Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de ministers voor Medische Zorg en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Op weg naar de juridische fusie» (ingezonden 28 december 2020).

Mededeling van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 15 januari 2021).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het artikel «Op weg naar de juridische fusie»?1

Vraag 2

Was u volledig op de hoogte van de reeds genomen stappen in het fusieproces? Was u op de hoogte van het voornemen om op 1 januari 2022 over te gaan tot een juridische fusie? Zo ja, waarom heeft u de Kamer niet over deze datum geïnformeerd? Zo nee, bent u bereid uit te zoeken hoe het kan dat u hierover niet geïnformeerd bent?

Vraag 3

Wat vindt u ervan dat er een Stichting Amsterdam UMC als dochter van VUmc en AMC wordt opgericht waaronder alle medewerkers en activiteiten zullen worden ondergebracht waarna VUmc en AMC zullen worden opgeheven?

Vraag 4

Hoe verhoudt de voorgenomen fusie op 1 januari 2022 zich tot het feit dat het wetsvoorstel ter wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) pas naar verwachting eind 2021 ingediend wordt?2

Vraag 5

Voldoet de voorgenomen juridische fusie volledig aan de thans geldende WHW? Zo nee, op welke punten voldoet de voorgenomen fusie niet aan de WHW? Zo nee, hoe kan een dergelijke voorgenomen fusie doorgang vinden als niet voldaan wordt aan de op dat moment geldende WHW?

Vraag 6

Wat is uw reactie op de volgende alinea uit het artikel: «De eerste stap in het kader van de juridische fusie is het oprichten van de Stichting Amsterdam UMC als dochter van VUmc en AMC. Streefdatum is 1 januari 2022. Alle medewerkers en alle activiteiten worden in deze stichting ondergebracht. In de wet bestaan AMC en VUmc dan nog. Stichting Amsterdam UMC is dan de organisatie die uitvoering geeft aan de taken die bij wet verbonden zijn aan AMC en VUmc. Na verloop van tijd treedt de gewijzigde WHW in werking. Dan «verdwijnen» AMC en VUmc als academische ziekenhuizen uit de wet, en worden ze definitief vervangen door de Stichting Amsterdam UMC»? Deelt u de mening dat dit veel weg heeft van een truc waarbij het de bedoeling is dat de wet (achteraf) gewijzigd wordt om een dergelijke fusie (alsnog) mogelijk te maken?

Vraag 7

Deelt u de vrees dat dit leidt tot een personele leegloop van personeel dat direct te maken heeft met de reorganisaties van met name het VUmc? Volgens berichten leiden de huidige reorganisaties al tot sterk verhoogd ziekteverzuim en vertrek van medewerkers van de OK, anesthesie, spoedeisende hulp (SEH) en hartchirurgie van VUmc, bovenop de Covid-19 crisis gevolgen.

Vraag 8

Bent u van mening dat het personeel van het VUmc en AMC goed betrokken is bij dit proces? Ook de verpleegkundigen?

Vraag 9

Bent u van mening dat de patiëntenraden en patiëntvertegenwoordigers goed en voldoende betrokken zijn bij dit proces?

Vraag 10

Klopt het dat op dit moment al veel SEH-personeel vertrekt door de aangekondigde sluiting van de SEH in VUmc? Is de vrees dan ook reëel dat de SEH al eerder dan in 2023 zal sluiten? Zo ja, hoe gaat u dit voorkomen?

Vraag 11

Wat zijn de consequenties voor de rampenopvang gegeven de onvolledige en zelfs geheel verdwijnende rol van de SEH van VUmc en de versnipperde aanwezigheid van medische afdelingen op beide locaties? In termen van capaciteit, kwaliteit, beschikbaarheid en kwetsbaarheid? Beschikt u over een rapportage dienaangaande?

Vraag 12

Wat zijn de consequenties van een onvolledig intra-hospitaal achterland in AMC voor de SEH van AMC en daarmee samenhangende taken voor de rampenopvang in de toekomst? Betekent dit dat voor adequate zorg in geval van calamiteiten en rampen patiënten tussen beide gebouwen van Amsterdam UMC zullen moeten worden getransporteerd? Wat betekent dit voor eventuele calamiteiten op Schiphol?

Vraag 13

Bent u ertoe bereid inzet te plegen tot het behoud van voldoende capaciteit van SEH’s in Amsterdam? Hoe verhoudt zich dat tot het verdwijnen van een van de grootste SEH’s van Amsterdam?

Vraag 14

Wilt u deze vragen één voor één beantwoorden?

Mededeling

De vragen van het Kamerlid Van Gerven (SP) over het bericht «Op weg naar de juridische fusie» (2020Z25788) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van het uitstel is dat de afstemming ten behoeve van de beantwoording van de vragen meer tijd kost.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.


X Noot
1

Artikel onderhands meegestuurd

X Noot
2

Kamerstuk 33278–11

Naar boven