Vragen van het lid Gijs vanDijk (PvdA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de inkomensachteruitgang voor mensen met een Wajong-uitkering (ingezonden 31 oktober 2019).

Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 7 november 2019).

Vraag 1

Kunt u voor de volgende fictieve casus aangeven wat het totaalinkomen is en de inkomensondersteuning in de oude Wajong: iemand werkt met loondispensatie en een loonwaarde van 50 procent, 20 uur per week op een functie met een salaris van 160 procent van het wettelijk minimumloon (WML) met een maatmaninkomen?

Antwoord 1

Inkomen uit arbeid = loonwaarde x deeltijdfactor x functieloon = 0,5 x 0,5 x 160% WML = 40% WML. Ervan uitgaande dat het vervullen van een functie op 160% WML heeft geleid tot een maatmanwissel, waarbij het maatmaninkomen is vastgesteld op 160% WML, wordt een fictieve indeling in de arbeidsongeschiktheidsklasse gebaseerd op dit maatmaninkomen.

Vaststellen AO-klasse t.b.v. vaststellen hoogte uitkering:

AO-percentage = 1 – (inkomen uit arbeid / maatmaninkomen) = 0,75 (75%)

AO-klasse = 65–80%

Inkomensondersteuning = 50,75% WML

Totale inkomen = inkomen uit arbeid + inkomensondersteuning = 90,75% WML

Vraag 2

Kunt u voor deze casus aangeven wat het totaalinkomen en de inkomensondersteuning vanuit de Wajong is zodra deze persoon zijn of haar baan verliest?

Antwoord 2

Net als voor reguliere werknemers zijn werkende Wajongers verzekerd tegen inkomensverlies vanwege het eindigen van een baan. Recht, hoogte en duur zijn afhankelijk van referte-eis en arbeidsverleden. Ervan uitgaande dat deze Wajonger recht heeft op een loongerelateerde WW-uitkering, is zijn WW-uitkering 70% van het inkomen uit arbeid = 0,7 x 40% WML = 28% WML. Bij een WW-uitkering wijzigt de hoogte van de Wajong-uitkering niet. De inkomensondersteuning blijft 50,75% WML.

Totale inkomen = WW-uitkering + inkomensondersteuning = 78,75% WML

Vraag 3

Stel dat in de oude Wajong deze persoon na zes maanden wordt aangenomen in een vergelijkbare functie met een salaris van 160 procent WML en 20 uur per week werkt met loondispensatie en een loonwaarde van 50 procent met een maatmaninkomen, hoe hoog is dan het totaalinkomen en de inkomensondersteuning?

Antwoord 3

Het totale inkomen bij gelijkblijvende voorwaarden zou op basis van de huidige regels in de oWajong gelijk zijn aan de berekeningen bij antwoord 1. De inkomensondersteuning is 50,75% WML

Totale inkomen = 90,75% WML

Vraag 4

Wat zou het totaalinkomen en de inkomensondersteuning zijn van een andere persoon na invoering van de voorgestelde regeling, indien deze persoon aan de slag gaat in een functie met een vergelijkbaar salaris (160% WML), omvang per week (20 uur), en loonwaarde (50%)?

Antwoord 4

Inkomen uit arbeid = loonwaarde x deeltijdfactor x functieloon = 0,5 x 0,5 x 160% WML = 40% WML

Inkomensondersteuning = (0,7 x G) – (0,7 x compensatiefactor x I). Compensatiefactor = (loonwaarde – 0,3) / (0,7 x loonwaarde) = (0,5 – 0,3) / (0,7 x 0,5). Inkomensondersteuning = 70% WML – (0,7 x (0,2/0,35) x 40% WML) = 54% WML

Totale inkomen = inkomen uit arbeid + inkomensondersteuning = 94% WML

Vraag 5

Indien de persoon uit de eerste casus na invoering van de voorgestelde regeling zijn of haar baan verliest, hoe hoog is dan de inkomensondersteuning?

Antwoord 5

Op basis van het overgangsregime stelt UWV voor de persoon in de eerste casus een garantiebedrag vast van 50,75% WML. De minimale inkomensondersteuning bedraagt dus 50,75% WML bij inkomen uit arbeid. Bij verlies van baan kan het garantiebedrag door blijven werking gedurende de periode dat er sprake is van inkomen uit WW.

Bij het vaststellen van de (aanvullende) uitkering op basis van de nieuwe regels voor inkomensondersteuning wordt een WW-uitkering conform inkomen uit arbeid met de uitkering verrekend. Net als bij het antwoord op vraag 2 gaan we bij de berekening van de inkomensondersteuning uit van een WW-uitkering van 70% van zijn inkomen uit arbeid = 28% WML. Inkomensondersteuning nieuw = 70% WML – (0,7 x (0,2/0,35) x 28% WML) = 58,8% WML. De inkomensondersteuning is daarmee hoger dan het vastgestelde garantiebedrag, waardoor de inkomensondersteuning nieuw tot uitbetaling komt. De inkomensondersteuning bedraagt 58,8% WML.

Totale inkomen = WW-uitkering + inkomensondersteuning = 86,8% WML

Vraag 6

Indien deze persoon na invoering van de nieuwe regeling na baanverlies pas na zes maanden – dus na het verstrijken van de garantietermijn van twee maanden – wederom wordt aangenomen in een vergelijkbare functie met salaris 160% WML, 20 uur per week, en 50 procent loonwaarde, hoe hoog zijn dan de inkomensondersteuning en het totaalinkomen?

Antwoord 6

Deze berekeningen zijn conform het antwoord op vraag 4. De inkomensondersteuning bedraagt 54% WML.

Totale inkomen = inkomen uit arbeid + inkomensondersteuning = 94% WML

Vraag 7

Kunt u deze vragen beantwoorden voor de stemmingen over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele andere wetten in verband met verdere activering van de participatie van jonggehandicapten en het harmoniseren van de verschillende regimes Wajong?

Antwoord 7

Ja.

Naar boven