Vragen van het lid Buitenweg (GroenLinks) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over algemene NCTV-dreigingsniveaus en de concrete bedreigingen van Joodse instellingen (ingezonden 3 november 2020).

Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 14 december 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 904.

Vraag 1

Kent u het onderzoek Dreigingsrapport 2020. Het dreigingsniveau van de Joodse gemeenschap in Nederland van de stichting Bij Leven en Welzijn, het Adviesorgaan ter bescherming van de Joodse gemeenschap in Nederland?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat vindt u van de constatering dat de huidige dreiging van antisemitisme en bedreigingen van de Joodse gemeenschap in vergelijking met voorgaande jaren gelijk is gebleven? Hoe verhoudt dit zich tot de beslissing van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) om het dreigingsniveau in Nederland te verlagen van 4 naar 3? In hoeverre zegt het algemene Nederlandse dreigingsniveau iets over de mate van dreiging voor specifieke groepen, zoals de Joods Nederlandse gemeenschap? Wat is naar het oordeel van de NCTV het concrete dreigingsniveau voor de Joods Nederlandse gemeenschap?

Antwoord 2

Het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) geeft een breed beeld van ontwikkelingen die relevant zijn voor het inzicht in en de bestrijding van terrorisme in Nederland. In het beeld wordt aandacht besteed aan verschillende actoren van wie terroristische dreiging richting personen, organisaties of objecten in Nederland uit kan gaan. Daarnaast wordt aandacht besteed aan thema’s als extremisme, radicalisering en polarisatie. Indien relevant wordt binnen die thema’s ontwikkelingen met betrekking tot de joodse gemeenschap beschreven. Aan het dreigingsbeeld is een dreigingsniveau gekoppeld, dat op basis van het beeld wordt vastgesteld door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Het dreigingsniveau is een algemene indicatie, vervat in een cijfer, van de dreiging in en tegen Nederland. De NCTV hanteert geen dreigingsniveaus voor specifieke personen, organisaties of objecten. Het niveau 3 past bij het huidige dreigingsbeeld. Dat de huidige dreiging van antisemitisme en bedreigingen t.a.v. de joodse gemeenschap volgens de stichting Bij Leven en Welzijn in vergelijking met voorgaande jaren gelijk is gebleven betreur ik. Iedere soort dreiging acht ik in de democratische rechtsstaat onacceptabel. Het kabinet acht het bestrijden van antisemitisme en andere dreigingen tegen de rechtsorde van groot belang.

Vraag 3

Is het voorgekomen dat op basis van de algemene NCTV-analyses beveiligingsmaatregelen zijn afgebouwd, zonder de concrete dreiging bij deze beslissingen te hebben betrokken?

Antwoord 3

Uitgangspunt is dat personen en organisaties zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen veiligheid. Indien dreiging en risico daar aanleiding toe geven kan de overheid aanvullende beveiligingsmaatregelen treffen. De verantwoordelijkheid voor de overheid ten aanzien van beveiliging van religieuze instellingen is decentraal belegd. Er wordt periodiek getoetst of de voortzetting en op welke wijze van de maatregelen nog opportuun is. Uitgangspunt is dat het weerstandsniveau van de joodse instellingen gelijk blijft. Over de wijze waarop beveiligingsmaatregelen zijn opgebouwd, kan ik zoals uw Kamer weet, geen uitspraken doen.

Vraag 4

Deelt u de mening dat in de algemene dreigingsanalyses van de NCTV de concrete dreigingsniveaus voor specifieke groepen beter tot uitdrukking moeten worden gebracht? Zo nee, waarom niet? Deelt u voorts de mening dat, omgekeerd, specifieke beveiligingsbeslissingen niet in hoofdzaak op algemene NCTV-dreigingsanalyses kunnen worden genomen, maar op hun eigen merites moeten worden beoordeeld?

Antwoord 4

Ik acht het DTN in de huidige vorm een belangrijk en adequaat middel om politiek, media en burgers te informeren over relevante ontwikkelingen op het gebied van terrorisme, extremisme, radicalisering en polarisatie. Ik deel uw mening dat specifieke beveiligingsbeslissingen niet moeten worden gebaseerd op algemene dreigingsanalyses. Aan het DTN zijn dan ook geen maatregelen gekoppeld. Zoals ik in het antwoord op vraag 3 heb vermeld, worden beveiligingsmaatregelen getroffen op basis van dreiging en risico.

Naar boven