Vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Van Helvert (CDA) en Voordewind (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over een rapport over de moorden op Nigeriaanse christenen door Fulani militanten en Boko Haram (ingezonden 7 augustus 2020).

Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 16 september 2020).

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van het rapport «Nigeria’s silent slaughter – Genocide in Nigeria and the Implications for the International Community»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de opvatting dat Nigeria en de Tsjaadmeerregio zich hebben ontwikkeld tot een epicentrum van terroristische activiteiten en een «tikkende tijdbom»?

Antwoord 2

Het Kabinet is bezorgd over de toenemende instabiliteit in delen van Nigeria en in de Tsjaadmeerregio. Terroristische aanslagen in Noordoost-Nigeria, nabij het Tsjaadmeer, zijn sterk toegenomen de afgelopen maanden, zowel in aantal als qua intensiteit.2 Deze instabiliteit verspreidt zich nu naar andere delen van het land, en met name naar Noordwest-Nigeria.3 Volgens de VS breidt Al-Qaida het operatiegebied ook uit naar het noordwesten van Nigeria.4

Vraag 3

Kunt u in algemene zin ingaan op de verslechterde en verslechterende situatie in Nigeria wat betreft geweld tegen en verdrukking van christenen, en op de bewering in het rapport dat zelfs gesproken kan worden van «genocide» tegen christenen en «misdaden tegen de menselijkheid» tegen meisjes die worden ingezet als seksslaaf?

Antwoord 3

Het geweld door Boko Haram en Islamitische Staat Provincie West-Afrika (ISWAP), twee terroristische groeperingen, eist veel onschuldige levens in Noordoost-Nigeria, zowel onder christenen als moslims. Daarnaast is in Nigeria, net als elders in West-Afrika, sprake van gewelddadige conflicten tussen boeren en herders. Hierbij vallen veel slachtoffers, onder alle religieuze en etnische bevolkingsgroepen. Ook neemt het geweld toe als gevolg van banditisme en de activiteiten van (georganiseerde) criminele groepen.

Het rapport gaat uitgebreid in op de vervolging van christenen. Dat is een zeer zorgelijke dimensie. De complexiteit van de diverse crises in Nigeria is echter groter en hoewel religie onlosmakelijk is verbonden met de Nigeriaanse samenleving, zijn de oorzaken van het conflict zijn niet primair van religieuze aard.

De spanningen en daarmee het geweld zijn in eerste instantie het gevolg van bevolkingsgroei, de effecten van klimaatverandering en een toestroom van Noord-Nigeriaanse vluchtelingen naar centrale gebieden. Daardoor neemt de druk op schaarse natuurlijke hulpbronnen zoals water en land, beide essentieel voor landbouw en veeteelt, exponentieel toe. Deze toenemende druk leidt ook tot geweldsuitbarstingen tegen personen en hun bezittingen. Dit vormt de basis voor het geweld tussen boeren en herders.

Ik verwijs naar een recent herderlijk schrijven van de Rooms-Katholieke bisschoppen van Kaduna5 en naar een rapport van een recente expertbijeenkomst over «Fostering Social Cohesion in Nigeria» waarin de veelzijdigheid van de problematiek wederom wordt benadrukt.6

Ondanks de ernst van de situatie en het indringende betoog van het rapport, kan er naar de overtuiging van het Kabinet op grond van de beschikbare feiten niet gesproken worden van «genocide» en «misdaden tegen de menselijkheid» in de Nigeriaanse Middle Belt, specifiek gericht tegen christenen. Uiteraard blijft de vaststelling of hier ook in juridische zin sprake van is te allen tijde voorbehouden aan de rechter.

Vraag 4

Wat zijn de laatste ontwikkelingen wat betreft de steun aan en omvang, activiteiten en doelen van de islamitische terreurgroep Boko Haram in Nigeria?

Antwoord 4

Eind maart vond een tweetal grote aanslagen plaats rond het Tsjaadmeer, op Tsjadische en Nigeriaanse troepen, door respectievelijk Boko Haram en ISWAP. De omvang en aard van deze aanslagen maakten duidelijk dat de capaciteit van Boko Haram en ISWAP is gegroeid. Hoewel Tsjaad en Nigeria reageerden met grootschalige offensieven, laten aanslagen op o.a. hulpwerkers in de afgelopen maanden zien dat beide groepen nog steeds in staat zijn tot acties in grote delen van Noordoost-Nigeria. Ook het operatiegebied van Boko Haram lijkt zich nu net als ISWAP uit te breiden naar nieuwe gebieden, waaronder Noordwest-Nigeria.

De burgerbevolking is de laatste tijd steeds vaker het slachtoffer van terrorisme. Hoewel Boko Haram al langer buitengewoon wreed was jegens burgers, zowel moslims als christenen, maakt ook ISWAP zich hier nu steeds vaker schuldig aan.

Vraag 5

Hoe beoordeelt u de verklaring in The Bishop of Truro’s Review dat de Fulani herders zich scharen aan de zijde van Boko Haram door hun pijlen specifiek op christenen en christelijke symbolen te richten?

Antwoord 5

De bisschop van Truro heeft onderzoek gedaan naar de vervolging van christenen wereldwijd. In dit kader heeft hij verslag gedaan van zijn bezoek aan en onderzoek in Nigeria. Zijn rapport maakt echter onderscheid tussen «intercommunaal» (onderling) geweld in de Middle Belt en terrorisme in het noordoosten. Van de conclusie dat «de Fulani herders zich scharen aan de zijde van Boko Haram» is geen sprake in zijn rapport.

Vraag 6

Deelt u de mening dat er een discrepantie bestaat tussen enerzijds de beloften van de centrale en decentrale overheden in Nigeria om christenen en andere kwetsbare groepen te beschermen, en anderzijds de mate waarin aanslagen toch blijven plaatsvinden?

Antwoord 6

Ondanks het feit dat de Nigeriaanse centrale en decentrale overheden zich inspannen om aanslagen te voorkomen, kent Nigeria helaas een toenemend aantal conflicthaarden. De Nigeriaanse autoriteiten, in het bijzonder het leger, politie en justitie, zijn hierdoor overbelast en onvoldoende uitgerust voor de zware taak die hen is toebedeeld. Als gevolg hiervan is de Nigeriaanse overheid, zowel op centraal als decentraal niveau, inderdaad niet altijd en overal in staat gebleken de veiligheid van haar burgers te garanderen.

Vraag 7

In hoeverre beaamt u dat de internationale gemeenschap zich onvoldoende actief opstelt en kritisch uitspreekt over de misdaden tegen onder meer christenen in Nigeria?

Antwoord 7

De verslechterende veiligheidssituatie in Nigeria eist veel levens onder christenen en onder burgers van andere religies en levensovertuigingen. Het tegengaan van dit geweld staat hoog op de internationale agenda.

Zo veroordeelde de VN Humanitarian Coordinator in Nigeria nog op 11 juni 2020 het geweld tegen vreedzame burgers.7 Ook vraagt o.a. de VN Speciaal Rapporteur voor religie en levensovertuiging regelmatig aandacht voor de vrijheid van religie en levensovertuiging in Nigeria. De internationale gemeenschap volgt de ontwikkelingen in Nigeria nauwgezet en spreekt regelmatig en consistent zorgen uit over het toenemend geweld tegen vreedzame burgers, ongeacht de religieuze of etnische achtergrond van slachtoffers.

Vraag 8

Kunt u ingaan op de afzonderlijke aanbevelingen van de opstellers van het rapport aan de internationale gemeenschap, en daarbij toelichten hoe Nederland een bijdrage levert, of voornemens is te leveren, aan onder meer het instellen van internationale observatie en internationaal onderzoek, het vergaren van data over het probleem, en het tegengaan van straffeloosheid?

Antwoord 8

Nederland heeft in bilateraal verband meermaals zijn zorgen geuit over de verslechterde veiligheidssituatie in Nigeria tijdens de bezoeken van premier Rutte, Minister Kaag en ondergetekende aan Nigeria. Op 21 augustus 2020, in gesprek met mijn Nigeriaanse ambtsgenoot Onyeama, uitte ik daarnaast mijn zorgen over het geweld tussen religieuze en etnische groepen, waarbij ik expliciet het geweld jegens christenen heb genoemd.

Nederland zet zich ook in voor de bevordering van stabiliteit in Nigeria. De focus hierbij ligt, conform een van de aanbevelingen, op het meest kwetsbare gebied in Nigeria; het noordoosten. Zo steunt Nederland in internationaal verband de UNDP Regional Stabilisation Facility (EUR 5 miljoen), die zich inzet voor de langdurige stabilisatie van de Tsjaadmeerregio. Ook biedt het Kabinet dit jaar opnieuw humanitaire hulp aan Noordoost-Nigeria (EUR 10.7 miljoen), waar zich wereldwijd een van de grootste humanitaire crises afspeelt. Voorts zet Nederland zich in voor de versterking van de internationale rechtsorde, de rechtstaat, en het tegengaan van straffeloosheid. Dit doet Nederland onder meer door projecten te steunen die de bestraffing van internationale misdrijven en oorlogsmisdaden bevorderen. Specifiek via het Mensenrechtenfonds (EUR 900.000) en via regionale Strategische Partnerschappen steunt Nederland voorts lokale en internationale organisaties die zich inzetten voor bemiddeling in vredesprocessen en interreligieuze dialoog, waar ook christelijke en islamitische groepen bij zijn betrokken.

Het kabinet verwelkomt het vooronderzoek dat het Internationaal Strafhof al verricht. Ten aanzien van de oproep om bij te dragen aan het instellen van internationale observatie en het vergaren van data over de problematiek is het Kabinet van mening dat hier momenteel al veel in wordt geïnvesteerd door lokale, nationale en internationale organisaties.

Vraag 9

Kunt u een toelichting geven op de status, voortgang en vervolgstappen van het onderzoek door het Internationaal Strafhof (ICC) naar misdaden in Nigeria door onder meer Boko Haram?8 Wilt u bevorderen dat naast onder meer (seksueel) geweld tegen minderjarige meisjes ook expliciet misdaden tegen christenen onderdeel zijn van dit onderzoek?

Antwoord 9

Het vooronderzoek naar oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid gepleegd door de Nigeriaanse veiligheidstroepen en Boko Haram in Nigeria is in 2010 ingesteld. Het kantoor van de aanklager heeft acht tot tien mogelijke zaken geïdentificeerd, waarvan in ieder geval zes tegen Boko Haram en twee tegen de Nigeriaanse veiligheidstroepen. Hierbij wordt ook gekeken naar aanvallen op religieuze gebouwen, geweld tegen burgers, geweld tegen vrouwen en meisjes op basis van gender, seksueel geweld en seksuele slavernij, en rekrutering van kinderen in gewapend conflict. Het kantoor van de aanklager volgt ook het geweld in de Middle Belt sinds 2016, maar het heeft nog niet besloten of de vermeende misdaden binnen de jurisdictie van het Strafhof vallen.

Het kantoor van de aanklager onderzoekt eerst of Nigeria deze misdrijven zelf onderzoekt. Indien dit het geval is, dan zal het Strafhof een stap terug moeten doen. Uit het laatste rapport van de aanklager, daterend van 5 december 2019, blijkt dat er het afgelopen jaar twee missies zijn uitgevoerd naar Nigeria. De aanklager concludeert daarnaast dat de Nigeriaanse autoriteiten beperkte activiteiten hebben ondernomen om leden van Boko Haram en de Nigeriaanse veiligheidsdiensten verantwoordelijk te houden voor de vermeende misdrijven. Ook lijkt het er niet op dat de Nigeriaanse autoriteiten onderzoek doen naar dezelfde misdrijven als het kantoor van de aanklager. Gedurende 2020 zal de aanklager daarom blijven aandringen bij de Nigeriaanse autoriteiten om deze vermeende misdrijven te onderzoeken en waar nodig over te gaan tot berechting. Indien de Nigeriaanse autoriteiten hierin falen, zal de aanklager moeten besluiten in hoeverre de vermeende misdrijven binnen de reikwijdte van het Strafhof vallen.9

De aanklager van het Internationaal Strafhof is onafhankelijk en bepaalt de wijze waarop het onderzoek wordt ingevuld.

Vraag 10

Wilt u bevorderen dat ook in het verband van de VN-Veiligheidsraad wordt aangedrongen op een einde aan de straffeloosheid en het bevorderen van veiligheid en recht in Nigeria?

Antwoord 10

De VN-Veiligheidsraad volgt de ontwikkelingen in Nigeria op de voet en heeft hierbij oog voor de problematiek van straffeloosheid en de noodzaak om recht en veiligheid te bevorderen. In een recente persverklaring van 16 juni 2020 benadrukte de VN-Veiligheidsraad dat de plegers, organisatoren, financiers en sponsors van terroristische daden verantwoordelijk moeten worden gehouden en moeten worden berecht. Ook de Secretaris-Generaal van de VN volgt de ontwikkelingen in Nigeria op de voet. Zo riep hij nog op 24 juni 2020 alle lidstaten op om de grondoorzaken van conflict in Nigeria op een geïntegreerde en holistische manier aan te pakken.10

Nederland heeft hieraan bijgedragen door in 2018, toen het lid was van de VN-Veiligheidsraad, aandacht te vragen voor het Tsjaadmeerregio, waartoe ook het kwetsbare noordoosten van Nigeria behoort. Hoewel Nederland geen lid van de VN-Veiligheidsraad meer is, blijft het nog altijd in gesprek met gelijksgezinde leden van de VN-Veiligheidsraad, ook hierover. Daarnaast zal Nederland de ontwikkelingen in Nigeria, als de situatie zich daarvoor leent, meenemen in de bespreking van veiligheidsontwikkelingen in West-Afrika en de Sahel.

Naar boven