internationale mensenrechten? Zo ja, kunt u dit toelichten? En zo nee,
welke gevolgen heeft het dat Soedan zich niet aan de afspraak gehouden heeft?
Vraag 9
Waarom is er doorgegaan met het aandringen op de afgifte van tijdelijke reisdocumenten
voor uitzettingen, ondanks het feit dat er (internationaal) nieuwe getuigenissen van
mishandeling naar buiten zijn gekomen?
Vraag 10
Heeft u in 2017 contact opgenomen met de Belgische regering waar getuigenissen van
zes uitgezette Soedanezen hebben geleid tot de oproep tot aftreden van de Staatssecretaris?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat was het resultaat van dat contact?
Vraag 11
Vindt u een telefoongesprek via een slechte, regelmatig verbroken verbinding met een
duur van 10–15 minuten voldoende om tot conclusies te kunnen komen? Zo ja, waarom?
Vraag 12
Waarom kwam u tot het oordeel dat een beleidswijziging of vervolgonderzoek niet nodig
was ondanks de resultaten van het onderzoek van zowel het Nederlandse instituut voor
Mensenrechten en Medisch Onderzoek (iMMO) als het Nederlands Forensisch Instituut
(NFI) die tot de conclusie komen dat «mishandeling cq. marteling het meest waarschijnlijke
criminalistische kader van causale toedracht (is)»?
Vraag 13
Kunt u een overzicht geven van de informatie op basis waarvan u het afgelopen decennium
heeft geoordeeld dat het in Soedan in algemene zin veilig genoeg is, en hoe definieert
u «veilig genoeg» in het geval van Soedan?
Vraag 14
Bent u bereid contact op te (laten) nemen met de uitgezette asielzoekers om te onderzoeken
wat er met hen is gebeurd na de terugkomst in Soedan en hoe het hen nu vergaat? Zo
ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede namens Minister van Buitenlandse Zaken dat de schriftelijke
vragen van de leden leden Van den Hul, Kuiken (beiden PvdA) en Voordewind (ChristenUnie),
van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Wat
er met Ali, Samoal, Ibrahim gebeurde na hun uitzetting naar Soedan» (ingezonden 25 januari
2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog
niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.