Vragen van de leden Leijten en Beckerman (beiden SP) aan de Ministers van Buitenlandse
Zaken en van Economische Zaken en Klimaat over de honderden miljoenen euro's aan lobbyuitgaven
van olie- en gasgiganten (ingezonden 25 oktober 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Minister
van Buitenlandse Zaken (ontvangen 13 november 2019).
Vraag 1
Erkent u de conclusie van het onderzoek van Corporate Europe Observatory waarin staat
dat de olie- en gaslobby de afgelopen 10 jaar, 251,3 miljoen euro heeft gespendeerd
om de Europese Klimaatdoelen te remmen? Zo nee, heeft u een andere verklaring voor
deze torenhoge uitgaven?1
Antwoord 1
De gepresenteerde cijfers zijn ons niet bekend. Wij houden de lobbyuitgaven van individuele
bedrijven niet bij.
Vraag 2
Deelt u de mening, en de conclusies van Corporate Europe Observatory, dat het in het
financieel belang van de olie- en gaslobby is om de klimaatdoelen sterk af te remmen?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Het is evident dat olie- en gasbedrijven belang hebben bij de wijze waarop de klimaatdoelen
worden gerealiseerd en het tempo waarin dit wordt gedaan. Tegelijk is het zo dat de
investeringen in duurzame technologieën wereldwijd snel toenemen, ook door olie- en
gasbedrijven.
Vraag 3
Deelt u de mening dat lobbyen tegen het klimaat, gezien de grote klimaatproblematiek,
onacceptabel is? Bent u bereid om Shell als één van de grote bedrijven achter deze
lobby hier op aan te spreken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Het staat alle partijen altijd vrij hun belangen te behartigen zolang dit binnen de
grenzen van de rechtstaat past. Het kabinet ziet dus geen reden om partijen hierop
aan te spreken.
Vraag 4
Kunt u ons meer duidelijkheid geven over de inhoud van de vele gesprekken die Shell
met de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie heeft gevoerd
en wat hier voor concrete resultaten uit zijn gekomen?
Antwoord 4
Gesprekken die met de gas- en oliesector worden gevoerd op de Nederlandse Permanente
Vertegenwoordiging bij de EU zijn gericht op het bespreken van relevante Europese
beleidsontwikkelingen. Dit kan gaan om relevante technologieën voor de decarbonisatie
van de Nederlandse energie- en industriesectoren zoals schone waterstof en de afvang
en opslag van CO2 (CCS). Deze gesprekken zijn informerend van aard. Beleidsvorming vindt immers niet
plaats op de Permanente Vertegenwoordiging, maar bij de betrokken departementen in
Den Haag. Zie ook de brief «reactie op rapport Captured States» van 11 maart jl. (Kamerstuk
35 078, nr. 27).
Vraag 5 en 6
Deelt u de mening dat effectief klimaatbeleid niet door Shell en andere multinationals
vormgegeven kan worden, zeker met het oog op bovenstaand beschreven praktijken? Zo
ja, waarom heeft de industrie mede het Klimaatakkoord bepaald? Zo nee, hoe oordeelt
u dan over de tegengestelde belangen?
Bent u van plan een actieplan op te stellen zodat deze schandelijke lobbypraktijken
worden beëindigd?
Antwoord 5 en 6
Het kabinet zet zich vol in voor een ambitieus klimaatbeleid in Nederland, in de EU
en in andere landen. Het kabinet is van mening dat succesvol klimaatbeleid alleen
kan worden gerealiseerd als de rijksoverheid, decentrale overheden, het bedrijfsleven
en maatschappelijke organisaties effectief samenwerken. Dat is ook de reden dat het
kabinet deze partijen bij elkaar heeft gebracht voor de totstandkoming van het Klimaatakkoord,
juist om op basis van de verschillende belangen van partijen tot een gezamenlijke
aanpak te komen die op zo breed mogelijk draagvlak kan rekenen. Ook buiten de context
van het Klimaatakkoord staat het kabinet open voor overleg met alle belanghebbenden,
waarna de besluitvorming plaatsvindt op basis van een zorgvuldige afweging gemaakt
tussen alle belangen.
Vraag 7
Bent u bereid de wetenschap en milieuorganisaties een grotere stem te geven dan de
vervuilende industrie en hier ook binnen de Europese Unie voor te pleiten? Kunt u
uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
Het bedrijfsleven, milieuorganisaties, vakbonden en andere maatschappelijke organisaties
hebben allemaal op gelijke voet met het kabinet en met elkaar gesproken om tot het
Klimaatakkoord te komen. Ook de wetenschap is hierbij actief betrokken. Dat zal in
de uitvoering van het beleid niet veranderen. Binnen de EU heeft het kabinet altijd
gepleit voor een ambitieus klimaatbeleid en voor betrokkenheid van alle relevante
partijen hierbij, en dat zal het kabinet blijven doen.