Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over huurderbelangenorganisaties (ingezonden 30 oktober 2020).

Mededeling van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 14 december 2020).

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van het bericht «Huurders Voorschoten eisen inspraak bij Woonzorg»?1

Vraag 2

Welke eisen stelt de wet aan de representativiteit van huurdersorganisaties?

Vraag 3

Vindt u het wenselijk dat woningcorporaties afspraken kunnen maken met huurdersorganisaties over de verkoop van woningen, terwijl de huurders om wie het gaat daardoor niet worden vertegenwoordigd? Welke waarborgen biedt de wet om dit te voorkomen?

Vraag 4

Op welke wijze wordt inspraak geboden aan individuele huurders van huurwoningen die verkocht dreigen te worden?

Mededeling

Door het lid Nijboer (PvdA) zijn Kamervragen gesteld over huurdersbelangen-organisaties (ingezonden 30 oktober 2020, met kenmerk 2020Z20086).

Hierbij deel ik u mede dat de vragen niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord. Ik heb u op 19 november bericht dat overleg en afstemming met de betrokken partijen meer tijd vergde. Het overleg en de afstemming met de betrokken partijen – gemeente Voorschoten, Woonzorg Nederland, de Huurdersbelangenvereniging Voorschoten, Landelijk Huurders Platform Woonzorg Nederland, de Autoriteit woningcorporaties en de Huurcommissie – is nog niet afgerond. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Leidsch Dagblad, 30 september 2020

Naar boven