Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de sluiting van arrestantencellen in de politiebureaus van Doetinchem, Deventer, Ede en Tiel (ingezonden 30 oktober 2019).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 28 november 2019).

Vraag 1

Kent u het bericht «Politie sluit cellen in Ede, Tiel, Doetinchem, nieuw arrestantencomplex in Elst voor heel de regio»?1

Vraag 2

Hoeveel politie is er in de gemeenten Ede, Tiel, Doetinchem ’s avonds, ’s nachts en in de weekenden in de plattelandsgebieden beschikbaar?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het verlenen van noodhulp voorrang heeft boven het wegbrengen van arrestanten? Zo ja, hoe verhoudt zich dat tot het feit dat de politie in het geval de genoemde arrestantencellen gesloten worden meer tijd niet meer beschikbaar is voor het verlenen van noodhulp? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de sluiting van arrestantencellen in de genoemde gemeenten tot gevolg heeft dat de politie onevenredig veel tijd nodig zal gaan hebben om arrestanten elders onder te brengen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Deelt u de mening dat sluiting van de arrestantencellen alleen een optie kan zijn als er, naar het voorbeeld van het politieteam Maas en Leijgraaf, een aparte vervoersdienst voor arrestanten komt om een tekort aan agenten in de genoemde gemeenten te voorkomen? Zo ja, kunt u er in overleg met de korpsleiding van de politie voor zorgen dat deze vervoersdienst er komt? Zo nee, waarom niet?2

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kuiken (PvdA) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de sluiting van arrestantencellen in de politiebureaus van Doetinchem, Deventer, Ede en Tiel (ingezonden 30 oktober 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven