Vragen van het lid Krol (50PLUS) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het ophalen van ondersteuningsverklaringen voor nieuwe partijen (ingezonden 5 januari 2021).

Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 13 januari 2021).

Vraag 1 t/m 5

Heeft u kennisgenomen van het feit dat er meerdere gemeenten zich niet aan de richtlijnen van het ministerie houden aangaande het afleggen van ondersteuningsverklaringen, zoals die beschreven zijn in de brief van 14 december jl. gericht aan alle burgemeesters, waarin u schrijft dat de gemeente de kiezer zonder afspraak de gelegenheid moet bieden de ondersteuningsverklaring af te leggen?

Bent u van mening dat gemeenten zich aan de geldende richtlijnen vanuit het ministerie dienen te houden?

Weet u dat, onder andere de gemeenten Woerden, Wijchen, Hollands Kroon, meerdere gemeenten in Limburg, Westerkwartier en Rijswijk, bij de aanvang van het verzamelen op 4 januari jl. zich niet aan de richtlijnen hielden?

Bent u van mening dat door deze gang van zaken het democratische proces wordt belemmerd voor nieuwe partijen die mee willen doen aan de Tweede Kamerverkiezingen?

Kunt u met onmiddellijke ingang ervoor zorgen dat alle gemeenten nogmaals worden aangeschreven zich wel aan de geldende richtlijnen te houden?

Antwoord 1 t/m 5

Ik heb bij brief van 14 december jl. (waaraan de vragensteller ook refereert) de burgemeesters van alle gemeenten gewezen op de regels en instructies, en op het grote belang dat voor politieke partijen gemoeid is met adequate afhandeling van verzoeken om de verklaringen af te leggen.

Ik heb er kennis van genomen dat kiezers die een ondersteuningsverklaring willen afleggen, in enkele gemeenten niet (meteen) correct zijn geholpen. Ook is de informatie over de procedure voor het afleggen van de verklaringen op de websites van sommige gemeenten niet altijd correct of volledig.

Ik heb er, met het oog op de strengere maatregelen die sinds 14 december van kracht zijn, begrip voor dat gemeenten in ieder geval tot 19 januari vooral op afspraak willen werken. Zij kunnen kiezers er in de communicatie (bijvoorbeeld op de gemeentelijke website) op wijzen dat het maken van een afspraak de regel is, en hen dringend verzoeken om een afspraak te maken. Maar het is van belang dat kiezers ook zonder afspraak terecht kunnen om een verklaring af te leggen. Daar wijs ik gemeenten ook op.

Ik heb contact laten leggen met de gemeenten waarvan mij (ook na contacten met vertegenwoordigers van de Lijst Henk Krol) bekend is dat er mogelijk problemen speelden rondom het afleggen van de verklaringen, en mij ervan verzekerd dat in elk van deze gemeenten de instructies correct zullen worden nageleefd.

Op mijn verzoek hebben de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken bij hun leden op 6 januari nogmaals aandacht gevraagd voor de richtlijnen en het belang van het kunnen afleggen van een ondersteuningsverklaring. Dat heeft mijn ministerie ook opnieuw gedaan in een nieuwsbrief aan gemeenten.

Vraag 6

Bent u het eens dat door deze situatie de periode voor het verzamelen van de ondersteuningsverklaringen dient te worden verlengd?

Antwoord 6

De termijn voor het afleggen van ondersteuningsverklaringen is in de wet vastgelegd. In de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 is de periode voor het kunnen afleggen van de verklaringen verlengd van twee naar vier weken (van 4 januari tot en met de dag van kandidaatstelling op 1 februari en, in het kader van het herstel van eventuele verzuimen, op 3 en 4 februari). Die verlenging is juist doorgevoerd met het oog op de mogelijkheid dat beperkende maatregelen die tot doel hebben om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan (zoals beperkingen in de openingstijden van de gemeentelijke loketten) van invloed zijn op de mate waarin kiezers in staat zijn om tijdig de bedoelde verklaring af te leggen1. Zoals ik hiervoor heb opgemerkt, zijn alle gemeenten opnieuw gewezen op de regels en op het belang van een correcte naleving daarvan. Ik ga ervan uit dat alle gemeenten daarmee zullen zorgen voor een correct verloop van de procedure voor het afleggen van de ondersteuningsverklaringen. Een verdere verlenging van de termijn acht ik daarom niet nodig. Bovendien is de dag van kandidaatstelling (1 februari) het moment waarop de politieke partijen aan de voorwaarden voor deelname aan de verkiezing moeten voldoen; het heeft dus geen zin om het afleggen van ondersteuningsverklaringen te laten doorlopen tot na die dag.


X Noot
1

Kamerstuk 35 590, nr. 3, p. 18.

Naar boven