Vragen van de leden Van Dam en Van Helvert (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Defensie en de Minister van Justitie en Veiligheid over de verkoop van Nederlandse MP5»s in een Maltese wapenhandel (ingezonden 4 januari 2021).

Mededeling van Staatssecretaris Visser (Defensie) (ontvangen 2 februari 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met uw brief (van de Staatssecretaris van Defensie) van 10 december 2020 betreffende «Toezegging brief over verkoop handvuurwapens»?1 2

Vraag 2

Zien wij het goed dat in deze brief gesproken wordt over de verkoop van 1.275 stuks Glock handvuurwapens, daar waar in eerdere (media)berichten onzerzijds de indruk is ontstaan dat het om een beperkte partij Glocks ging en een grotere partij Heckler und Koch machinepistolen? Wanneer is u de exacte samenstelling van de verkochte partij duidelijk geworden?

Vraag 3

Kunt u exact aangeven hoe de gunning van de verkoop aan het Nederlandse bedrijf is verlopen? Kunt u daarbij meer betekenis geven aan de zin «In 2019 heeft een Nederland bedrijf aangegeven geïnteresseerd te zijn in een deel van deze handvuurwapens»? Is er sprake geweest van een openbare inschrijving waarop partijen konden inschrijven of is direct gekoerst op één koper?

Vraag 4

Deelt u onze mening dat de verkoop van 2.084 handvuurwapens (1.275 stuks Glock, 9 stuks M2.50 en 800 stuks MP5) aan één wapenhandelaar niet anders kan betekenen dan dat u, althans de betrokken overheidsfunctionarissen, wisten dat zo’n grote partij nooit alleen verkocht kan worden op de Nederlandse markt en dat (dus) op voorhand duidelijk was dat deze wapens ook buiten Nederland verkocht gingen worden? Hoe verhoudt zich dit tot het staande beleid dat overtollige vuurwapens door de Nederlandse overheid in principe alleen in het buitenland worden afgestoten (aan andere overheden) na de gebruikelijke toetsing? Deelt u onze mening dat het onwenselijk is om zulke grote partijen te verkopen op de Nederlandse markt, hoezeer het ons ook bekend is dat een wapenhandelaar bij export een uitvoervergunning moet aanvragen?

Vraag 5

Bekent u bekend met de volgende post op de Facebook-pagina van Lock, Stock and Barrel Armoury (wapenhandel Malta) van 11 november 2020: «OPROEP ONZE NEDERLANDSE VRIENDEN! Als je een van deze originele HK MP 5 wilt kopen, stuur ons dan nu een berichtje en we schrijven je in op de lijst van degenen die uitgenodigd worden om er een te kiezen in Nederland!»? Kunt u duiden of hier sprake is van wapenverkoop vanuit Nederland, vanuit Malta of vanuit beide? Bij welk land zal een uitvoervergunning moeten worden aangevraagd en wie controleert of sprake is van een betrouwbare koper? Deelt u onze mening dat deze wijze van verkoop, gelet op de herkomst van de wapens (Defensie Nederland), ongewenst is, zowel qua uitstraling als qua risico’s?

Vraag 6

Hoe verhoudt de onderhavige verkoop van 2.084 handvuurwapens van Defensie en de daartoe gemaakte keuzes zich tot Richtlijn (EU) 2017/853 alsmede de daarop aangepaste Nederlandse Wet Wapens en Munitie, in het bijzonder daar waar het gaat om het terugdringen van de handel in vuurwapens over landsgrenzen heen alsmede het deactiveren van vuurwapens? Kunt u de onderhavige verkoop beoordelen tegen een breder perspectief van toepasselijke Europese regelgeving?

Vraag 7

Bent u bereid de onderhavige verkoop terug te draaien en de (nog te achterhalen) wapens alsnog te vernietigen? Bent u bereid de Kamer te informeren aan welke derde partijen de wapens die vooralsnog verkocht zijn, geleverd zijn? Bent u bereid in het toekomstig beleid de optie «verkoop aan derden zijnde particuliere handelaren» te schrappen?

Mededeling

Op 4 januari 2021 hebben de leden Van Dam en Van Helvert (beide CDA) schriftelijke vragen gesteld over de verkoop van Nederlandse MP5»s in een Maltese wapenhandel (Kamerstuk 2021Z00024).

Helaas moet ik u mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid melden dat de beantwoording binnen de gestelde termijn niet haalbaar is en nog interdepartementale afstemming vereist. De antwoorden op de vragen zullen zo spoedig mogelijk aan uw Kamer worden aangeboden.


X Noot
1

Kamerstuk 22 054, nr. 335

Naar boven