Vragen van de leden Van Helvert (CDA), Krol (Krol), Voordewind (ChristenUnie), Van Ojik (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Sjoerdsma (D66), Ploumen (PvdA) en Kuzu (Denk) aan de Minister-President en de Minister van Buitenlandse Zaken over het bezoek van dhr. Wang Yi, de Chinese Minister van Buitenlandse Zaken, aan Nederland (ingezonden 28 augustus 2020).

Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister-President (ontvangen 18 september 2020).

Vraag 1

Klopt het dat dhr. Wang Yi, de Chinese Minister van Buitenlandse Zaken, op woensdag 26 augustus jl. een bezoek heeft gebracht aan Nederland en met u beide heeft gesproken?

Antwoord 1

Ja. Ik had een ruim twee uur durend onderhoud met Minister Wang. Daarna bracht hij een kort beleefdheidsbezoek aan Minister-President Rutte.

Vraag 2

Wat was de reden van dit bezoek en op wiens initiatief is dit bezoek tot stand gekomen?

Antwoord 2

De reden van het bezoek was dat Nederland en China samen verder willen werken aan de onderlinge relatie. Tijdens mijn bezoek aan China in juni vorig jaar heb ik Minister Wang uitgenodigd bij gelegenheid een tegenbezoek aan Nederland te brengen. Die gelegenheid deed zich voor toen Minister Wang eind augustus een reis langs verschillende West-Europese landen maakte. Het initiatief voor deze reis, inclusief de keuze om daarbij Nederland aan te doen, kwam van Chinese zijde.

Vraag 3

Klopt het dat de Chinese Minister van Buitenlandse Zaken meerdere Europese landen heeft bezocht voor bilaterale gesprekken? Welke Europese landen zijn dit?

Antwoord 3

Ja. Minister Wang bezocht achtereenvolgens Italië, Nederland, Noorwegen, Frankrijk en Duitsland.

Vraag 4

Is er voorafgaand aan het bezoek van de Chinese delegatie aan Europa afstemming geweest tussen de Europese regeringen om tot een eenduidige Europese Chinastrategie te komen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat was de strekking van deze Europese Chinalijn?

Antwoord 4

Het kabinet zet zich zoals bekend in voor een effectief en eensgezind Europees optreden richting China en heeft – evenals de andere Lidstaten die Minister Wang tijdens zijn reis aandeed – tijdens het bezoek in lijn met het geldende EU-Chinabeleid gehandeld, zoals verwoord in de EU-China strategie uit 2016, de Strategic Outlook van maart 2019 en de verschillende recentere verklaringen die de EU sindsdien heeft uitgegeven, onder andere over Hongkong.

Vraag 5

Op wiens initiatief is het bezoek zo lang geheim gehouden?

Antwoord 5

Er is geen sprake geweest van geheimhouding. De reis van Minister Wang naar Europa, waaronder zijn bezoek aan Nederland, is in een kort tijdsbestek tot stand gekomen. De definitieve landenkeuze is pas op een laat moment gemaakt. Het Chinese Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de reis op maandag 24 augustus publiekelijk aangekondigd. Het was lange tijd onzeker of het bezoek daadwerkelijk doorgang zou vinden, mede vanwege de COVID-19 situatie.

Vraag 6

Deelt u de mening dat de regering door deze handelwijze het signaal aan China afgeeft dat het de kans op kritiek vanwege mensenrechtenschendingen door de Chinese overheid wilde verkleinen tijdens het bezoek van de Chinese Minister van Buitenlandse Zaken aan Nederland?

Antwoord 6

Zowel in aanloop naar als tijdens het bezoek van Minister Wang aan Nederland heeft het kabinet op geen enkele wijze bij China de indruk gewekt dat kritiek vanwege mensenrechtenschendingen uit de weg gegaan zou worden. Integendeel, tijdens het bezoek zijn ook duidelijke boodschappen afgegeven op dit vlak.

Vraag 7

Deelt u de mening dat deze gang van zaken in de weg staat van het recht van de Tweede Kamer, Nederlandse journalisten, organisaties en het publiek om zich van tevoren grondig te informeren over dit bezoek, en om de gelegenheid aan te grijpen het debat over de relaties tussen Nederland en China aan te gaan?

Antwoord 7

In Nederland bestaat volop ruimte om debat te voeren over de relatie tussen Nederland en China, of er nu wel of geen ministeriële bezoeken plaatsvinden. Ik heb de afgelopen periode zeer frequent met uw Kamer hierover van gedachten gewisseld en ben goed bekend met de zorgen en kritische geluiden van uw Kamer, de media, het maatschappelijke middenveld en de Nederlandse samenleving. Deze zorgen en kritische geluiden heb ik ook benoemd in de gesprekken met Minister Wang.

Vraag 8

Deelt u de mening dat, gezien China's actieve inspanningen om zijn eigen visie op mensenrechten en «goed bestuur» internationaal te promoten, het extra belangrijk is om bij elke ontmoeting met Chinese overheden het kritisch, publiek debat – een belangrijke verworvenheid van open samenlevingen als de Nederlandse – centraal te stellen?

Antwoord 8

Het kabinet deelt de mening dat kritisch, publiek debat een belangrijke verworvenheid is van open samenlevingen als de Nederlandse. Dat dragen we ook uit in de officiële contacten tussen Nederland en China, tot op het hoogste niveau. In onze gesprekken met Minister Wang hebben Minister-President Rutte en ikzelf nadrukkelijk gewezen op het belang van een open en eerlijke dialoog, waarbij we ook openlijk van mening moeten kunnen verschillen.

Vraag 9 en 10

Kunt u ons een uitgebreide samenvatting toesturen van de gesprekken met de Chinese delegatie?

Welke onderwerpen heeft de Chinese Minister Wang Yi tijdens het gesprek ter tafel gebracht en welke onderwerpen heeft u op de agenda geplaatst?

Antwoord 9 en 10

De gesprekken verliepen open en in goede sfeer, waarbij gevoelige onderwerpen en zorgpunten allerminst uit de weg werden gegaan.

De voornaamste boodschap van Minister Wang was dat Nederland en China zich samen zouden moeten inzetten voor behoud van het multilateralisme, en gezamenlijk een voorbeeld zouden moeten stellen op het gebied van vrijhandel, wederzijdse openheid en eerlijke concurrentie. Hij uitte zorgen over unilateralistische en protectionistische tendensen en over discriminatoire behandeling van Chinese bedrijven. Ook pleitte hij tegen ontkoppeling.

Van Nederlandse zijde is aangegeven dat het kabinet zich inzet voor behoud van een goed functionerende internationale rechtsorde en een open en eerlijk internationaal handelssysteem op basis van transparantie, reciprociteit en een level playing field. Er is benadrukt dat we graag de samenwerking met China in multilaterale fora aangaan om dit tot stand te brengen en belangrijke mondiale uitdagingen als COVID-19 en klimaatverandering het hoofd te bieden – waar we elkaar voor nodig hebben – aan te pakken. Tegelijkertijd is van onze kant benadrukt dat we ook openlijk zaken met elkaar moeten kunnen bespreken waarover we het niet met elkaar eens zijn. Onderwerpen als mensenrechten, markttoegang en cyberaanvallen dienen besproken te kunnen worden en China zal op deze terreinen ook moeten laten zien dat het de zorgen die er breed leven binnen de EU serieus neemt, als de inzet is om China en de EU niet verder uiteen te laten drijven.

We hebben uiteraard uitgebreid stilgestaan bij de recente ontwikkelingen in Hongkong, waarbij ik de zorgen van Nederland en de EU heb overgebracht en heb benadrukt dat Nederland groot belang heeft bij behoud van Hongkongs hoge mate van autonomie en rechtsstaat.

Ook heb ik mijn grote zorg overgebracht over de mensenrechtensituatie in China, in het bijzonder de beperking van vrijheid van geloof en levensovertuiging van verschillende geloofsgroepen, zowel in Xinjiang en Tibet als daarbuiten. Tevens heb ik aandacht gevraagd voor de zorgen van de Oeigoerse gemeenschap in Nederland.

Aangaande de EU-Chinarelaties sprak Minister Wang het vertrouwen uit dat over een investeringsovereenkomst voor het einde van het jaar overeenstemming bereikt zou kunnen worden. Van Nederlandse zijde is aangegeven dat Nederland hoop dat deze overeenkomst snel kan worden afgerond, maar dat de EU daartoe een ambitieuzer bod van China verwacht op het gebied van markttoegang, transparantie en gelijk speelveld.

Er werd stilgestaan bij verschillende aspecten van de brede bilaterale betrekkingen, waarbij van beide kanten het belang van samenwerking aan duurzaam herstel van de wereldeconomie na de COVID-19-crisis is benadrukt. Ook heb ik enkele consulaire zaken onder de aandacht van Minister Wang gebracht (zie ook het antwoord op vraag 18), en heb tevens aandacht gevraagd voor Canadese en Zweedse consulaire gevallen.

Ten slotte is gesproken over enkele internationale aangelegenheden als verlenging van het nieuwe verdrag voor vermindering van strategische nucleaire wapens (New START), Iran en Noord-Korea.

Vraag 11

Heeft u de Chinese Minister geconfronteerd met de grote zorgen die Nederland heeft over de situatie van de Oeigoeren in China? Heeft u dhr. Wang Yi laten weten dat de Nederlandse overheid er niet van gediend is dat Chinese overheidsfunctionarissen Oeigoeren in Nederland bedreigen, intimideren en chanteren? Welke afspraken zijn hierover gemaakt?

Antwoord 11

Ik heb de Nederlandse zorgen over de mensenrechtensituatie in Xinjiang in het algemeen en ten aanzien van de Oeigoeren in het bijzonder overgebracht aan Minister Wang. Daarbij heb ik ook stilgestaan bij specifieke zorgen over dwangarbeid en andere mensenrechtenschendingen bij de productie van onder meer tomatenpuree en textiel in Xinjiang. Uiteraard heb ik ook mijn zorgen geuit over intimidatie van Oeigoeren in Nederland via familieleden in Xinjiang. Het kabinet keurt iedere vorm van intimidatie van personen in Nederland ten zeerste af, door welke buitenlandse mogendheid dan ook.

Vraag 12 en 13

Heeft u de Chinese Minister gewezen op de toenemende oppressie van christenen in China?

Heeft u aangegeven dat de situatie van de Falun Gong aanhangers Nederland grote zorgen baart? Heeft u de Chinese Minister gevraagd in hoeverre de verontrustende berichtgeving over grootschalige orgaanroof bij Falun Gong aanhangers accuraat is?

Antwoord 12 en 13

Ik heb in mijn gesprek met Minister Wang in algemene zin zorgen uitgesproken over de vrijheid van religie en levensovertuiging in China. Ik heb aangegeven dat Nederland zich altijd sterk zal maken voor de bescherming van rechten van religieuze minderheden, en daarbij handelt in de wetenschap dat mensenrechten universeel zijn.

Vraag 14

Heeft u met de Chinese Minister gesproken over de mensenrechtenschendingen in Tibet? Heeft u de Chinese Minister gevraagd de Panchen Lama, één van Tibets belangrijkste boeddhistische leiders, vrij te laten?

Antwoord 14

Ik heb in mijn gesprek met Minister Wang specifiek zorgen uitgesproken over de mensenrechtensituatie in Tibet en de godsdienstvrijheid van Tibetanen.

Vraag 15

Heeft u de Chinese Minister te kennen gegeven dat zolang bovengenoemde grove mensenrechtenschendingen plaatsvinden in China van verdere samenwerking tussen Nederland en China geen sprake kan zijn?

Antwoord 15

Ik heb in mijn gesprek met Minister Wang aangegeven dat het uitblijven van een adequate en overtuigende respons naar aanleiding van gegronde zorgen over onder meer de mensenrechtensituatie in China niet bevorderlijk is om nader tot elkaar te komen, zowel bilateraal als in EU- en multilateraal verband.

Vraag 16

Heeft u de Chinese Minister van Buitenlandse Zaken aangesproken op het feit dat de onlangs ingevoerde veiligheidswet een schending is van de speciale status van Hongkong?

Antwoord 16

Het kabinet is van mening dat Hongkongs hoge mate van autonomie binnen het One Country, Two Systems-model, waarvan onafhankelijke rechtspraak en fundamentele vrijheden deel uitmaken, gerespecteerd dient te worden. De inhoud van de Nationale Veiligheidswet voor Hongkong, maar ook de wijze waarop China’s Nationale Volkscongres deze heeft ingevoerd, roept de vraag op in hoeverre Hongkongs hoge mate van autonomie binnen het genoemde model stand kan houden. Dat is een zorgelijke ontwikkeling – niet alleen voor de burgers van Hongkong maar ook voor het zakenleven dat in Hongkong is gevestigd, voor wie de onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak en de vrije toegang tot informatie belangrijk zijn. Diezelfde waarden zijn bovendien belangrijke fundamenten van het succes van Hongkong als samenleving en als financieel-economisch centrum. Deze zorgen heb ik met Minister Wang gedeeld.

Vraag 17

Heeft u dhr. Wang Yi duidelijk gemaakt dat Nederland graag ziet dat Taiwan een waarnemersstatus wordt toegekend bij de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)?

Antwoord 17

Taiwan is tijdens de gesprekken niet aan de orde gekomen. Het kabinetsstandpunt dat Taiwan op betekenisvolle wijze zou moeten kunnen deelnemen aan internationale bijeenkomsten wanneer dit de EU- en mondiale belangen dient – bijvoorbeeld de World Health Assembly en technische werkgroepen begeleid door de WHO – komt echter met grote regelmaat aan de orde in gesprekken met de Chinese autoriteiten. Het Nederlandse standpunt ter zake mag bij China dan ook bekend worden verondersteld.

Vraag 18

Heeft u de zaak van Jeroen Koldenhof ter sprake gebracht bij de Chinese delegatie? Zo ja, heeft de Chinese delegatie aangegeven mee te zullen werken aan een overplaatsing van dhr. Koldenhof van China naar Nederland?

Antwoord 18

Ik heb deze zaak inderdaad ter sprake gebracht. Van beide zijden wordt ingezet op bilaterale consulaire consultaties binnen afzienbare termijn. Tijdens deze gesprekken zal ook nader worden bezien waar in deze zaak mogelijkheden liggen.

Naar boven