Vragen van de leden Van Helvert (CDA), Sjoerdsma (D66) en Van Nispen (SP) aan de Minister
voor Rechtsbescherming over de zaak van dhr. Singh (ingezonden 20 januari 2021).
Mededeling van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 10 februari 2021).
Vraag 1
Herinnert u zich de aangenomen motie van het lid Van Nispen c.s. waarin de regering
wordt verzocht zich maximaal in te spannen om de heer Singh op korte termijn naar
Nederland over te laten brengen, verzoeken tot overbrenging te honoreren en hiertoe
zo nodig de procedure tot overdracht van de tenuitvoerlegging te starten?1
Vraag 2
Kunt u een update geven over de gezondheidssituatie van dhr. Singh? Klopt het dat
hij corona heeft?
Vraag 3
Bent u bereid om, ondanks al uw procesmatige en inhoudelijke bezwaren, uit humanitair
oogpunt zo snel mogelijk bij de Verenigde Staten een verzoek te doen om de procedure
tot overdracht van de tenuitvoerlegging te starten, zodat dhr. Singh zijn resterende
leven in Nederland kan doorbrengen?
Vraag 4
Welke maximale inspanningen heeft u, naar aanleiding van de aangenomen motie, de afgelopen
zeven maanden verricht om dhr. Singh naar Nederland te halen?
Vraag 5
Klopt het dat de gratieverzoeken tot nu toe niks hebben opgeleverd, omdat er vanuit
de Verenigde Staten bezwaren zijn tegen een onmiddellijke invrijheidstelling van dhr.
Singh? Zo ja, waarom blijft u dan vasthouden aan de gratieprocedure?
Vraag 6
Bent u bekend met het feit dat eerdere gratieverzoeken niet tot het gewenste resultaat
hebben geleid? Zo ja, waarom blijft u dan vasthouden aan de gratieprocedure?
Vraag 7
Bent u ervan op de hoogte dat bij een levenslange gevangenisstraf de voortgezette
tenuitvoerlegging kan worden toegepast (op basis van artikelen 9 t/m 11 van het Verdrag
inzake de overbrenging van gevonniste personen, hierna VOGP), waardoor er voor dhr.
Singh nog voldoende strafrestant overblijft en hij dus niet op vrije voeten komt bij
aankomst in Nederland? Zo ja, waarom hanteert u de procedure van de voortgezette tenuitvoerlegging
niet?
Vraag 8
Welke concrete aanwijzingen heeft u dat de Verenigde Staten het VOGP met Nederland
zou opzeggen indien een WOTS-verzoek (Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen)
van dhr. Singh door Nederland wordt ingewilligd?
Vraag 9
Bent u het met ons eens dat, gezien de unieke situatie van dhr. Singh, van ongewenst
precedentwerking geen sprake kan zijn? Zo nee, over hoeveel soortgelijke zaken hebben
we het?
Vraag 10
Bent u het met ons eens dat bij de nadere invulling in de nationale wetgeving voor
de WOTS de menselijke maat uit het oog is verloren en het beleidskader wellicht moet
worden herzien om, in zaken zoals die van dhr. Singh, slagvaardiger te werk te kunnen
gaan?
Vraag 11
Kunt u deze vragen één voor één en binnen drie weken beantwoorden?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Van Helvert (CDA),
Sjoerdsma (D66) en Van Nispen (SP), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming
over de zaak van dhr. Singh (ingezonden 20 januari 2021) niet binnen de gebruikelijke
termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is
ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.