Vragen van het lid Bouali (D66) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
over het bericht dat door het anti-abortusbeleid van president Trump het aantal abortussen
in ontwikkelingslanden toeneemt (ingezonden 30 augustus 2019).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen
6 november 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Meer abortussen in ontwikkelingslanden door anti-abortusbeleid
in de VS»?1
Vraag 2
In hoeverre is onder de regering-Trump Amerikaanse steun aan organisaties in ontwikkelingslanden
die vrouwen ondersteunen bij abortus, voorzien in zaken als vaccinaties, hiv-behandeling
en kankeronderzoek, afgenomen? Kunt u de effecten hiervan schetsen?
Antwoord 2
President Trump heeft de Mexico City Policy (MCP, inmiddels Protecting Life in Global
Health Assistance; ook wel bekend als Global Gag Rule) kort na zijn aantreden opnieuw
ingesteld. De MCP bepaalt dat activiteiten op het gebied van abortus niet met Amerikaanse
fondsen mogen worden ondersteund.
Uit de beschikbare informatie blijkt dat de Mexico City Policy onder de regering-Trump
breder wordt uitgelegd en ook effect heeft op andere terreinen dan abortus. Zo meldt
International Planned Parenthood Federation (IPPF) negatieve gevolgen voor vijftig
gezondheidsprojecten in eenendertig landen. Deze projecten beslaan onder meer voorbehoedsmiddelen,
HIV-preventie en -behandeling, moeder- en kindzorg, tuberculose, Zika en malaria,
maar ook gender-gerelateerd geweld en programma’s voor wezen en kwetsbare kinderen.
Onderzoek van de International Women’s Health Coalition (IWHC) maakt daarnaast melding
van verminderde toegang tot onder meer screening op borst- en baarmoederhalskanker
en prostaatkanker. Met de uitbreiding van de MCP door de regering-Trump is ook het
President’s Emergency Plan for AIDS Relief (PEPFAR), een omvangrijk HIV/Aids programma
van de Amerikaanse overheid, niet langer uitgezonderd van de MCP. De VS is wereldwijd
de grootste donor op dit gebied. In brede zin heeft de MCP een negatief effect op
efficiëntie en effectiviteit in de gezondheidssector omdat het fragmentatie van gezondheidsdiensten
in de hand werkt. Daarnaast heersen onduidelijkheid en misverstanden over de implementatie
van de MCP, bijvoorbeeld over de geldende uitzonderingen (zo zijn zorg na een onveilige
abortus, maar ook veilige abortus in geval van verkrachting of incest of risico voor
het leven van moeder, onder MCP toegestaan).
Vraag 3
Deelt u de mening dat steun op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid
en rechten (SRGR) in dergelijke landen essentieel is voor de ontwikkeling en emancipatie
van vrouwen en meisjes en dat dit doorwerkt in de algehele economische ontwikkeling
van deze landen?
Vraag 4 en 5
Welke mogelijkheden ziet u om, zowel vanuit Nederland als vanuit de Europese Unie,
de tekorten als gevolg van het anti-abortusbeleid van president Trump op te vangen
en zo de schadelijke effecten voor het belangrijke werk dat deze organisaties verrichten,
zoveel mogelijk te beperken?
Op welke termijn kunt u, zowel vanuit Nederland als vanuit de EU, mogelijke extra
inspanningen plegen?
Antwoord 4 en 5
Naast de financiële steun aan organisaties op het terrein van seksuele en reproductieve
gezondheid en rechten (SRGR) zoals uiteengezet in mijn antwoorden, mede namens de
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, op vragen van de leden Ploumen en
Van Den Hul (4 juni 2019, Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3036), zet Nederland zich ook op andere manieren in om SRGR voor iedereen, speciaal ook
voor vrouwen, meisjes en jongeren wereldwijd, te waarborgen. Zo heeft Nederland in
EU-verband bijgedragen aan de totstandkoming op 23 september jongstleden van de Politieke
Verklaring over Universal Health Coverage (UHC) die seksuele en reproductieve gezondheid
en rechten conform de 2030 Agenda omvat. Bij die gelegenheid heb ik mede namens 58
landen binnen en buiten de EU een verklaring gepresenteerd over het belang van SRGR
als integraal onderdeel van UHC. Deze verklaring is tevens een belangrijke steun in
de rug voor de wereldwijde beweging die opkomt voor SRGR en gendergelijkheid.
Nederland staat, zoals uw Kamer bekend, pal voor vrouwenrechten en keuzevrijheid voor
vrouwen, inclusief SRGR. Dit draagt Nederland wereldwijd uit: bilateraal, in EU-verband
en natuurlijk ook in de VN, zoals in de Commission on the Status of Women (CSW) en
de Commission on Population and Development (CPD). Nederland blijft zich in samenwerking
met gelijkgezinde landen bilateraal en in EU- en VN-kader inzetten voor vrouwenrechten
en SRGR en behoud van bestaande afspraken op dit gebied o.a. door vast te houden naar
verwijzingen naar SRGR in VN-teksten. Door de actieve inzet van Nederland en gelijkgezinde
landen is SRGR goed geborgd in de uitkomsten van de CSW en de CPD eerder dit jaar
en de recente Politieke Verklaring over UHC.