Vragen van de leden Kuik en Amhaouch (beiden CDA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht over misstanden in projecten van FMO (ingezonden 17 oktober 2019).

Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede namens de Minister van Financiën (ontvangen 22 november 2019).

Vraag 1

Kent u het artikel «Nederlandse ontwikkelingsbank financiert landroof en andere misstanden»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u met de Nederlandse Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO) in gesprek naar aanleiding van deze berichtgeving?

Antwoord 2

Ja. De projecten die worden genoemd in het artikel zijn bekend bij het kabinet en zijn onderdeel van onze beleidsdialoog met FMO.

Vraag 3

Bent u als grootste aandeelhouder geconsulteerd door Dagblad Trouw voor publicatie van dit artikel?

Antwoord 3

De Minister van Financiën vervult namens de staat het aandeelhouderschap in FMO. Hij is niet door Dagblad Trouw geconsulteerd voorafgaand aan de publicatie van het artikel. Dat geldt ook voor mij en mijn ministerie.

Vraag 4

Kunt u aangeven welke rol het ministerie precies heeft ten opzichte van FMO?

Antwoord 4

FMO is een staatsdeelneming waarvan 51% van de aandelen in bezit zijn van de staat. Het aandeelhouderschap wordt vervuld door de Minister van Financiën. Vanwege het belang voor het uitvoeren van het OS-beleid van het kabinet is mijn ministerie beleidsverantwoordelijk voor FMO. Deze verantwoordelijkheid is geborgd in de Overeenkomst tussen de staat en FMO uit 1998 en de bijbehorende criterianota, waarin onder andere aanvullende afspraken staan over de ontwikkelingsdoelstellingen van FMO.

Als beleidsverantwoordelijk ministerie zien mijn medewerkers toe op de maatschappelijke missie van FMO. Zij zijn hiervoor doorlopend in dialoog met FMO over haar beleid. Zeker in het geval van de staatsfondsen – die FMO namens het kabinet beheert ten behoeve van specifieke ontwikkelingsdoelstellingen – is deze dialoog zeer intensief. Het ministerie is niet betrokken bij individuele investeringsbeslissingen, maar ziet erop toe dat FMO zich houdt aan de afspraken, onder andere op het gebied van IMVO. Investeringsbeslissingen zijn een verantwoordelijkheid van het bestuur van FMO en dienen te passen binnen de vastgestelde strategie. De raad van bestuur van FMO stelt de strategie op. De Minister van Financiën en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking worden, voordat de strategie aan de raad van commissarissen wordt voorgelegd, in de gelegenheid gesteld om opmerkingen bij de strategie te maken. Daarnaast worden in principe elke vijf jaar evaluaties uitgevoerd van het beleid en functioneren van FMO. Deze evaluaties vinden plaats in opdracht van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en worden uitgevoerd door een onafhankelijke partij.

Vraag 5

Kunt u aangeven hoe het risicomanagement van FMO is geborgd en wanneer deze voor het laatst is geëvalueerd?

Antwoord 5

Het risicomanagement van FMO wordt binnen de organisatie geborgd door de zogenaamde «three lines of defence». De front-office-afdeling is daarbij de eerste lijn, onder andere de (operational) risk management en credit afdeling zijn de tweede lijn en de interne audit is de derde lijn. Daarnaast heeft FMO een externe auditor en staat FMO onder toezicht van De Nederlandsche Bank. Het management van sociale- en milieurisico’s is integraal onderdeel van deze processen.

Het financieel risicomanagement van FMO is onderdeel van gesprek bij de periodieke kwartaalgesprekken met FMO en wordt zodoende continu geëvalueerd. Verder is er in de overeenkomst tussen de staat en FMO uit 1998 vastgelegd dat FMO rapportages aanlevert waardoor de staat goed geïnformeerd blijft over de risico’s van FMO.

Vraag 6

Kunt u een toelichting geven op de zeven projecten waar misstanden plaatsvinden die in het artikel genoemd worden en hoe u hierover bent geïnformeerd?

Antwoord 6

De zeven projecten die genoemd worden in het artikel zijn bekend bij het kabinet en maken onderdeel uit van de beleidsdialoog met FMO. Ook zijn deze grotendeels eerder aan bod gekomen in uw Kamer. Ik heb met FMO de afspraak dat zij het ministerie volledig en tijdig informeert over (vermoedens van) misstanden binnen de portefeuille. Er is een uitgebreide overlegstructuur tussen mijn medewerkers en FMO om hierin te voorzien, onder andere via het beleidsoverleg tussen het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het Ministerie van Financiën en FMO en de doorlopende overleggen die mijn medewerkers voeren met hun contactpersonen bij FMO.

Vraag 7

Kunt u de probleemlijst, waarover de directeur van FMO in het artikel spreekt, delen met de Kamer?

Antwoord 7

FMO houdt intensief in de gaten bij welke projecten zich mogelijk problemen voordoen. Hierbij kost het vaak tijd om alle feiten boven tafel te krijgen. Het is doorgaans niet in het belang van het lopende onderzoek om informatie hierover te delen met externe partijen. Bovendien betreft het vaak bedrijfsvertrouwelijke informatie. Deze informatie wordt wel op confidentiële basis gedeeld met mijn medewerkers tijdens het doorlopende overleg dat zij hebben met FMO. Daarnaast heeft FMO mij toegezegd in hun jaarverslag meer transparantie te geven over de risico’s van hun investeringen.

Vraag 8

Kunt u aangeven of een van de genoemde projecten ook door commerciële banken uitgevoerd had kunnen worden?

Antwoord 8

Juist in de landen of sectoren waar FMO actief is kan zij met haar investeringen duurzame economische impact genereren waar vrijwel geen andere (markt)partijen actief zijn. Het mandaat waarbinnen FMO opereert geeft duidelijk aan dat zij additioneel aan de markt moet zijn bij haar investeringen. FMO heeft mij verzekerd dat de noodzaak van deze additionaliteit sterk verankerd is in het proces voorafgaand aan een investeringsbeslissing.

Vraag 9

Kunt u aangeven of er andere noemenswaardige projecten zijn waarover de Kamer geïnformeerd zou moeten worden?

Antwoord 9

Zie antwoord op vraag 7. De Kamer is reeds geïnformeerd over een aantal projecten waar dit mogelijk was.

Vraag 10

Kunt u aangeven of lokale autoriteiten overgaan tot strafrechtelijke vervolging wanneer er misstanden worden geconstateerd door FMO?

Antwoord 10

Wanneer er aantoonbare misstanden worden geconstateerd, kan hier door de klant, FMO en/of andere belanghebbenden lokaal aangifte van worden gedaan. Het is vervolgens aan de lokale autoriteiten om, naar aanleiding van een aangifte, over te gaan tot strafrechtelijke vervolging. Gezien de complexe lokale situatie, waar betrouwbare onafhankelijke rechtspraak soms ontbreekt, wordt er helaas niet altijd overgegaan tot strafrechtelijke vervolging.


X Noot
1

Trouw, 15 oktober 2019, «Nederlandse ontwikkelingsbank financiert landroof en andere misstanden' https://www.trouw.nl/buitenland/nederlandse-ontwikkelingsbank-financiert-landroof-en-andere-misstanden~b2fa03cd/

Naar boven