Vragen van de leden Van der Lee en Bromet (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over compensatie voor de gaswinning in het Waddengebied (ingezonden 1 november 2019).

Mededeling van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 26 november 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «448 miljoen aan plannen voor compensatie gaswinning»1 en de Investeringsagenda van het Omgevingsproces Ternaard?2

Vraag 2

Klopt het dat ambtenaren van uw ministerie aanwezig waren bij werkgroepbijeenkomsten rondom deze investeringsagenda? Weet u waar men op doelt met de «uitspraak van EZK op 11 maart 2019 dat EZK niet schrikt van een investeringsagenda van mogelijk enkele honderden miljoenen euro’s»?

Vraag 3

Bent u werkelijk van plan om 448 miljoen euro uit te geven om gaswinning mogelijk te maken? Zo ja, waarom moet de belastingbetaler opdraaien voor deze kosten? Hoe bent u van plan de Investeringsagenda van het Omgevingsproces Ternaard te financieren? Wordt dit bedrag ook in de regio geïnvesteerd wanneer er geen gaswinning zal plaatsvinden in de regio?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het beter is af te zien van gaswinning wanneer de prijs voor draagvlak zo hoog is?

Vraag 5

Is het u bekend dat de Waddenzee een UNESCO Werelderfgoed is en dus onvervangbaar, uniek en eigendom van de hele wereld?

Vraag 6

Deelt u de opvatting dat de ecologische functies van de Waddenzee onbetaalbaar en uniek zijn en dat deze niet gecompenseerd kunnen worden?

Vraag 7

Bent u bekend met het artikel «Waddengeld voor een blacklight golfbaan»?3

Vraag 8

Heeft het Waddenfonds te maken met de Investeringsagenda van het Omgevingsproces Ternaard?

Vraag 9

Deelt u de mening dat het Waddenfonds nauwelijks heeft bijgedragen aan het oorspronkelijke doel van het Waddenfonds, namelijk versterking van de natuur?

Vraag 10

Op welke manier dragen zaken zoals het verhogen van bruggen, kunstwerken en een blacklightgolfbaan bij aan het versterken van de natuur in de Waddenzee? Deelt u de analyse dat hoewel het vanuit het oogpunt van de subsidieaanvragers begrijpelijk is dat men dit fonds aangreep om voor allerlei zaken subsidie aan te vragen, het oorspronkelijke doel van het fonds volledig ondergesneeuwd raakte?

Vraag 11

Deelt u de mening dat er ten principale niets mis is met culturele en economische investeringen in de regio rondom de Waddenzee, maar dat het onjuist is om de indruk te wekken dat deze investeringen te maken hebben met de natuurversterking van de Waddenzee?

Vraag 12

Hoeveel geld uit het Waddenfonds is er precies besteed aan natuurversterking? Kunt u een overzicht geven van hoe dit geld precies is besteed?

Vraag 13

Bent u bereid om het overgebleven geld van het Waddenfonds slechts te besteden aan versterking van de natuur?

Vraag 14

Deelt u de mening dat al deze inspanningen om gaswinning te compenseren niet effectief zijn en het beter is om gewoon geen gas meer te winnen onder de Waddenzee zodat problemen voorkomen worden?

Vraag 15

Zijn er middelen uit het Waddenfonds gebruikt voor het tegengaan van stikstofuitstoot? Bent u bereid zich hiervoor in te spannen, aangezien stikstofreducerende maatregelen natuurversterkend zijn?

Vraag 16

Kan het Waddenfonds worden gebruikt om boeren te ondersteunen met de transitie naar kringlooplandbouw, zoals de melkveeboeren op Schiermonnikoog? Zeker aangezien dit een maatregel zou zijn die daadwerkelijk voor natuurversterking zou zorgen? Bent u bereid zich hiervoor in te spannen?

Mededeling

Op 1 november 2019 hebben de leden Van der Lee en Bromet (beiden GroenLinks) vragen gesteld aan mij en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) over compensatie voor de gaswinning in het Waddengebied. Een deel van deze vragen heeft betrekking op het Waddenfonds. Deze vragen komen ook terug in vragen die zijn gesteld door de leden Wassenberg (PvdD) (ingezonden 1 november 2019) en De Groot (D66) (ingezonden 5 november 2019) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) en aan de Minister van LNV.

De Minister van I&W heeft tijdens het Wetgevingsoverleg Water met uw Kamer op 11 november 2019 aangegeven dat zij de vragen die aan haar gesteld uiterlijk 2 december 2019 zal beantwoorden. Ik beantwoord uw vragen tegelijk met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. U ontvangt daarom uiterlijk 2 december 2019 een reactie op uw vragen.

Naar boven