Vragen van het lid Azarkan (DENK) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over aanslagen op drie Poolse winkels (ingezonden 10 december 2020).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 31 december 2020).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de drie aanslagen die kort na elkaar, op 8 en 9 december 2020, zijn gepleegd op Poolse winkels onder de naam Biedronka, in Aalsmeer, Heeswijk-Dinther en Beverwijk?1

Vraag 2

Kunt u uitsluiten dat deze drie bomaanslagen in verband met elkaar staan?

Vraag 3

Zijn deze bomaanslagen volgens u te duiden als een vorm van terrorisme? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Bent u bereid de politie de opdracht te geven hieraan de hoogste prioriteit te geven en alle middelen die nodig zijn ter beschikking te stellen?

Vraag 5

Welke motieven kunnen er volgens u zijn bij de daders? Gaat het om afpersing, afgunst, of het willen uitschakelen van een concurrent? Of gaat het om een aanslag op etnisch ondernemerschap of anti-polonisme (discriminatie van mensen met een Poolse achtergrond)?

Vraag 6

Deelt u de mening dat dit soort bomaanslagen volstrekt onacceptabel is en de rechtsorde schokt en daarmee erger is dan «gewone» criminaliteit?

Vraag 7

Deelt u de mening dat iedereen, ook in de uitoefening van bedrijf, of godsdienst, mag genieten van door de overheid gegarandeerde veiligheid?

Vraag 8

Hoe kunt u er voor zorgen dat alle bedreigde gebedshuizen, winkels, restaurants en andere gebouwen op verzoek beveiliging van overheidswege kunnen krijgen?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Azarkan (DENK), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over aanslagen op drie Poolse winkels (ingezonden 10 december 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven