Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over nieuwe miljoenenfraude bij Vestia (ingezonden 22 juni 2020).

Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 16 september 2020)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Weer miljoenenfraude bij Vestia»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de opvatting dat fraude en corruptie onaanvaardbaar is?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Hoe heeft de fraude kunnen plaatsvinden?

Antwoord 3

Het betreft de vermeende fraude die in november 2018 aan het licht kwam en waarover ik u destijds naar aanleiding van vragen van uw Kamer2 heb geïnformeerd. De berichtgeving betreft dus niet een nieuwe situatie. Het strafrechtelijk onderzoek loopt nog, alsook het forensisch onderzoek. Hoe de vermeende fraude heeft kunnen plaatsvinden is onderdeel van het onderzoek, waarvan de uitkomsten nog niet bekend zijn. Conform mijn antwoorden op eerdere Kamervragen over deze kwestie zal ik de Kamer op hoofdlijnen informeren over de uitkomsten van het onderzoek, zodra dat is afgerond.

Vraag 4

Op welke punten moeten het toezicht, de bestuursstructuur en de cultuur bij Vestia worden verbeterd om fraude in de toekomst te voorkomen?

Antwoord 4

De uitkomsten van het forensisch onderzoek zullen naar verwachting duidelijk maken wat er is gebeurd. Dit geeft dan input op welke punten lering is te trekken uit de situatie. Omdat het onderzoek nog loopt, kan ik u nu niet informeren op welke punten verbetering nodig is.


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1142

Naar boven