Vragen van de leden Krol en Van Brenk (beiden 50PLUS) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Rechtsbescherming over het plenaire debat inzake het bericht dat het UWV ten onrechte uitkeringen verstrekt aan gevangenen d.d. 4 september 2019 (ingezonden 13 september 2019).

Mededeling van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 11 november 2019).

Vraag 1

Klopt het dat een terbeschikkinggestelde (tbs’er) die (volledig) ontoerekeningsvatbaar is verklaard en geen straf opgelegd krijgt maar wel op justitiële titel wordt opgenomen in een forensische zorginstelling, het recht op een eventuele uitkering behoudt?

Vraag 2

Kunt u aangeven hoeveel (volledig) ontoerekeningsvatbaar verklaarde tbs'ers die in een forensische zorginstelling verblijven een uitkering ontvangen? Kunt u een overzicht geven van de aantallen personen, de hoogte van de uitkering en het totale bedrag per maand dat hiermee gemoeid is?

Vraag 3

Deelt u de mening dat de belastingbetaler dubbel betaalt voor deze tbs'ers, namelijk zowel voor de uitkering als voor kost en inwoning in de forensische zorginstelling, en dat ons belastinggeld op deze manier niet goed wordt besteed?

Vraag 4

Klopt het dat de genoemde tbs’ers, omdat met de inwerkingtreding van de Wet forensische zorg per 1 januari 2019 de eigen bijdrage voor het verblijf in een forensische zorginstelling is geschrapt, het volledige uitkeringsbedrag kunnen opsparen tot het moment dat zij de kliniek weer verlaten? Deelt u de mening dat reparatiewetgeving nodig is en dat voor patiënten in een forensische zorginstelling die een uitkering ontvangen wel een eigen bijdrage in rekening moet worden gebracht?

Vraag 5

Welke andere oplossingen ziet u?

Vraag 6

Gaat u actie ondernemen?

Mededeling

De beantwoording van de Kamervragen van de leden Krol en Van Brenk (beiden 50PLUS) over het plenair debat inzake het bericht dat het UWV ten onrechte uitkeringen verstrekt aan gevangenen d.d. 4 september 2019 vraagt meer tijd dan verwacht en is helaas niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk gebleken. Er vindt nog interdepartementale afstemming plaats waarna ik u de beantwoording zal sturen.

Naar boven