Vragen van de leden Özütok, Van den Berge en Buitenweg (allen GroenLinks) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht Gedwongen uitgehuwelijkte Fatima: «Meisjes zoals ik worden verkocht als golden tickets» van Hart van Nederland (ingezonden 10 oktober 2019).

Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming), mede namens de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 8 november 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 600.

Vraag 1

Kent u het bericht Gedwongen uitgehuwelijkte Fatima: «Meisjes zoals ik worden verkocht als golden tickets» in Hart van Nederland, gepubliceerd op 5 oktober 20191, waarin gemeld wordt dat op grote schaal jonge, meerderjarige meisjes met een niet-westerse migratieachtergrond uitgehuwelijkt worden door hun ouders, en dat die gedwongen huwelijken veelal gepaard gaan met seksueel misbruik en huiselijk geweld? Deelt u de mening dat dit een zeer ernstige situatie is die zo snel mogelijk ten einde moet komen?

Antwoord 1

Ik ben bekend met dit bericht. Dit is zeer ernstig en schrijnend. Iedereen heeft het recht om te trouwen met wie hij of zij wil. Dat is een belangrijke vrijheid in Nederland. Het gedwongen worden tot trouwen is onacceptabel. Jonge meisjes moeten hiertegen beschermd worden en verdienen onze hulp als zij onverhoopt toch worden gedwongen tot een huwelijk. Daarom werken de Minister van VWS en ik samen aan een actieagenda schadelijke traditionele praktijken. Hierin worden per verschijningsvorm, waaronder ook huwelijksdwang, maatregelen opgenomen, zoals de eerder aangekondigde communicatie-instrumenten om de bewustwording te vergroten.2. Uw Kamer ontvangt de actieagenda eind 2019.

Vraag 2

Acht u het waarschijnlijk dat jonge vrouwen met een niet-westerse migratieachtergrond in Nederland uitgehuwelijkt worden door hun ouders? Welke cijfers zijn hierover beschikbaar? Op welke trends duiden deze cijfers? Ziet u mogelijkheden voor een onderzoek om dit preciezer in kaart te brengen?

Antwoord 2

Precieze en betrouwbare cijfers over de omvang van huwelijksdwang in Nederland ontbreken. Dit komt omdat huwelijksdwang een complex en vaak verborgen fenomeen is. In 2014 is er een schatting gedaan door het Verwey-Jonker Instituut. Hieruit kwam naar voren dat in 2011 en 2012 tussen de 674 en 1.914 gevallen zouden kunnen zijn geweest van huwelijksdwang.3 Omdat er over andere perioden geen gegevens beschikbaar zijn, kan niet worden gesproken over trendontwikkelingen. Uit het eerdergenoemde onderzoek bleek verder dat huwelijksdwang voorkomt in diverse religieuze en etnische gemeenschappen in Nederland. Het merendeel van de gevallen betreft slachtoffers met een niet-westerse migratieachtergrond, maar het komt ook voor in groepen uit andere westerse landen. In het onderzoek is niet gekeken naar wie de slachtoffers dwingt tot een huwelijk.

Als onderdeel van de eerder genoemde actieagenda wordt momenteel bekeken of er beter zicht kan worden verkregen op deze problematiek en de effectiviteit van de huidige maatregelen. Aan de hand hiervan wordt bepaald welke aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn.

Vraag 3

Waar kunnen vrouwen die slachtoffer zijn van een gedwongen huwelijk naartoe om hun probleemsituatie te melden en bescherming te zoeken? Bent u van mening dat deze hulp effectief is? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, bent u bereid te laten onderzoeken hoe dit effectiever kan?

Antwoord 3

Vrouwen die slachtoffer zijn van een gedwongen huwelijk kunnen contact opnemen met Veilig Thuis en bij acute onveiligheid met de politie. Veilig Thuis zal – waar nodig met andere partijen – beoordelen wat nodig is om de veiligheid van het slachtoffer zeker te stellen. Veilig Thuis heeft ook de opdracht om slachtoffers, in overleg met gemeenten, een passend hulpaanbod te bieden. Als onderdeel van de onder vraag 1 genoemde actieagenda wordt bekeken of de huidige maatregelen en de beschikbare hulpverlening effectief zijn. In het geval een Nederlands slachtoffer van huwelijksdwang zich in het buitenland bevindt, kan contact worden opgenomen met het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) of het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating (LKHA). BZ stelt vervolgens samen met het LKHA vast of daadwerkelijk sprake is van huwelijksdwang. Is dat het geval dan zetten BZ en LKHA zich samen in voor een veilige terugkeer van het slachtoffer naar Nederland.

Vraag 4

Welke rol hebben medewerkers in het sociaal domein en het onderwijs bij het oppikken van signalen en het helpen van vrouwen die slachtoffer zijn van gedwongen huwelijken?

Antwoord 4

Ruim één miljoen professionals uit verschillende domeinen, zoals, zorg, kinderopvang, justitie en het onderwijs vallen onder de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze professionals moeten bij vermoedens van huwelijksdwang, net als bij andere vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling, de stappen van de meldcode doorlopen. Dit kan leiden tot een melding bij Veilig Thuis.

Vraag 5

Bent u van mening dat het huidige recht voldoende middelen biedt om gedwongen huwelijken tegen te gaan? Zo ja, waarom? Zo nee, ziet u mogelijkheden de wet op dit vlak aan te scherpen?

Antwoord 5

De wet biedt verschillende mogelijkheden om gedwongen huwelijken tegen te gaan. Een huwelijk dat onder dwang zal worden gesloten, kan door in de wet aangewezen partijen worden gestuit.4 Indien een huwelijk onder dwang is gesloten, kunnen in de wet aangewezen partijen verzoeken om een nietigverklaring van het huwelijk.5 Met de inwerkingtreding van de Wet tegengaan huwelijksdwang in 2015 is het aantal partijen dat hierom kan verzoeken uitgebreid. Op dit moment wordt de doelmatigheid en effectiviteit van deze wet geëvalueerd. Hierover wordt uw Kamer eind dit jaar geïnformeerd. Daarnaast is huwelijksdwang – als vorm van dwang – strafbaar gesteld onder art. 284 Wetboek van Strafrecht (Sr). In aanvulling hierop is het opzettelijk lokken van iemand naar het buitenland met het oogmerk tot (huwelijks)dwang strafbaar gesteld onder art. 285c Sr.

Onderdeel van de onder vraag 1 genoemde actieagenda is een verkenning naar de juridische mogelijkheden om verschillende vormen van schadelijke traditionele praktijken, waaronder huwelijksdwang, tegen te gaan. In deze verkenning wordt onderzocht of er nog aanvullende (juridische) mogelijkheden zijn om gedwongen huwelijken tegen te gaan. Hier wordt de uitkomst van de evaluatie van de wet tegengaan huwelijksdwang ook in meegenomen. Uw Kamer wordt medio 2020 geïnformeerd over de uitkomsten van dit onderzoek.

Vraag 6

Wat is de huidige regelgeving met betrekking tot het sluiten van een huwelijk met iemand met een andere nationaliteit die zijn hoofdverblijf heeft in het buitenland? Bent u van mening dat er in dit systeem een zwakte zit, dat het uithuwelijken van vrouwen aan familieleden in het buitenland faciliteert en dus versterkt moet worden?

Antwoord 6

Om in Nederland te kunnen trouwen met iemand met een andere nationaliteit die zijn hoofdverblijf heeft in het buitenland, geldt dat de andere partij (mede) de Nederlandse nationaliteit bezit of rechtmatig in Nederland verblijft. Ook geldt dan de voorwaarde dat partijen voor voltrekking van het huwelijk een verklaring overleggen dat het huwelijk niet wordt aangegaan met als enig oogmerk verblijf in Nederland te kunnen verkrijgen (artikel 1:44 lid 1, sub i BW). Een vergelijkbare eis geldt voor de inschrijving in Nederland van huwelijken gesloten in het buitenland (artikel 1:25, lid 4 BW). Het afleggen van een valse verklaring is een strafbaar feit. Om verblijf in Nederland te kunnen verkrijgen, dient voldaan te zijn aan de voorwaarden voor gezinshereniging. Dat wil zeggen dat beide partners 21 jaar of ouder moeten zijn, dat de in Nederland gevestigde partner moet beschikken over voldoende middelen van bestaan en dat de buitenlandse partner het inburgeringsexamen buitenland heeft behaald. Daarnaast geldt de wetgeving zoals onder vraag 5 is genoemd. Ik ben niet van oordeel dat er in deze systematiek een lacune zit die het uithuwelijken van vrouwen aan familieleden faciliteert.

Vraag 7

Kent u het bericht Mishandelde vrouwen noodgedwongen in hotels vanwege overvolle opvanglocaties in de Volkskrant, gepubliceerd op 4 oktober 20196, waarin het Landelijk Netwerk Vrouwenopvang aangeeft dat de noodopvang voor vrouwen negen van de tien keer vol zit, waardoor veel slachtoffers van huiselijk geweld de hulp die zij nodig hebben mislopen? Zo ja, wat vindt u hiervan?

Antwoord 7

Ja, dit bericht is bekend. Wij zijn van mening dat vrouwen voor wie het thuis niet veilig is, moeten kunnen rekenen op een veilige plek. Het is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de 35 centrumgemeenten om er voor te zorgen dat er voldoende opvangplekken beschikbaar zijn. De Minister van VWS laat samen met de VNG een onderzoek uitvoeren om zicht te krijgen op de omvang en de oorzaken van de problematiek rond de noodbedden in de vrouwenopvang.

Vraag 8

Deelt u de mening dat er momenteel niet voldoende opvangcapaciteit is om vrouwen die bedreigd worden met seksueel geweld te beschermen? Deelt u de mening dat het door dit gebrek aan capaciteit moeilijker is voor vrouwen die huiselijk geweld willen ontvluchten om deze stap te nemen? Wat doet u om op korte termijn een oplossing te zoeken om deze vrouwen de benodigde hulp en bescherming te bieden?

Antwoord 8

Om te kunnen beoordelen of voldoende opvangcapaciteit beschikbaar is om vrouwen die bedreigd worden met seksueel geweld te beschermen, is meer zicht nodig op de uitvoering van de afspraken in het beleidskader landelijke in-, door- en uitstroom crisisopvang & opvang in acute crisissituaties van slachtoffers huiselijk geweld in de vrouwenopvang. Gemeenten hebben daarin afspraken gemaakt over de beschikbaarheid van noodbedden en het benutten van elkaars opvangplekken als de eigen opvangplekken onvoldoende zijn. Het genoemde onderzoek dat de Minister van VWS samen met de VNG uit laat voeren, zal helpen om dit zicht te krijgen. De eerste uitkomsten verwacht de Minister van VWS voor het eind van het jaar met uw Kamer te kunnen delen.


X Noot
2

Kamerstuk 28 345, nr. 223, p. 6.

X Noot
4

Art. 1:50 e.v. Burgerlijk Wetboek. Bevoegd tot stuiting zijn bloedverwanten in de rechte lijn van de huwelijkspartners, broers en zusters, voogden en curatoren, echtgenoten en geregistreerde partners van huwelijkspartners en het openbaar ministerie.

X Noot
5

Art. 1:69 e.v. Burgerlijk Wetboek. Bevoegd tot het doen van een verzoek om nietigverklaring zijn de echtgenoten en het openbaar ministerie.

Naar boven