Vragen van de leden Jasper vanDijk (SP) en Kerstens (PvdA) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Economische Zaken en Klimaat over het bericht dat door OostNL gesteunde Chinese spookbedrijven verdacht worden van uitbuiting van illegale werknemers (ingezonden 16 oktober 2019).

Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 26 november 2019).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «Oost NL in opspraak om foute bedrijven; Chinese bedrijven verdacht van uitbuiting»?1 2

Antwoord 1

We hebben in Nederland een heldere norm gezet op het gebied van arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, verankerd in onder andere de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, Wet arbeid vreemdelingen en de Arbeidstijdenwet. Het is onacceptabel dat bedrijven deze wetten overtreden. Dit schaadt niet alleen het gelijke speelveld voor ondernemers, maar biedt werknemers ook niet een gezonde en veilige werkplek met een eerlijke beloning, waar zij wel recht op hebben.

De Inspectie SZW heeft bij de twee betreffende bedrijven in Duiven diverse overtredingen van arbeidswetten aangetroffen. Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat er ook sprake was van arbeidsuitbuiting.

Vraag 2 en 4

Bent u het ermee eens dat dit bericht buitengewoon pijnlijk is voor de werknemers die worden uitgebuit en ook voor het bedrijf OostNL dat in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de provincies Gelderland en Overijssel deze bedrijven naar Nederland heeft gehaald?

Vindt u het aanvaardbaar dat Chinese (spook)bedrijven die volgens de Inspectie SZW wetten en regels hebben ontdoken, tegelijkertijd ondersteuning ontvingen van OostNL voor uitbreiding van hun activiteiten? Zo nee, wat onderneemt u hiertegen?

Antwoord 2 en 4

Voor alle bedrijven die in Nederland actief zijn, zowel Nederlandse als buitenlandse, geldt dat zij aan de Nederlandse wet- en regelgeving moeten voldoen. Daar kan wat betreft het kabinet geen misverstand over bestaan. De daarvoor bevoegde instanties, zoals de Inspectie SZW in geval van arbeidswetgeving, zijn daarbij verantwoordelijk voor de handhaving en het toezicht.

Tevens vindt het kabinet het van belang dat Nederland een aantrekkelijk land is voor buitenlandse bedrijven om zich te vestigen. Buitenlandse bedrijven leveren een positieve bijdrage aan onze economie. Zo zijn deze bedrijven goed voor circa 18% van de toegevoegde waarde van onze economie en zijn ruim 938.000 werknemers werkzaam bij deze bedrijven.3 Mede daarom heeft de regionale ontwikkelingsmaatschappij Oost NL, mede in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, de taak om buitenlandse bedrijven te ondersteunen bij het opzetten en/of uitbreiden van hun economische activiteiten in Oost-Nederland. Dit doen zij onder meer door het Nederlandse vestigingsklimaat bij bedrijven onder de aandacht te brengen. Hierbij informeert Oost NL de buitenlandse bedrijven op hoofdlijnen over de geldende Nederlandse wet- en regelgeving. Oost NL werkt bij het aantrekken van buitenlandse bedrijven samen met de nationale Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA), een uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Oost NL heeft, in samenwerking met NFIA, deze twee specifieke bedrijven ook ondersteund in hun keuze om zich in Nederland te vestigen. Sindsdien is Oost NL in totaal 5 keer bij beide ondernemingen in Nederland langsgegaan om te spreken over mogelijke uitbreiding van hun activiteiten in Nederland. Het was Oost NL uiteraard niet bekend dat beide bedrijven niet aan de Nederlandse arbeidswetten voldoen. Het controleren hierop valt ook niet binnen de taak van Oost NL, deze taak ligt bij Inspectie SZW. Bij Oost NL was wel bekend dat beide bedrijven reële economische activiteiten in China en in Nederland uitvoeren door het produceren en distribueren van onderdelen voor elektrische fietsen. Uiteraard zijn wij, net als Oost NL, geschrokken van de overtredingen die de Inspectie SZW bij beide bedrijven heeft geconstateerd. Daarom zal Oost NL niet meer met beide bedrijven spreken over mogelijke opschaling en uitbreiding van activiteiten van beide bedrijven in Nederland totdat de arbeidsomstandigheden op orde zijn. Oost NL heeft beide bedrijven wel geadviseerd een gespecialiseerde arbeidsjurist en arboadviseur in te huren en een plan van aanpak te maken om dit soort fouten in de toekomst te voorkomen.

Vraag 3

Welke maatregelen gaat u nemen tegen de geconstateerde misstanden in de genoemde bedrijven?

Antwoord 3

De Inspectie SZW heeft bij beide bedrijven die genoemd worden in het bericht van de Gelderlander van 14 oktober 2019 overtredingen geconstateerd van arbeidswetten. Het gaat hierbij onder andere om overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen en de Arbeidstijdenwet. Ik verwijs hierbij ook naar het persbericht van de Inspectie SZW van 9 oktober 2019 (https://www.inspectieszw.nl/onderwerpen/algemeen-arbeidsuitbuiting-en-mensenhandel).

Vraag 5

Wat voor ondersteuning hebben deze bedrijven precies ontvangen van OostNL dan wel Nederlandse overheden? Om hoeveel geld gaat het precies en welke andere vormen van ondersteuning heeft OostNL dan wel overheden geboden?

Antwoord 5

De betreffende bedrijven hebben zich in 2010 en 2013 gevestigd in Nederland. De NFIA en Oost NL hebben de bedrijven ondersteund bij hun keuze voor een vestiging in Nederland. Deze ondersteuning bestond met name uit het organiseren van bezoeken aan de regio, het vinden van geschikte vestigingslocaties en advies over de oprichting van een entiteit in Nederland. Vervolgens heeft Oost NL beide bedrijven in totaal nog 5 keer in Nederland bezocht om te spreken over mogelijke uitbreiding van de activiteiten in Nederland. Als onderdeel daarvan is de commissaris van de Koning van de provincie Gelderland in 2019, dit was voordat Inspectie SZW bij dit bedrijf overtredingen van arbeidswetten heeft geconstateerd, en marge van een handelsmissie ook op bezoek geweest bij het hoofdkantoor van één van deze bedrijven in China. Voor zover bekend bij het kabinet en Oost NL hebben beide bedrijven geen financiële ondersteuning ontvangen vanuit de regio, provincie of gemeente.

Naast de hierboven genoemde ondersteuning kunnen de bedrijven ook aanvraag doen voor andere vormen van (financiële) steun vanuit de Nederlandse overheid, zoals subsidies en directe kredieten. Uit onderzoek bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) en de Kamer van Koophandel blijkt dat er geen contacten met deze bedrijven zijn geconstateerd die wijzen op dergelijke vormen van (financiële) overheidssteun aan de betreffende bedrijven. Vanwege de bedrijfsvertrouwelijkheid van deze informatie geldt voor fiscale regelingen, garantstellingen, indirecte financieringsregelingen en borgstellingen dat RVO.nl geen specifieke bedrijfsinformatie openbaar maakt.

Vraag 6

Bent u ook van mening dat er geen sprake van overheidssteun kan zijn voor bedrijven waar de Inspectie SZW overtredingen heeft geconstateerd?

Antwoord 6

Als een bedrijf subsidie ontvangt, is dit bedrijf gebonden aan verplichtingen in de besteding van de subsidiegelden. De gelden moeten bijvoorbeeld worden besteed aan de activiteiten waarvoor de subsidie verleend is. Als er reden bestaat om te denken dat dit niet juist besteed wordt, kan een subsidieverlening worden gewijzigd of ingetrokken. Een overtreding van andere wetgeving leidt echter in beginsel niet direct tot maatregelen binnen de subsidierelatie. Dergelijke overtredingen kunnen wel een reden zijn om in gesprek te gaan of vragen te stellen bij de verantwoording. Overtredingen in het ene domein hoeven immers niet direct te leiden tot de conclusie dat besteding van een subsidie in een geheel ander domein verkeerd zal gaan. Het is daarom in algemene zin niet zo dat een door de Inspectie SZW geconstateerde overtreding ertoe leidt dat een partij niet meer voor subsidie in aanmerking kan komen.

Wat betreft dit specifieke geval heeft Oost NL aangegeven beide bedrijven niet meer te ondersteunen bij een mogelijke opschaling en uitbreiding van activiteiten in Nederland totdat de arbeidsomstandigheden op orde zijn. Zoals in vraag 5 ook is aangegeven, hebben beide bedrijven, voor zover bekend bij het kabinet en Oost NL, geen financiële ondersteuning ontvangen vanuit de regio, provincie of gemeente.

Vraag 7 en 8

Wat vindt u ervan dat de panden waar de illegale werknemers zijn aangetroffen niet zijn gesloten door de gemeente, omdat de gemeente geen beleid heeft voor illegale werknemers?

Bent ook van mening dat het ontbreken van beleid voor illegale werknemers een burgemeester niet hoeft te weerhouden om tot sluiting van panden over te gaan wanneer zulke ernstige zaken worden geconstateerd? Bent u bereid om de burgemeester van Duiven daarop aan te spreken?

Antwoord 7 en 8

Gemeenten hebben de bevoegdheid om panden onder bepaalde omstandigheden (tijdelijk) te kunnen sluiten en formuleren hier zelf het beleid op in de Algemeen Plaatselijke Verordening. Het aantreffen van illegale werknemers kan een factor zijn die meeweegt in dergelijk beleid. Ik laat het aan gemeenten en burgermeesters om zelf een afweging te maken wanneer er gevaar is voor verstoring van de openbare orde.

Vraag 9

Bent u ook van mening dat in de contacten met buitenlandse bedrijven glasheldere afspraken nodig zijn over zaken als arbeidsvoorwaarden, opdat uitbuiting en illegale arbeid worden voorkomen?

Antwoord 9

Het is de verantwoordelijkheid van bedrijven zelf dat zij voldoen aan de Nederlandse wet-en-regelgeving. Bedrijven worden wel actief geïnformeerd dat zij, wanneer ze in Nederland willen ondernemen, aan de wet- en regelgeving moeten voldoen. Zo wijst de Kamer van Koophandel, onder andere wanneer bedrijven zich inschrijven, bedrijven op welke zaken zij moeten letten bij het starten van een bedrijf en dus ook aan welke wetten en regels bedrijven moeten voldoen. Indien nodig verwijst de Kamer van Koophandel bedrijven ook naar andere partijen zoals de Belastingdienst of de douane. Tevens worden buitenlandse bedrijven op hoofdlijnen door NFIA en/of een regionale acquisitiepartij geïnformeerd over de Nederlandse wet- en regelgeving. Bij specifieke vragen worden de buitenlandse bedrijven en ondernemers gewezen op en doorverwezen naar partijen zoals de Belastingdienst en het UWV. Tot slot is voor deze doelgroep relevante informatie gebundeld op business.gov.nl, een informatieportal van de rijksoverheid voor buitenlandse bedrijven en ondernemers die zich in Nederland willen of gaan vestigen.

Vraag 10

Kent u meer voorbeelden van (Chinese) bedrijven die een verborgen economie runnen en daarbij wet- en regelgeving aan hun laars lappen? Bent u bereid dit te onderzoeken?

Antwoord 10

De Inspectie SZW houdt risico gericht toezicht op de verschillende arbeidswetten. Bij vermoedens van overtreding van arbeidswetten kan dit gemeld worden bij de Inspectie SZW. De Inspectie SZW kan vervolgens besluiten om in het kader van haar risicogerichte aanpak een nader onderzoek in te stellen. De Inspectie SZW kan ook zelf, bijvoorbeeld naar aanleiding van signalen in de media, besluiten om een onderzoek in te stellen.

Op de website www.inspectieresultatenszw.nlis een overzicht te vinden van bedrijven die sinds 1 januari 2016 zijn geïnspecteerd door de Inspectie SZW op de wetgeving Wet arbeid vreemdelingen (WAV), de Wet minimumloon en vakantiebijslag (Wml) en de Wet allocatie arbeid door intermediairs (Waadi). Per bedrijf wordt onder andere aangegeven op welke wetten gecontroleerd is, op welke locatie de inspectie is uitgevoerd, en of er wel of geen overtredingen zijn geconstateerd.


X Noot
1

De Gelderlander, 14 oktober 2019, Oost NL in opspraak om foute bedrijven; Chinese bedrijven verdacht van uitbuiting

Naar boven