Vragen van de leden Wilders en Agema (beiden PVV) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat de coronarichtlijnen van het RIVM een magere wetenschappelijke basis kennen (ingezonden 26 augustus 2020).

Mededeling van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 18 september 2020).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht van de NOS en de reconstructie van Nieuwsuur dat de RIVM-richtlijnen voor de ouderenzorg een magere wetenschappelijke basis kennen?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat de coronamaatregelen die u heeft afgekondigd een wetenschappelijke basis dienen te hebben? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe borgt u dat?

Vraag 3

Wat is uw reactie op de schokkende onthulling dat de uitspraken die de directeur van het RIVM, de heer Van Dissel, deed tijdens de technische briefing in de Kamer als zouden mondmaskers «schijnveiligheid» bieden en geen wetenschappelijke basis hebben, maar gebaseerd zijn op zijn «persoonlijke ervaring» en «observaties in de dagelijkse praktijk»?

Vraag 4

Hoe is het mogelijk dat deze persoonlijke ervaringen van de directeur van het RIVM de basis kunnen vormen voor de RIVM-richtlijnen?

Vraag 5

Deelt u de mening dat het schokkend is dat op basis van deze persoonlijke ervaringen van de directeur van het RIVM duizenden zorgmedewerkers in de ouderenzorg geen mondmaskers kregen omdat het Landelijk Consortium Hulpmiddelen de beschermingsmiddelen op basis van deze RIVM-richtlijn over de verpleeghuizen verdeelde? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Hoeveel meer «persoonlijke ervaringen» en «observaties in de dagelijkse praktijk» van de directeur van het RIVM (dus zonder wetenschappelijke basis) zijn opgenomen in RIVM-richtlijnen of vormen de basis voor coronamaatregelen die het kabinet nam? Kunt u daar een inventarisatie van laten maken?

Vraag 7

Begrijpt u dat als u graag wilt dat mensen uw coronamaatregelen opvolgen dat u draagvlak verliest als blijkt dat er maatregelen tussen zitten die gebaseerd zijn op de «persoonlijke ervaring» of «observaties in de dagelijkse praktijk» van de directeur van het RIVM?

Vraag 8

Hoe wrang is het dat deze zelfde directeur de talloze superspreadingevents waar tientallen tot honderden mensen tegelijkertijd besmet raakten met corona via microdruppels (aerosols) nog steeds afdoet als «anekdotisch» en niet wetenschappelijk onderbouwd, terwijl China, Amerika, Duitsland en Belgie zomaar wat landen zijn die de belangrijke rol van besmetting via microdruppels (aerosols) wel erkennen?

Vraag 9

Hoe gaat u deze onacceptabele deuk in de betrouwbaarheid van de totstandkoming van de richtlijnen van het RIVM en coronamaatregelen herstellen?

Vraag 10

Kunt u de interne stukken die Nieuwsuur inzag de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

De vragen van de Kamerleden Wilders (PVV) en Agema (PVV) over het bericht dat de coronarichtlijnen van het RIVM een magere wetenschappelijke basis kennen. (2020Z15069) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van het uitstel is dat het verzamelen van informatie ten behoeve van de beantwoording meer tijd vergt.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.


X Noot
1

NOS.nl, Nieuwsuur, 16 juli 2020

Naar boven