Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de nog volstrekt onhoudbare en verslechtende situatie op vluchtelingenkampen op Lesbos (ingezonden 8 oktober 2019).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 30 oktober 2019).

Vraag 1

Kent u het bericht «Overal rottend vuil en huilende kinderen in Kamp Moria, terwijl de bootjes blijven komen» en herinnert u zich de nog steeds niet beantwoorde vragen van het lid Kuiken over dit onderwerp (ingezonden 11 september 2019)?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het beeld dat ook weer in dit bericht geschetst wordt voor de zoveelste keer aangeeft dat de situatie in het vluchtelingenkamp op Lesbos volkomen onhoudbaar en inhumaan is? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Deelt u de mening dat de veiligheids- en gezondheidssituatie ter plekke inmiddels zodanig verslechterd is dat er van een humanitaire ramp gesproken moet worden? Zo ja, welke hulp dient er op korte termijn geboden te worden en wat gaat Nederland daarin betekenen? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kuiken (PvdA) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over over de nog volstrekt onhoudbare en verslechtende situatie op vluchtelingenkampen op Lesbos (ingezonden 8 oktober 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven