Vragen van de leden Omtzigt en Van Toorenburg (beiden CDA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over de Nederlander die in Roemenië verdacht wordt van het misbruiken en vermoorden van een meisje en mogelijk andere vergelijkbare misdrijven (ingezonden 1 oktober 2019).

Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken)van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 5 december 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Roemeense aanklager: «Vermoeden dat Johannes V. op meerdere plekken heeft toegeslagen»»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven in hoeverre de Nederlandse politie de Roemeense politie assisteert bij het strafrechtelijk onderzoek? Welke actie wordt er vanuit Nederland door de opsporingsinstanties genomen?

Antwoord 2

Nederland verleent rechtshulp aan de Roemeense autoriteiten. De rechtshulp heeft bestaan uit o.a. de doorzoeking van de woning van verdachte, informatiebevragingen over bijvoorbeeld telefoonnummers, kentekens, contacten. Dacty en DNA zijn overgedragen aan Roemenië.

Vraag 3

Klopt de berichtgeving dat de Roemeense autoriteiten (zoals het interview van de Procureur-Generaal bij Digi24.tv) geen officiële bevestiging hebben gehad van de Nederlandse autoriteiten dat de Nederlandse verdachte overleden is? Zo ja, hoe kan dat?

Antwoord 3

Dezelfde middag van het overlijden van Johannes V. is de Hoofdofficier van Boekarest officieel op de hoogte gebracht door de Nederlandse officier van justitie belast met rechtshulp. Een schriftelijke bevestiging (met onder andere processen-verbaal) is begin oktober verstuurd.

Vraag 4

Bent u bekend met het feit dat er in Roemeense media breed twijfels geuit zijn of Johannes V. wel echt overleden is, onder ander door de familie van het vermoorde meisje? Kunt u eraan bijdragen dat hierover geen enkele twijfel bestaat?

Antwoord 4

Er bestaat naar aanleiding van de bevindingen van de politie ter plaatse geen enkele twijfel dat Johannes V. daadwerkelijk om het leven is gekomen.

Vraag 5

Van welke andere misdrijven wordt Johannes V. nog meer verdacht en om welke landen gaat het?

Antwoord 5

Voor zover bij ons bekend is hij in Roemenië ook verdachte in een andere zaak. Deze zaak is pas naar boven gekomen naar aanleiding van (het onderzoek naar) het delict van september 2019. Eerder was er geen verdenking en was er dus geen aanleiding om informatie op te vragen bij de Nederlandse autoriteiten. De verdenking in Roemenië betreft vrijheidsberoving en aanranding. Het Roemeense OM heeft hierover een persbericht uitgebracht.2

Vraag 6

Was Johannes V. in Nederland reeds een bekende zedendelinquent en kunt u aangeven waarvoor hij veroordeeld was en welke straf hij gekregen had?

Antwoord 6

Hij was bekend als zedendelinquent en heeft zijn straffen en behandeling voor zijn eerdere misdrijven ondergaan. Ik ga niet in op de exacte veroordelingen dan wel straffen die Johannes V. eerder heeft gekregen.

Vraag 7

Op welke wijze stond Johannes V. in de Europese systemen geregistreerd en welke informatie hadden de Roemeense autoriteiten of hadden de Roemeense autoriteiten kunnen hebben?

Antwoord 7

Johannes V. stond niet geregistreerd in een Europees systeem en de Roemeense autoriteiten hadden langs die weg geen informatie over hem beschikbaar. Johannes V. stond ook niet gesignaleerd in het Schengeninformatiesysteem (SIS II), dat wordt gebruikt voor signaleringen. Over Johannes V. is eveneens geen informatie gedeeld op het platform «Secure Information Exchange Network Application (SIENA).» Dit platform wordt gebruikt om buitenlandse autoriteiten te voorzien van informatie. Alleen wanneer Roemenië informatie zou hebben opgevraagd in het kader van werkgelegenheidsscreening of voor strafrechtelijke doeleinden, zou Nederland preventief justitiële documentatie hebben gestuurd naar Roemenië. Deze uitwisseling vindt plaats via het European Criminal Record System (ECRIS).3

Vraag 8

Bent u van mening dat er voldoende gedaan is om ervoor te zorgen dat Johannes V. in andere landen van de Europese Unie geen zedenmisdrijven kon plegen?

Antwoord 8

Johannes V. heeft zijn straffen en behandeling voor zijn eerdere misdrijven ondergaan. Hij is teruggekeerd in de samenleving en kon gebruik maken van zijn recht op vrij verkeer binnen de EU als Nederlands staatsburger.

Vraag 9

Kunt u deze vragen één voor één en binnen drie weken beantwoorden?

Antwoord 9

Zorgvuldige afstemming van deze antwoorden maakte het helaas niet mogelijk om de vragen binnen drie weken te beantwoorden.


X Noot
3

Voor functies waarbij uit het functieprofiel blijkt dat met kinderen gewerkt zal worden, verplicht de Europese Richtlijn ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie (2011/EC/93) dat justitiële gegevens worden uitgewisseld als hierom wordt verzocht door één van de centrale autoriteiten. Deze richtlijn is sinds december 2013 operationeel.

Naar boven